Het is verboden op of in de in dit artikel bedoelde gronden, zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning van het bevoegde gezag, de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren, te doen of te laten uitvoeren:
- het aanleggen van wegen, paden, banen en andere oppervlakteverhardingen;
- het veranderen van het huidige maaiveldniveau door ontginnen, bodemverlagen, egaliseren, afgraven of ophogen;
- het aanbrengen van hoogopgaande en/of diepwortelende beplantingen en/of bomen;
- het uitvoeren van heiwerkzaamheden en het op een of ander wijze indrijven van voorwerpen;
- diepploegen;
- het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de doeleindenomschrijving aangegeven, en daarmee verband houdende constructies;
- het plaatsen van roerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
- het aanleggen van watergangen of het vergraven, verruimen of dempen van reeds bestaande watergangen.