Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Keizershoeve 2
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0209.BPKeizershoeve2-vadf

Artikel 1 Begrippen

In deze regels wordt verstaan onder:
 
1.1 plan:
het bestemmingsplan 'Keizershoeve II' van de gemeente Beuningen.
 
1.2 bestemmingsplan:
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO.0209.BPKeizershoeve2-vadf met de bijbehorende regels.
 
1.3 aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
 
1.4 aanduidingsgrens:
grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
 
1.5 ambachtelijk bedrijf:
een bedrijfsuitoefening waarbij het werk geheel of grotendeels met de hand wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld timmerwerk, meubelmaken, schoenmaken, pottenbakken, zilversmeden e.d.) en veelal van beperkte omvang met eventueel als nevenactiviteit ondergeschikte detailhandel in ter plaatse be- en verwerkte goederen.
 
1.6 archeologische waarden:
waarden van een terrein in verband met de zich mogelijk in de bodem bevindende oudheidkundige zaken die van belang zijn vanwege hun schoonheid, hun betekenis voor de wetenschap en/of hun cultuurhistorische waarde.
 
1.7 A-watergang:
een voor de oppervlaktewaterkwantiteit van overwegend belang zijnde watergang, zoals deze door het Waterschap Rivierenland is opgenomen in een legger A met kaart, en waarvoor de Keur van het Waterschap Rivierenland van toepassing is met de daarin opgenomen beschermingszones en beperkingen.
 
1.8 bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouw zijnde.
 
1.9 begane grondbouwlaag:
de onderste bouwlaag van een gebouw, niet zijnde een kelder.
 
1.10 begeleid wonen:
een vorm van al dan niet zelfstandig wonen dat - in ieder geval functioneel - gekoppeld is aan een instelling van maatschappelijke zorgverlening en/of verpleging.
 
1.11 bestemmingsgrens:
de grens van een bestemmingsvlak.
 
1.12 bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
 
1.13 bevoegd gezag:
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
 
1.14 bijbehorend bouwwerk:
een gebouw dat ten dienste staat van een op hetzelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw, al dan niet aan het hoofdgebouw gebonden, zoals een berging, hobbyruimte, dierenverblijf of garagebox, en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw.
 
1.15 bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
 
1.16 bouwgrens:
de grens van een 'bouwvlak' .
 
1.17 bouwperceel:
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
 
1.18 bouwperceelsgrens:
de grens van een bouwperceel.
 
1.19 bouwvlak:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouw zijnde zijn toegelaten.
 
1.20 bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
 
1.21 bruto-vloeroppervlakte:
bruto-vloeroppervlakte als bedoeld in NEN2580.
 
1.22 detailhandel:
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder de uitstalling ten verkoop, het verkopen, verhuren en leveren van goederen aan personen die die goederen kopen of huren voor gebruik of verbruik anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
 
1.23 dierenweide:
een kleinschalige en omheinde groenvoorziening, die dient voor het bieden van een verblijfplaats aan dieren;
 
1.24 gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
 
1.25 hoofdgebouw:
een gebouw dat op een bouwperceel door zijn constructie of afmetingen dan wel gelet op de bestemming als het belangrijkste gebouw is aan te merken.
 
1.26 langzaamverkeersroutes:
routes voor ongemotoriseerd verkeer, scootmobielen, wandelaars, skeeleraars, en dergelijke, met daarbij behorende bermen en straatmeubilair.
 
1.27 mantelzorg:
het anders dan bedrijfsmatig bieden van zorg aan een of meer leden van een op dat perceel wonende huishouding, die hulpbehoevend is of zijn op fysiek, psychisch en/of sociaal vlak.
 
1.28 niet-publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit:
een beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten niet specifiek publieksgericht zijn, en dat op kleine schaal in een woning en/of de daarbij behorende bijbehorende bouwwerken wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate haar woonfunctie behoudt en de desbetreffende activiteit een ruimtelijke uitstraling heeft die in overeenstemming is met de woonfunctie ter plaatse.
 
1.29 niet-grondgebonden woningen:
een hoofdgebouw dat uit meerdere naast elkaar en/of gedeeltelijk boven elkaar gelegen woningen (appartementen) bestaat en dat qua uiterlijke verschijningsvorm als een eenheid kan worden beschouwd.
 
1.30 peil:
de gemiddelde hoogte van het afgewerkte maaiveld op het bouwperceel.
 
1.31 publieksgerichte aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit:
een publieksgericht beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarvan de activiteiten in hoofdzaak publieksaantrekkend zijn en waarvan de omvang en uitstraling zodanig is, dat de activiteit past binnen de desbetreffende woonomgeving en derhalve in een woning en/of daarbij behorende bijbehorende bouwwerken, met behoud van de woonfunctie, kan worden toegestaan.
 
1.32 seksinrichting:
een gelegenheid waarin beroepsmatig of bedrijfsmatig voorstellingen en/of vertoningen van hoofdzakelijk pornografische aard plaatsvinden, en/of verkoop en/of uitstalling van hoofdzakelijk goederen van pornografische en/of erotische aard plaatsheeft, en/of tegen vergoeding seksuele diensten worden verricht dan wel bedrijfsmatig gelegenheid wordt gegeven tot seksuele handelingen.
 
1.33 sociale woningbouw: 
woningen bedoelt voor de doelgroep van volkshuisvestingsbeleid. Waarbij de maximale vrij op naam prijs is vastgelegd in de verstedelijkingsafspraken van het Regionaal Plan voor betaalbare woningen en in geval van huurwoningen de huurprijs is gelimiteerd tot de huurtoeslaggrens binnen de huursector. Bij het indienen van een verzoek of aanvraag wordt de regeling gehanteerd die op dat moment van kracht is.
 
1.34 vrije sector woningbouw:
woningen die niet vallen onder het begrip sociale woningbouw dus waarvoor geen verkoopregulerende bepalingen gelden.
 
1.35 vrijstaand bijgebouw:
een vrijstaand gebouw dat door zijn constructie of afmetingen ondergeschikt is aan een op hetzelfde bouwperceel binnen het bouwvlak gelegen gebouw.
 
1.36 voorgevel:
de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw, indien een gebouw met meerdere gevels naar de weg is toegekeerd wordt de naar architectuur, indeling en/of uitstraling meest gezichtsbepalende gevel van een hoofdgebouw aangemerkt als voorgevel.
 
1.37 wijziging/wijzigen:
een wijziging/het wijzigen als bedoeld in artikel 3.6 lid 1 onder a van de Wet ruimtelijke ordening.
 
1.38 woning:
een complex van ruimten, inclusief aan- en uitbouwen, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden.
 
1.39 woningbouwprogrammering:
programmering met betrekking tot de nieuwbouw van woningen binnen de gemeente Beuningen welke is vastgelegd in een woningbouwprogrammering. Hierin is vastgelegd hoeveel woningen en op welke locaties deze gerealiseerd kunnen worden. Bij het indienen van een wijzigingsverzoek wordt de woningbouwprogrammering gehanteerd die op dat moment van kracht is.
 
1.40 zone:
een geometrisch bepaald vlak, waarmee de gronden zijn aangeduid, waar ingevolge deze regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.