Artikel 2.9 Maatschappelijk
1 Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor Maatschappelijk aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- maatschappelijke voorzieningen in de categorieën 1 en 2 zoals vermeld in de bij deze voorschriften behorende Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen;
- ter plaatse van de aanduiding "buurt- en clubhuis" is tevens een buurt- en clubhuis toegestaan;
- ter plaatse van de aanduiding "sporthal" is tevens een sporthal toegestaan;
- tuin en/of erf;
- speelplaatsen;
- evenementen;
- nutsvoorzieningen;
met de daarbij behorende bouwwerken, waaronder begrepen ten hoogste één dienstwoning, en parkeervoorzieningen.
2 Bebouwing
Voor de regels omtrent het bouwen zie het bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijsnummers verwijzen naar de in lid 3 genoemde specifieke vrijstellingen.
Bebouwing | Maximale grondoppervlakte | Maximale goothoogte | Maximale hoogte | Bijzondere bepalingen |
Gebouwen, niet zijnde bij een dienstwoning behorende bijgebouwen | - bebouwingsvlak - bebouwingspercentage van het bebouwingsvlak 100%, tenzij anders op de plankaart aangegeven |
6 m, tenzij anders op de plankaart aangegeven | 10 m, tenzij anders op de plankaart aangegeven | |
Bijgebouwen en overkappingen bij een dienstwoning | 50 m², mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt; 20 m2 is in ieder geval toegestaan | bijgebouw: 3 m | bijgebouw: 5 m overkapping: 3 m |
- situering minimaal 3 m achter de lijn, waarin de voorgevel van de dienstwoning is gebouwd (3a) - bij vastbouwen aan de (dienst)woning van bijgebouw maximaal aan één zijde en aan de achtergevel van de woning - bij een aan de (dienst)woning aangebouwd bijgebouw of overkapping waarvan het dakvlak in het verlengde van het dakvlak van de woning ligt mag op de hoogte van het dakvlak van de woning worden aangesloten |
Andere bouwwerken | tuinmeubilair: 3 m antenne-installaties: 15 m speel- en klimtoestellen: 4 m overkappingen: 3 m overig: 2 m |
3 Vrijstellingsbevoegdheden
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van:
- het in lid 1 onder a bepaalde teneinde functies toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen, dan wel voorkomen in categorie 3 van bedoelde Lijst, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan. De vrijstelling wordt uitsluitend verleend indien geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan;
- het in lid 2 bepaalde dat bijgebouwen en overkappingen minimaal 3 meter achter de lijn waarin de voorgevel is gebouwd moeten worden gesitueerd, eventueel met overschrijding van de bebouwingsgrens, indien dit past in het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Overzicht |
Naar volgende |