Artikel 2.3 Bijzonder wonen
1 Bestemmingsomschrijving
De op de plankaart voor Bijzonder wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- woningen;
- (een complex van) zorgwoningen met bijbehorende voorzieningen ten behoeve van zorg en verpleging;
- ter plaatse van de aanduiding "kantoor" is tevens een kantoor ter grootte van maximaal 300 m² toegestaan;
- tuin en/of erf;
- nutsvoorzieningen;
een en ander met de daarbij behorende bouwwerken.
2 Toegestane (zorg)woningen
Als (zorg)woningen zijn uitsluitend toegestaan:
- ter plaatse van de aanduiding a: aaneengesloten (zorg)woningen;
- ter plaatse van de aanduiding s: gestapelde (zorg)woningen.
3 Bebouwing
Voor de regels omtrent het bouwen zie het bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijsnummers verwijzen naar de in lid 4 opgenomen specifieke vrijstellingen.
Bebouwing | Maximale grondoppervlakte | Maximale goothoogte | Maximale hoogte | Bijzondere bepalingen |
Woningen met aanduiding s | bebouwingsvlak | 6 m, tenzij anders op de plankaart aangegeven | 10 m, tenzij anders op de plankaart aangegeven (4a) | |
Woningen met aanduiding a | bebouwingsvlak, bebouwingsper- centage van het bebouwingsvlak 100%, tenzij anders op de plankaart aangegeven |
6 m, tenzij anders op de plankaart aangegeven | 10 m, tenzij anders op de plankaart aangegeven | |
Bijgebouwen, overkappingen en aan- of uitbouwen bij woningen met de aanduiding a | bij een kaveloppervlakte tot 500 m2: 50 m2; bij een kaveloppervlakte tussen 500 m2 en 750 m2: 65 m2; bij een kaveloppervlakte vanaf 750 m2: 85 m2; mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt; 20 m2 is in ieder geval toegestaan |
bijgebouw en aan- of uitbouw: 3 m | bijgebouw en aan- of uitbouw: 5 m overkapping: 3 m |
- tevens toegestaan op de als erf aangeduide gronden - situering minimaal 3 m achter de lijn, waarin de voorgevel van de woning is gebouwd (4b) - bij monumenten: situering minimaal achter de lijn, waarin de achtergevel van de woning is gebouwd - bij een aan de woning aangebouwd bijgebouw, overkapping of aan- of uitbouw waarvan het dakvlak in het verlengde van het dakvlak van de woning ligt mag op de hoogte van het dakvlak van de woning worden aangesloten - bij vastbouwen aan de woning van bijgebouw of aan- of uitbouw maximaal aan één zijde en aan de achtergevel van de woning |
Andere bouwwerken, niet zijnde overkappingen | tuinmeubilair: 3 m antenne-installaties: 15 m overig: 2 m |
erf- en terreinafscheidingen op de als tuin aangeduide grond: 1 m (4c) |
4 Vrijstellingsbevoegdheden
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het in lid 3 bepaalde:
- voor het overschrijden van de maximale hoogte van een (zorg)woning met de aanduiding (s) met niet meer dan 3,50 meter tot een maximum van 1/3 van het grondoppervlak van het gebouw ten behoeve van ondergeschikte bouwdelen, waaronder in ieder geval begrepen liftkokers en installatieruimten;
- dat bijgebouwen, aan- of uitbouwen en overkappingen minimaal 3 meter achter de lijn waarin de voorgevel is gebouwd moeten worden gesitueerd, eventueel met overschrijding van de bebouwingsgrens, indien dit past in het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld;
- ten behoeve van het bouwen van erfafscheidingen op hoekpercelen tot een hoogte van 2 meter, indien dit met het oog op het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld en de verkeers- en sociale veiligheid niet onaanvaardbaar is.
5 Gebruik van niet bebouwde grond
De niet bebouwde grond mag uitsluitend als tuin of erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Overzicht |
Naar volgende |