Bij toepassing van deze voorschriften wordt als volgt gemeten:
Vanaf het peil tot aan het hoogste punt, waarbij ondergeschikte bouwdelen, waaronder in ieder geval begrepen afvoerkanalen van beperkte omvang, niet worden meegerekend.
Vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot c.q. de druiplijn, het boeibord of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
Tussen de (denkbeeldige) buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van scheidsmuren, waarbij wordt gemeten boven de begane grondvloer.
De in procenten uitgedrukte verhouding van de grondoppervlakte van de bebouwing in een bebouwingsvlak dan wel aanduidingsvlak tot de grondoppervlakte van dat bebouwingsvlak dan wel aanduidingsvlak, per kavel gemeten.
Tussen de (denkbeeldige) buitenwerkse gevelvlakken en/of harten van scheidsmuren, met dien verstande dat vloeroppervlakte waarboven minder dan 1,50 meter hoogte aanwezig is hierbij buiten beschouwing wordt gelaten.
Boven maaiveld tussen de buitenwerkse gevelvlakken, dakvlakken en harten van scheidsmuren.
Langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak, met uitzondering van ondergeschikte delen als dakkapellen, schoorstenen, erkers en balkons.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Overzicht |
Naar volgende |