Behoudens het in lid 2 bepaalde is het verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) op en in de hierna aangegeven gronden de daarbij aangegeven werken en werkzaamheden uit te voeren:
werken en werkzaamheden | |||||||
a | b | c | d | e | f | g | |
gronden met aanduiding: | |||||||
- bijzondere boom1 | + | + | + | + | + | ||
gronden met de bestemming: | |||||||
- Groenvoorzieningen | + | + | |||||
- Bos- en parkstrook | + | + | + | + | |||
- Leidingen | + | + | + | + | + | + |
In de tabel betekent:
+ = aanlegvergunning vereist
1 = binnen een afstand van 5 m uit het hart van de boom
- het aanleggen of aanbrengen van oppervlakteverhardingen ten behoeve van parkeren;
- het aanleggen en verharden van wegen en paden en aanleggen of aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
- het verlagen van de bodem en afgraven, ophogen en egaliseren van gronden;
- het aanbrengen van ondergrondse transport-, energie- en telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
- het verrichten van handelingen die de dood of ernstige beschadiging van bomen ten gevolge hebben of kunnen hebben;
- het aanbrengen van diepwortelende beplanting;
- het uitvoeren van heiwerkzaamheden of het op een andere wijze ingraven of indrijven van voorwerpen in de grond
Het in lid 1 vervatte verbod geldt niet voor:
- werken en werkzaamheden in het kader van het normale beheer en onderhoud;
- werken en werkzaamheden waarmee is of mag worden begonnen ten tijde van het onherroepelijk worden van de goedkeuring van het plan;
- werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 1 sub e voor zover de artikelen 4.5.1 tot en met 4.5.11 van de Algemene Plaatselijke Verordening daarop van toepassing zijn.
Werken en werkzaamheden als bedoeld in lid 1 zijn slechts toelaatbaar, indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen, één of meer waarden of functies van de in die artikelen bedoelde gronden, die het plan beoogt te beschermen, niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden of functies niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.
Op het verlenen van aanlegvergunningen als bedoeld in dit artikel is de in artikel 3.5 lid 3 opgenomen procedure van toepassing.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Overzicht |
Naar volgende |