De op de plankaart voor maatschappelijke doeleinden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
- maatschappelijke voorzieningen in de categorieën 1 en 2 zoals vermeld in de bij deze voorschriften behorende Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen, met dien verstande dat binnen het bebouwingsvlak met de aanduiding "geen geluidgevoelige bebouwing , met uitzondering van onderwijsgebouwen" geen geluidsgevoelige bebouwing als bedoeld in de Wet geluidhinder is toegestaan, met uitzondering van onderwijsgebouwen;
- uitsluitend voorzieningen ten behoeve van scouting, ter plaatse van de aanduiding;
- tuin en/of erf;
- speelplaatsen;
- nutsvoorzieningen;
- een dienstwoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding;
- binnen het bebouwingsvlak met de aanduiding "geen geluidgevoelige bebouwing , met uitzondering van onderwijsgebouwen" is geen geluidsgevoelige bebouwing als bedoeld in de Wet geluidhinder toegestaan, met uitzondering van onderwijsgebouwen
met de daarbij behorende bouwwerken en parkeervoorzieningen.
Voor de regels omtrent het bouwen zie het bebouwingsschema, waarbij geldt dat de in het schema voorkomende verwijsnummers verwijzen naar de in lid 3 genoemde specifieke vrijstellingen.
Bebouwing | Maximale grondoppervlakte | Maximale goothoogte | Maximale hoogte | Bijzondere bepalingen |
Gebouwen | 100% van het bebouwingsvlak, tenzij op de plankaart anders is aangegeven | zie plankaart | zie plankaart | |
Bijgebouwen en overkappingen bij de dienstwoning | 50 m², mits niet meer dan 60% van de kavel (met inbegrip van alle op de kavel aanwezige bebouwing) bebouwd wordt; 20 m² is in ieder geval toegestaan | bijgebouw: 3 m | bijgebouw: 5 m overkapping: 3 m |
- situering minimaal 3 m achter de lijn, waarin de voorgevel van de dienstwoning is gebouwd (3)
- bij vastbouwen aan de dienstwoning van bijgebouw maximaal aan één zijde en aan de achtergevel van de woning - bij een aan de (dienst)woning aangebouwd bijgebouw of overkapping waarvan het dakvlak in het verlengde van het dakvlak van de woning ligt mag op de hoogte van het dakvlak van de woning worden aangesloten |
Andere bouwwerken | tuinmeubilair: 3 m antenne-installaties: 15 m speel- en klimtoestellen: 4 m overkappingen: 3 m overig: 2 m |
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het in lid 2 bepaalde dat bijgebouwen, aan- of uitbouwen en overkappingen minimaal 3 meter achter de lijn waarin de voorgevel is gebouwd moeten worden gesitueerd, eventueel met overschrijding van de bebouwingsgrens, indien dit past in het in het plan beoogde stedenbouwkundig beeld.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd vrijstelling te verlenen van het in lid 5 onder a bepaalde teneinde functies toe te staan die niet zijn genoemd in de Lijst van toegelaten maatschappelijke voorzieningen, dan wel voorkomen in categorie 3 van bedoelde Lijst, en die naar hun aard en invloed op de omgeving gelijk te stellen zijn met functies die ter plaatse bij recht zijn toegestaan, voor zover geen onevenredige belemmeringen voor omliggende functies ontstaan.
De niet bebouwde grond mag uitsluitend als tuin, erf en/of parkeervoorziening worden gebruikt.
Naar vorige |
Niveau omhoog
Naar boven Overzicht |
Naar volgende |