2. APELDOORN

samenvatting%20structuurvisie.pdf

2.1 Het beste van twee werelden

stedelijke kwaliteiten

Met ruim 157.000 inwoners is Apeldoorn de elfde gemeente van Nederland en de grootste gemeente in de regio Stedendriehoek. Via de A1 en per spoor is de stad goed verbonden met Twente, de Randstad en het Oost-Europese achterland. En via de A50 eveneens met de regio’s Zwolle/Kampen en Arnhem/Nijmegen. In economisch opzicht behoort de Stedendriehoek tot de zogenoemde BOOM-regio’s (bureau Louter). Dat zijn goed ontsloten regio’s, op enige afstand van de Randstad, die beschikken over een eigen brede en robuuste economie. De economie van de Stedendriehoek - en daarmee ook die van Apeldoorn - past in dat beeld. De Apeldoornse economie biedt werkgelegenheid aan inwoners van de Stedendriehoek, de Veluwe, de regio Arnhem/Nijmegen en Oost-Nederland.

landschappelijke kwaliteiten

Het westelijke deel van de gemeente Apeldoorn ligt op de hoge stuwwal van de Veluwe, het oostelijke in de natte laagte van de IJsselvallei. De stad en de meeste dorpen liggen onderaan de helling van de stuwwal in het gevarieerde overgangsgebied tussen de twee landschappen. Vanwege de aantrekkelijke omgeving en de goede ontsluiting zijn de Apeldoornse woongebieden al tientallen jaren erg in trek bij gezinnen uit de Randstad. Apeldoorn wordt daarom gerekend tot het zogenaamde ‘Mid-size Utopia’ (bureau Zandbelt en Van den Berg). Mid-size Utopia bestaat uit de kring van stedelijke regio’s rondom de Randstad, die het in economisch opzicht en qua groei van de bevolking goed doen. Met het toenemen van de mobiliteit zijn deze regio’s uitgegroeid doordat ze het hoogste woonideaal van de Nederlander in huis hebben: de voordelen van wonen in een stad gecombineerd met de kwaliteiten van leven in een buitengebied.

onderscheidend

Apeldoorn onderscheidt zich duidelijk van andere steden in Mid-size Utopia. Bijvoorbeeld doordat het zowel dorpse als hoogstedelijke kenmerken heeft, met zowel moderne als historische kenmerken. Maar ook doordat Apeldoorn een veelzijdige en solide economie koppelt aan een relatief groot innovatief vermogen. En natuurlijk doordat het ligt in het meest aantrekkelijke landschap van Nederland.

De kracht van Apeldoorn ligt in combinaties van kwaliteiten, die telkens het beste van twee werelden in zich weten te verenigen.

onderlegger.pdf
legenda%20OL%201.tiff

dorpen & buurtschappen

kleinschalig en divers

verweving met landschap

legenda%20OL%202.tiff

overgang naar de IJsselvallei

kleinschalig en gevarieerd landschap

legenda%20OL%203.tiff

kern Apeldoorn

kleinschalige buurten in grote wijken

veel groen in de stad

legenda%20OL%204.tiff

Veluwe

grootschalig bos- en heidegebied

dorpse en landschappelijke identiteiten

(gebaseerd op het Landschapskookboek Apeldoorn)

2.2 Stad én landschap

gezinsstad

Apeldoorn kent eigenlijk al sinds de opkomst van de industrie flinke vestigingsoverschotten. Tot aan de tweede wereldoorlog was dat vooral om werkredenen. Daarna kwamen daar ook woonredenen bij en nam de groei van Apeldoorn pas echt een grote vlucht. Tot aan de jaren tachtig van de vorige eeuw kende de gemeente vestigingsoverschotten van 1.000 tot soms 1.500 personen per jaar en geboorteoverschotten van 500 tot 1.000 personen per jaar. In die periode was Apeldoorn jarenlang de snelst groeiende gemeente van Nederland. In de jaren tachtig en daarna namen de vestigingsoverschotten af naar enkele honderden per jaar, met soms zelfs een vertrekoverschot.

De huishoudens in Apeldoorn zijn gemiddeld iets groter dan in de rest van Nederland. Niet in de laatste plaats omdat Apeldoorn onder gezinnen met kinderen populair is. De bevolking is gemiddeld iets ouder dan het Nederlandse gemiddelde, onder andere omdat Apeldoorn vooral in de eerste tientallen jaren na de tweede wereldoorlog zo snel is gegroeid. Bovendien verlaten nogal wat jongeren na de middelbare school de gemeente om elders hoger onderwijs te volgen.

het beste landschap

Apeldoorn behoort tot de ruimst opgezette steden van Nederland. Aanzienlijk ruimer dan andere middelgrote steden als Arnhem, Enschede en Deventer. En Apeldoorn ligt in een aantal unieke landschappen. Met ruim een acht als rapportcijfer is de Veluwe het meest gewaardeerde landschap van Nederland. Het gebied kent al een zeer lange bewoningsgeschiedenis en telt mede daardoor ook de meeste archeologische vindplaatsen van Nederland. Naar het oosten toe gaat het grotendeels beboste landschap van de Veluwe over in het de meer open agrarische productielandschap van de IJsselvalei en in het zuiden in een landgoederenzone, waarvan landgoed Woudhuis een uitloper is.

Op de overgang van Veluwe en IJsselvallei ligt een afwisselend landschap, dat wordt gedragen door met Veluwewater gevoede beken en sprengen. De beken ontspringen enigszins verborgen in de Veluwse bossen en stromen in de richting van de IJsselvallei. Daar maken ze deel uit van een eeuwenoud kleinschalig landschap van agrarische grond op enken en in kampen, omzoomd door houtsingels, bosjes en nederzettingen. De sprengen werden vanaf de middeleeuwen gegraven om de vele papiermolens en later de wasserijen van schoon water te voorzien. In het noorden monden de beken en sprengen uit in de Grift, in het zuiden voeden ze het Apeldoorns Kanaal. Dit stelsel van beken, sprengen en kanaal is volstrekt uniek voor Nederland.

2.3 Modern én historisch

ruim opgezette ‘new town’

Apeldoorn is pas echt gaan groeien ná de Tweede Wereldoorlog. Woningnood was toen ‘volksvijand nummer één’. De woningproductie nam in die tijd industriële proporties aan. Aanvankelijk bouwde Apeldoorn daarbij voort op de weg die al voor de oorlog was ingeslagen. De wijken Orden en Zuid werden uitgebreid op de toen gebruikelijke manier van strokenstedenbouw, met achtereenvolgens hoogbouw, halve hoogbouw en rijtjeshuizen. Ook vestigden zich grote bedrijven als Fiat, Zwitsal, Refeda, Werklust en Philips in Apeldoorn.

Met het vol raken van Orden en Zuid werd met Zevenhuizen aan het einde van de jaren ’60 de sprong over het kanaal gemaakt. De opzet van de wijk is grootschalig. Veel hoogbouw van tien verdiepingen (of meer) wordt in een ruime groene setting afgewisseld met laagbouw met platte daken. Mede onder invloed van het landelijke spreidingsbeleid (Apeldoorn moest de Schrijftafel van Nederland worden) vestigden zich in die periode bedrijven als het Rijkscomputercentrum (nu Getronics), Kadaster en de Rijksbelastingdienst. Na de voltooiing van de A1 (1972) en de A50 (1977) neemt de economische groei van Apeldoorn een nog verdere vlucht. In de jaren ’70 en ’80 ontstond ook de grootste woonwijk van Apeldoorn: De Maten. Laagbouw, besloten hofjes en gevarieerde bouwvormen in het groen overheersen er in de toenmalige zoektocht naar een reactie op de grootschaligheid van de jaren ervoor.

Vanaf het einde van de jaren ’80 werd aan de noordoostzijde van de stad de aansluiting met Zevenhuizen gezocht: Welgelegen, Osseveld West en Woudhuis. Woudhuis is opgezet rondom het Kasteel. Daaromheen liggen buurten die weer op andere pseudo-historische verwijzingen zijn gebaseerd. Aan de noordzijde van de spoorlijn ligt Osseveld Oost, dat is opgezet rondom zeven (romantische) tuinen. Transformatie van de Kanaalzone heeft in het eerste decennium van deze eeuw opvallend hoogstedelijke woonmilieus aan het centrumgebied toegevoegd. Maar nog steeds in een voor Apeldoorn kenmerkende groene setting.

Met ongeveer 75% van de gebouwen van ná de Tweede Wereldoorlog mag je Apeldoorn met recht een New Town noemen. Een moderne stad dus met een grote variatie aan ruim opgezette wijken en buurten. Ze zijn zonder uitzondering met veel toewijding ontwikkeld op basis van alle moderne stedebouwkundige scholen. En ze zijn bijzonder vanwege de grote wijkparken en vele plantsoenen.

cultuurhistorische rijkdom

Maar Apeldoorn beschikt over meer culturele rijkdom, die vaak ook nog verder terug gaat. En dan gaat het niet alleen om bekende cultuurhistorische iconen als Paleis het Loo en radio Kootwijk. Zo woonden er al in de steentijd mensen op de Veluwe. De vele grafheuvels in het bos en op de hei getuigen daarvan. Ook bestond er in de vroege middeleeuwen op het Apeldoornse deel van de Veluwe een bloeiende ijzerindustrie. Eeuwenoude agrarische nederzettingen zoals Meerveld, Hoog Buurlo, Wiesel en Beekbergen-Lieren hebben waardevolle landschappen met oude akkers, enkwallen, boerderijen, schaapskooien en hakhoutpercelen nagelaten. In zo’n gebied waan je je soms in het landschap van vijfhonderd jaar geleden. Het water dat van de Veluwe stroomde, zorgde aan de randen van die oude nederzettingen voor de eerste industrie: watermolens. Vooral in de zeventiende eeuw werden er veel gebouwd, gevoed door nieuw gegraven en gekanaliseerde sprengenbeken, ten behoeve van de groeiende papierindustrie. Nog altijd is die bedrijfstak belangrijk in de gemeente.

De Oranjes hebben hun stempel op de gemeente gedrukt sinds de aankoop van buitenplaats Het Loo in de zeventiende eeuw. De aantrekkingskracht van het vorstenhuis zorgde er in de negentiende eeuw voor dat Apeldoorn zich veel sneller ontwikkelde dan de andere dorpen in de omgeving. In de aanleg van het Kanaal en de spoorweg speelde de koning ook een rol. Beide zijn nog altijd erg belangrijk voor de stedenbouwkundige en landschappelijke structuur van de gemeente. Met de VSM wordt de spoorlijn bovendien recreatief benut. In de schaduw van Het Loo ontstonden ook andere buitenplaatsen, die zich later soms doorontwikkelden tot woonbuurten. Zo ontstond de chique villabuurt De Parken op het voormalige Landgoed de Pasch. In de vroege twintigste eeuw begon de stad echt hard te groeien. De Dorpsstraat werd Hoofdstraat, omzoomd door vele luxe winkels. Vooral de Jugendstil is er buitengewoon goed vertegenwoordigd. Betere verbindingen, toenemende vrije tijd en de behoefte aan gezonde buitenlucht betekenden dat zich steeds meer recreatie- en zorginstellingen vestigden in de dorpen en in het buitengebied, vaak in bijzondere gebouwen.

En uiteraard telt de gemeente een flink aantal moderne iconen. Radio Kootwijk is een van de vroegste voorbeelden, maar ook het Zwitsal-terrein, het Centraal Beheer-gebouw, het voormalige TNO-complex en latere ontwikkelingen als het Walter Bosch-complex, de Kanaaloevers en het CODA-museum zijn daar goede voorbeelden van.

Positie.jpg

verstedelijking & infrastructuur

2.4 Centraal én in de luwte

regionaal centrum

Apeldoorn is de grootste gemeente op de Veluwe en in de Stedendriehoek. De stad telt een uitgebreid pakket aan regionale voorzieningen en net buiten het centrum vormt sportcentrum Omnisport zelfs een voorziening van internationaal niveau. De Gelre Ziekenhuizen bieden een regionaal centrum voor gezondheidszorg. Verreweg het grootste aanbod aan stedelijke voorzieningen ligt in het centrum. Dat geldt zowel voor de horeca, als voor winkels en cultuur.

Het aanbod aan winkels in het centrum ligt ongeveer op een niveau dat verwacht mag worden van een stad met bijna 158.000 inwoners. De variatie is groot. Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) staat het centrum van Apeldoorn wat variatie betreft zelfs in de nationale top vijf. Bezoekers waarderen vooral de breedte van het aanbod en de kwaliteit van de winkels.

Het winkelaanbod in volumineuze artikelen bestaat voor ongeveer de helft uit vier grote concentraties en voor de andere helft uit over de stad verspreide winkels. De grootste concentratie is Woonboulevard ‘t Rietveld. In aansluiting daarop is bij sportcentrum Omnisport de cluster Voorwaarts in ontwikkeling.

Het aanbod aan culturele voorzieningen past eveneens bij de omvang van de stad. Schouwburg Orpheus is een van de meest veelzijdige podia in het oosten van het land. Daarnaast telt Apeldoorn de theaters Gigant! en Markant en sinds kort een grote bioscoop. In het centrum bevindt zich het Cultuurkwartier, met het ACEC-gebouw als motor voor vernieuwing en uitbreiding van de cultuurproductie. Ongeveer 60% van de Apeldoorners is tevreden tot zeer tevreden over het aanbod aan culturele voorzieningen.

dorpse leefmilieus

De aanwezigheid van een goed aanbod aan stedelijke voorzieningen wordt in Apeldoorn gecombineerd met leefmilieus van een bijna dorpse kwaliteit. Zo telt de stad slechts drie buurten met meer dan 6.000 inwoners. In de meeste buurten ligt het aantal inwoners tussen de 2.500 en 5.500. De ruimtelijke en cultuurhistorische identiteit van de buurten is sterk verbonden met de stedenbouwkundige voorkeuren van de tijd waarin ze zijn ontstaan en de relatie met omwonenden wordt in alle buurten hoog gewaardeerd. Apeldoorn is ook een stad waar de mensen elkaar nog groeten, of het nou bekenden of onbekenden zijn. En in vrijwel alle buurten vindt meer dan 90% van de inwoners dat ze er (zeer) prettig wonen. Uit de bovenmatige aanwezigheid van doe-het-zelf winkels en tuincentra (tot 50% meer dan in andere steden) kan bovendien worden afgeleid dat de Apeldoorner zeer toewijd is aan zijn eigen huis en tuin. Problemen door overlast, verloedering en onveiligheid komen aanzienlijk minder voor dan in vergelijkbare steden. Dat geldt ook voor overlast door drugs, drank en geweldsmisdrijven.

gevarieerde dorpen

Nauw verbonden met de verschillende landschappen, kent Apeldoorn een hele reeks dorpen en buurtschappen, met een sterke eigen identiteit. Op de Veluwe vormden Hoog Buurlo en Uddel al lang geleden agrarische nederzettingen. In Uddel is de overgang van het oude kampenlandschap naar de strakke moderne heideontginningen zeer markant. Hoenderloo ontstond wat later, met de heideontginningen en bebossingen uit de 19de eeuw. In diezelfde periode werd het dorp ontdekt als gezonde leefomgeving. Hoenderloo bestaat uit een dorpskern, een agrarisch woonlandschap en een landgoedachtig institutenmilieu. Hoog Soeren werd aan het einde van de negentiende eeuw ontdekt als aantrekkelijk verblijfslandschap. Hotels en een hele reeks villa’s liggen op de overgang van omsloten open ruimten en dichte bebossing. Het modernistische gebouw van Radio Kootwijk en de militaire enclave Nieuw-Milligen dateren uit de eerste decennia van de vorige eeuw.

Verbetering van het wegennet en vooral de aanleg van de spoorlijn naar Dieren (met station Beekbergen in Lieren) leidden in tweede helft van de negentiende eeuw al snel tot de ontdekking van Beekbergen als woondorp. Ook vestigden zich ‘instituten’ in de bosrijke omgeving en werd Beekbergen ontdekt als toeristisch oord. Beekbergen ontwikkelde zich van agrarisch lintdorp naar een ‘burgerdorp’ met een compacte kern. De ontwikkeling van Lieren is sterk met die van Beekbergen verweven. Het ontstond net als Beekbergen op de hogere gronden als een losse verzameling boerderijen en enken. Na de opening van het station (1871) groeide het dorp geleidelijk langs zijn linten uit. Dat kenmerkt Lieren nog steeds.

Door de aanwezigheid van sprengkoppen en beken ontstond in Loenen al in de zeventiende eeuw en bloeiende (papier)industrie. Van een verzameling boerderijen rond een brink groeide het uit naar een niet-agrarisch dorp. Na de Tweede Wereldoorlog werd Loenen steeds compacter. Het is een dorp met een historische en gevarieerde lintbebouwing, met daarachter kleine wijkjes uit verschillende tijdsperioden.

Wenum en Wiesel zijn beide ontstaan in de vroege middeleeuwen op de oostelijke flanken van de Veluwe in de nabijheid van beken, akkers en weidegronden. Om de akkers tegen zandverstuivingen te beschermen, werden houtwallen aangeplant die nu nog steeds het landschapsbeeld bepalen. Wenum en Wiesel vormen een woonlandschap met drie sferen: het agrarische dorp Wenum, het woonlandschap rond de Zwolseweg en de arcadische akkers rond Wiesel. Meer richting de IJssel liggen Beemte en (zuidelijker) Klarenbeek in de drooggelegde broeken van het weteringenlandschap. Beemte is een vrij oude nederzetting, ontstaan op een zandrug, waar een oude route zich splitst in twee wegen. Klarenbeek is pas in de negentiende eeuw ontstaan bij de ontginning van vochtige heidegronden. Het dorp bestaat uit lintbebouwing en kende ooit een protestantse Apeldoornse en een katholieke Voorster kant.

2.5 Bereikbaar én nabij

(inter)nationaal bereikbaar

De goede (inter)nationale bereikbaarheid is een belangrijke kracht van Apeldoorn. Vanuit Apeldoorn zijn grootstedelijke centra in de Randstad goed bereikbaar, evenals de middelgrote steden Zwolle, Arnhem, Deventer en Enschede. Dat maakt Apeldoorn als woongemeente aantrekkelijk. Maar ook economisch is de centrale ligging van Apeldoorn een belangrijke kwaliteit.

Al in de negentiende eeuw betekende de verharding van zandwegen, de aanleg van het Apeldoorns Kanaal en de spoorverbindingen met de Randstad en Oost-Nederland een flinke duw in de rug voor de economie van de stad. Na de voltooiing van de A1 en A50 in de jaren zeventig van de vorige eeuw nam de ontwikkeling van Apeldoorn als werkstad een nog grotere vlucht. In economisch opzicht is Apeldoorn vooral een autostad, misschien ook wel omdat het openbare vervoer op Zwolle en Arnhem ontbrekende schakels zijn in de hoogwaardige (inter)nationale railinfrastructuur. De treinverbinding in oost-west richting is goed. De grootschalige bedrijventerreinen in Apeldoorn worden vooral ontsloten door de snelwegen A1 en A50 en de vele grote kantoorcomplexen door ruim geprofileerde stedelijke radialen. Een stedelijke verkeersring draagt de interne bereikbaarheid van de stad Apeldoorn.

voorzieningen om de hoek

Een goede aansluiting op de wereld van grote (inter)nationale netwerken en stedelijke regio’s wordt in Apeldoorn gecombineerd met een opvallend fijnmazig aanbod aan voorzieningen in de directe leefomgeving. Zo zijn basisscholen, winkelvoorzieningen, apotheken en gezondheidscentra tot op buurtniveau aanwezig. Middelbaar onderwijs is georganiseerd op het niveau van grotere stadsdelen en sportvelden en sportzalen op het niveau van de wijken. Opvallend is het aantal goed uitgeruste wijkwinkelcentra: Anklaar, Hart van Zuid en De Eglantier. Het zijn echter vooral de vele kleinere winkelgebieden die zeer kenmerkend zijn. Maar liefst vijftien telt de stad Apeldoorn er. Het aanbod in deze kleine winkelgebieden bestaat overwegend uit een of meer winkels voor dagelijkse artikelen. Het winkelaanbod in de wijken en buurten scoort als rapportcijfer gemiddeld een 7,7. De koopkrachtbinding ligt gemiddeld op 96%. En dat is hoog, zelfs voor een sector als dagelijkse artikelen.

In de grotere dorpen binnen de gemeente stijgt het winkelaanbod en de variatie ervan uit boven dat van vergelijkbare dorpen elders in Nederland. Dat heeft alles te maken met het extra draagvlak dat het toerisme oplevert voor de middenstand. Het aanbod in Uddel en Hoenderloo bestaat in hoofdzaak uit winkels voor dagelijkse voorzieningen. Beekbergen, Klarenbeek en Loenen kennen daarnaast ook een relatief groot aanbod aan winkels voor niet-dagelijkse artikelen.

Afb_02707.JPG

voorzieningen om de hoek

2.6 Solide én vernieuwend

veelzijdig en solide

In de afgelopen vijftig jaar heeft Apeldoorn zich ontwikkeld tot een stad met een brede economische structuur. Met 95.000 arbeidsplaatsen is Apeldoorn, na Nijmegen, Arnhem en Enschede de stad met de grootste werkgelegenheid in Oost-Nederland. Sterk vertegenwoordigd zijn de financiële dienstverlening en informatietechnologie. Naast de IT zijn de maakindustrie, de zorg en caresector en de vrijetijdseconomie de belangrijke sectoren. Al deze sectoren bieden volop groei- en ontwikkelingskansen. Door de goede bereikbaarheid en de beschikbaarheid van bedrijventerrein Ecofactorij is logistiek en transport ook steeds meer een groeiende sector aan het worden in Apeldoorn.

Toerisme vormt in Apeldoorn al sinds jaar en dag een sterke economische basis. Op en rond de Veluwe vinden jaarlijks vele miljoenen overnachtingen plaats, waarvan ongeveer een kwart op Apeldoorns grondgebied. Hier liggen drie van de best bezochte Veluwse toeristische attracties: de Julianatoren, de Apenheul en Paleis het Loo. In Hoederloo ligt een van de entrees van park de Hoge Veluwe, met het bezoekerscentrum, Rijksmuseum Kröller-Müller en het Museonder. Jaarlijks komen honderdduizenden bezoekers naar park de Hoge Veluwe. Ongeveer 25% van alle Veluwse banen in de toeristische sector bevindt zich in Apeldoorn.

toegepast en solide

Met de hoofdvestiging van ROC Aventus en opleidingen als Hogere Hotelschool (onderdeel van

Saxion), de Politieacademie, de Fotovakschool, Hogeschool Wittenborg en Progresz beschikt Apeldoorn over een cluster van MBO- en HBO opleidingen. Op universitair niveau heeft Apeldoorn een theologische faculteit. De aanwezigheid van HBO-instellingen en technologisch universitair onderwijs (en dus ook van studenten) is daarmee lang niet zo breed als in vergelijkbare steden.

Ondanks het ontbreken van hoogwaardige Research- & Developmentcentra en kennisinstellingen, zijn de Apeldoornse bedrijven bovengemiddeld innovatief. Met name het omzetten en toepassen van hoogwaardige kennis naar nieuwe producten en procestechnieken gebeurt veel in de Apeldoornse bedrijven.Het accent ligt daarbij met name bij de kennisintensieve diensten.

Kenniseconomie.jpg
lieren01.JPG