Type plan: bestemmingsplan
Naam van het plan: Buitengebied 2007, 2e partiële herziening
Status: vastgesteld
Plan identificatie: NL.IMRO.0173.BP16035-va03

Artikel 5 Leiding - Water

5.1 Bestemmingsomschrijving
 
De voor 'Leiding - Water' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:
  1. een ondergrondse waterleiding ter plaatse van de aanduiding 'hartlijn leiding - water';
  2. het beheer en onderhoud van de leiding;
  3. de bescherming van het woon- en leefklimaat in verband met de leiding;
 met bijbehorende bouwwerken geen gebouwen zijnde.
5.2 Bouwregels
5.2.1 Algemeen
In afwijking van het bepaalde bij de andere bestemmingen (artikelen 3 tot en met  6) mag alleen ten behoeve van deze bestemming worden gebouwd.
5.2.2 Gebouwen
Gebouwen mogen niet worden gebouwd.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Bouwhoogte van bouwwerken geen gebouwen zijnde maximaal 3 m.
5.3 Afwijken van de bouwregels
Bij omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 5 lid 2 voor het bouwen overeenkomstig de andere bestemmingen, mits advies is verkregen van de leidingbeheerder.
5.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
5.4.1 Verbod
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning op de in artikel 5 lid 1 bedoelde gronden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:
  1. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  2. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  3. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  4. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen.
  5. het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
  6. het permanent opslaan van goederen.
5.4.2 Uitzondering op verbod
Geen omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5 lid 4.1 is nodig voor:
  1. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud en beheer betreffen;
  2. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende omgevingsvergunning.
5.4.3 Procedure
Een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 5 lid 4.1 wordt niet eerder verleend dan nadat advies is verkregen van de leidingbeheerder.