Plan: | Bestemmingsplan Wolbertdijk 6 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0173.BP16031-va01 |
3.1 Bestemmingsomschrijving
De geometrisch bepaalde, voor de functie wonen-2 binnen de hoofdbestemming WONEN aangewezen gronden, als vervat in de verbeelding, zijn bestemd voor:
a woondoeleinden, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis gebonden beroep;
b de huisvesting van twee huishoudens in één woonhuis (inwoning);
c de huisvesting van twee of drie huishoudens binnen de inhoud van het gebouw waarvan de oorspronkelijke woning reeds deel uitmaakt, mits dit noodzakelijk is voor de instandhouding van het (waardevolle) gebouw, met dien verstande dat:
I.
de huisvesting
van twee huishoudens uitsluitend is
toegestaan indien de inhoud van het
gebouw meer bedraagt dan
II.
de huisvesting
van drie huishoudens uitsluitend is
toegestaan indien de inhoud van het
gebouw meer bedraagt dan
III. de uiterlijke verschijningsvorm gehandhaafd blijft;
IV. het bepaalde onder 3 niet van toepassing is indien en voor zover door het (ver)bouwen de karakteristieke verschijningsvorm wordt hersteld dan wel verbeterd.
d
verblijfsrecreatie voorzieningen in
de vorm van de functie bed &
breakfast
tot een oppervlakte van niet meer
dan
e de functie buitenrenbaan (nieuwe aanduiding:drafbaan), zoals deze bestaat op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
f de waterhuishouding met daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, tuinen en erven, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding geen bebouwing geen gebouwen mogen worden gebouwd.
3.2
Bouwregels
3.2.1
Hoofdgebouwen in
casu
woonhuizen voldoen aan de volgende
kenmerken:
a per bouwvlak mag één vrijstaand woonhuis worden gebouwd;
b
de inhoud van
een woonhuis mag niet meer dan
c in afwijking van het bepaalde onder b geldt dat de inhoud van het woonhuis mag worden vergroot tot niet meer dan de inhoud van het gebouw waarvan de oorspronkelijke woning deel uitmaakt;
d
de afstand van
een vrijstaand woonhuis tot aan de
weg mag niet minder dan
e
de afstand van
een vrijstaand woonhuis en van de
vrijstaande zijde van een
aaneengebouwd woonhuis tot de
zijdelingse perceelgrens mag niet
minder dan
f
de goothoogte
mag niet meer dan
g
de bouwhoogte
mag niet meer dan
h
e breedte mag
niet minder dan
i de dakhelling mag niet minder dan 30° bedragen;
j in afwijking van het bepaalde onder d tot en met i geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden.
3.2.2
Aanbouwen,
uitbouwen, bijgebouwen en
overkappingen voldoen aan de
volgende kenmerken:
a
de gezamenlijke
oppervlakte van aanbouwen,
uitbouwen, aangebouwde bijgebouwen,
vrijstaande bijgebouwen en
overkappingen mag niet meer dan
b
een bijgebouw
mag op niet meer dan
c
de afstand van
een bijgebouw tot de zijdelingse
perceelgrens mag niet minder dan
d
de goothoogte
van een aanbouw, uitbouw,
overkapping of een aangebouwd
bijgebouw mag niet dan
e
de goothoogte
van een vrijstaand bijgebouw mag
niet meer dan
f
de bouwhoogte
van een vrijstaand bijgebouw mag
niet meer dan
g in afwijking van het bepaalde onder a tot en met f geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden, met dien verstande dat dit in ieder geval geldt voor die gebouwen die op de plankaart zijn aangegeven als zijnde “bijzonder gebouw met karakteristieke waarde”.
3.2.3
Andere-bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken:
a
indien zij vóór
de voorgevel of een naar de weg
gekeerde zijgevel van het woonhuis
of het verlengde daarvan mag worden
opgericht mag de bouwhoogte niet
meer dan
b
in overige
gevallen mag de bouwhoogte niet meer
dan
3.3
Ontheffing van
de bouwregels
3.3.1
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in:
a
3.1 en 3.2.3,
ten behoeve van een buitenrijbaan
tot een oppervlakte van maximaal
I.
de afstand
tussen de buitenrijbaan en de
bestaande rechtmatig geplaatste
bebouwing niet meer dan
II.
de afstand
tussen de buitenrijbaan en een
woning van derden niet minder dan
III.
verlichtingsvoorzieningen mogen
worden gebouwd tot een hoogte van
niet meer dan
b 3.1, ten behoeve van een kleinschalig kampeerterrein;
c
3.2.1 onder
e en toestaan dat de afstand
wordt verminderd tot
d 3.2.1 onder f en toestaan dat de goothoogte wordt vergroot tot de goothoogte van de bestaande bebouwing;
e
3.2.2 onder
a ten behoeve van de vervanging
van meerdere bijgebouwen, waarvan de
gezamenlijke oppervlakte op het
tijdstip van de
terinzagelegging van het
ontwerp van dit plan meer bedraagt
dan
3.3.2
Ontheffing als bedoeld in regel
3.3.1
kan slechts worden verleend, indien
geen onevenredige aantasting
plaatsvindt van:
a het straat- en bebouwingsbeeld;
b de woonsituatie;
c de verkeersveiligheid;
d de sociale veiligheid;
e de gebruiksmogelijkheden van de (aangrenzende) gronden.
3.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.1 wordt in ieder geval gerekend het gebruik van een vrijstaand bijgebouw voor zelfstandige bewoning.