Plan: | Bestemmingsplan Wolbertdijk 6 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0173.BP16031-va01 |
Opdrachtgever de heer N. Kienhuis Reininksweg 8 7562 PJ DeuRNINGEN
Adviesbureau Geofox-Lexmond
bv
Eektestraat 10-12
Postbus 221
7510 AE Oldenzaal
Tel. 0541 - 585544 Fax 0541 - 522935
Status Definitief
Datum September 2010
Projectnummer 20080951 |
Regels
Bestemmingsplan
Wolbertdijk 6 gemeente Oldenzaal
|
Inhoudsopgave
Hoofdstuk 1 Inleidende regels 1
Artikel 1. Begrippen 2
Artikel 2. Wijze van meten 7
Hoofdstuk 2
Bestemmingsregels
8
Artikel 3. Wonen 9
Artikel 4. Bos 12
Hoofdstuk 3
Algemene regels
13
Artikel 5. Anti-dubbeltelregel 14
Artikel 6. Algemene bouwregels 15
Artikel 7. Algemene gebruiksregels 16
Artikel 8. Algemene ontheffingsregels 17
Artikel 9. Algemene procedureregels 18
Artikel 10. Overige regels 19
Hoofdstuk 4
Overgangs- en slotregels
20
Artikel 11. Overgangsrecht 21
Artikel 12. Slotregel 22
Artikel 1 Begrippen
Artikel 2 Wijze van meten
2.1 Gebouwen en bouwwerken
2.2 Ondergeschikte bouwdelen
2.3 Maatvoering
2.4 Meten
Artikel 1
Begrippen
In deze regels wordt verstaan onder:
plan
het bestemmingsplan “Wolbertdijk
bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand NL.IMRO. 0173.BP16031-va01.gml met de bijbehorende regels en eventuele bijlagen;
de verbeelding
de analoge en digitale voorstelling van de in het plan opgenomen digitale ruimtelijke informatie;
aanduiding
een geometrisch bepaald vlak of figuur waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
aanduidingsgrens
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
aanbouw
een gebouw dat als afzonderlijke ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw waarmee het in directe verbinding staat, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonische opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
aan huis verbonden beroep
een dienstverlenend beroep, dat in of bij een woning wordt uitgeoefend, waarbij de woning in overwegende mate de woonfunctie behoudt en dat een ruimtelijke uitwerking of uitstraling heeft die met de woonfunctie in overeenstemming is;
agrarisch bedrijf
een bedrijf dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren, daaronder niet begrepen een glastuinbouwbedrijf, een champignonkwekerij, een gebruiksgerichte paardenhouderij of een wormenkwekerij;
ander-bouwwerk
een bouwwerk, geen bouwwerk zijnde;
ander-werk
een werk, geen bouwwerk zijnde;
archeologische waarde
de waarde die van belang is voor de archeologie en voor de kennis van de beschavingsgeschiedenis;
bebouwing
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen bouwwerk zijnde;
bebouwingspercentage
de bebouwde oppervlakte van de gebouwen uitgedrukt in procenten van de totale oppervlakte van nader aangegeven gronden;
bed & breakfast
het bieden van de, ten opzicht van het hoofdgebruik ondergeschikte, mogelijkheid tot recreatief nachtverblijf en ontbijt aan personen die hun hoofdverblijf elders hebben;
bedrijf
een bedrijfseconomische eenheid, gericht op het behalen van winst;
bedrijfsgebouw
een gebouw, dat dient voor uitoefening van een bedrijf;
bedrijfsmatige exploitatie
het via een bedrijf, stichting of andere rechtspersoon voeren van een zodanig beheer/exploitatie dat in de logiesverblijven permanent wisselende recreatieve (nachts)verblijfsmogelijkheden geboden worden;
bedrijfswoning/dienstwoning
een woning in of bij een gebouw of op een terrein, kennelijk slechts bedoeld voor (het huishouden van) een persoon, wiens huisvesting daar gelet op de bestemming van het gebouw of het terrein noodzakelijk is;
beroeps- c.q. bedrijfsvloeroppervlakte
de totale vloeroppervlakte van de ruimte die wordt gebruikt voor een aan-huis-verbonden beroep dan wel een (dienstverlenend) bedrijf of een dienstverlenende instelling, inclusief opslag- en administratieruimten en dergelijke;
bestemmingsgrens
de grens van een bestemmingsvlak;
bestemmingsvlak
een geometrisch bepaald vlak met een zelfde bestemming;
Bevi-inrichting
een inrichting als bedoeld in artikel 2 lid 1 van het Besluit externe veiligheid inrichtingen;
bijgebouw
een op zichzelf staand, al dan niet vrijstaand gebouw, dat door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
boerderijkamer
(deel van) een (voormalig) agrarisch gebouw welke blijvend is bestemd voor recreatief nachtverblijf, waarbij wordt overnacht in kamers en dat, al dan niet in combinatie met dagverblijf, beschikbaar is;
bouwen
het
plaatsen, het geheel of gedeeltelijk
oprichten, vernieuwen of veranderen en het
vergroten van een bouwwerk, alsmede het
geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen
of veranderen van een standplaats;
bouwgrens
de grens van een bouwvlak;
bouwlaag
een doorlopend gedeelte van een gebouw dat door op gelijke of bij benadering gelijke hoogte liggende vloeren of balklagen is begrensd, zulks met inbegrip van de begane grond en met uitsluiting van onderbouw en zolder;
bouwperceel
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar horende bebouwing is toegelaten;
bouwperceelgrens
de grens van een bouwperceel;
bouwvlak
een geometrisch bepaald vlak, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels bepaalde gebouwen en bouwwerken geen gebouwen zijnde, zijn toegelaten;
bouwvlakgrens:
een op de verbeelding aangegeven lijn, die de grens vormt van een bouwvlak;
bouwwerk
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond;
buitenrijbaan
een omheind terrein, ten behoeve van het berijden van paarden;
cultuurhistorische waarde
de aan een bouwwerk of gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens inde loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt;
dak
iedere bovenbeëindiging van een gebouw;
eerste bouwlaag
de bouwlaag op de begane grond;
eerste verdieping
tweede bouwlaag van een hoofdgebouw, een souterrain of kelder niet daaronder begrepen;
erotisch getinte vermaakfunctie
een vermaaksfunctie, welke is gericht op het doen plaatsvinden van voorstellingen en/of vertoningen van porno-erotische aard, waaronder begrepen een seksbioscoop, een seksclub en een seksautomatenhal;
gebouw
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;
hoofdgebouw
een gebouw dat, gelet op de bestemming, als het belangrijkste bouwwerk op een bouwperceel kan worden aangemerkt;
horecabedrijf
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, al dan niet in samenhang met het bedrijfsmatig verschaffen van logies en/of het exploiteren van zaalaccommodatie, met uitzondering van een discotheek;
horizontale diepte van een gebouw
de lengte van een gebouw, gemeten loodrecht vanaf de naar de weg gekeerde gevel;
huishouden
een persoon of groep personen die een huishouding voert;
inwoning
de huisvesting van twee huishoudens in één woning;
kampeermiddel
een tent, tentwagen, kampeerauto of caravan, niet zijnde een stacaravan, en dienend voor recreatief nachtverblijf;
kampeerterrein
terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en blijkens die inrichting bestemd om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;
kleinschalig kampeerterrein
een kampeerterrein voor ten hoogte 25 kampeermiddelen gedurende de periode van 15 maart tot en met 31 oktober;
landschappelijke waarde
de aan een gebied toegekende waarde, in verband met de waarneembare verschijningsvorm van dat gebied;
maatschappelijke voorzieningen
educatieve, sociaal-medische, sociaal-culturele en levensbeschouwelijke voorzieningen, voorzieningen ten behoeve van openbare dienstverlening, alsook ondergeschikte detailhandel en horeca ten dienste van deze voorzieningen;
natuurwetenschappelijke waarde
aan een gebied toegekende waarde in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen, voorkomend in dat gebied;
normale onderhouds- of exploitatiewerkzaamheden
werkzaamheden die regelmatig noodzakelijk zijn voor een goed beheer van de gronden, waaronder begrepen de handhaving dan wel de realisering van de bestemming;
onderbouw
een bouwlaag die geheel of gedeeltelijk is gelegen beneden peil;
onderkomens
voor verblijf geschikte al dan niet aan de bestemming onttrokken voer- en vaartuigen en kampeermiddelen;
overkapping
een grondgebonden bouwwerk van één bouwlaag;
peil
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang direct aan de weg grens:
de hoogte van de weg ter plaatse van die hoofdtoegang;
voor een bouwwerk op een perceel, waarvan de hoofdtoegang niet direct aan de weg grenst:
de hoogte van het terrein ter hoogte van de hoofdtoegang bij voltooiing van de bouw;
prostitutie
het zich beschikbaar stellen tot het verrichten van seksuele handelingen met een ander tegen vergoeding;
recreatief medegebruik
een recreatief gebruik van de gronden dat ondergeschikt is aan de functie van de bestemming waarbinnen dit recreatief gebruik is toegestaan;
recreatieve bewoning
de bewoning die plaatsvindt in het kader van de weekend- en/of verblijfsrecreatie;
recreatiewoning
een gebouw dat periodiek dient voor recreatief (nacht)verblijf voor wisselende groepen van recreanten die hun hoofdverblijf elders hebben;
seksinrichting
de voor het publiek toegankelijke besloten ruimte waarin bedrijfsmatig, of in de omvang alsof zij bedrijfsmatig was, seksuele handelingen worden verricht, of vertoningen van erotisch/pornografische aard plaatsvinden. Onder seksinrichting wordt in ieder geval verstaan: een prostitutiebedrijf, alsmede een erotische massagesalon, een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater of een parenclub, al dan niet in combinatie met elkaar;
uitbouw
een gebouw dat als vergroting van een bestaande ruimte is gebouwd aan een hoofdgebouw, welk gebouw door de vorm onderscheiden kan worden van het hoofdgebouw en dat in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan het hoofdgebouw; functionele ondergeschiktheid is niet vereist;
verticale diepte van een gebouw
de diepte van een gebouw, gemeten vanaf de onderzijde van de begane grondvloer;
voorgevel
de naar de weg toegekeerde gevel van een gebouw of, indien een perceel met meerdere zijden aan een weg grenst, de als zodanig door burgemeester en wethouders aan te wijzen gevel;
woning
een complex van ruimten, uitsluitend bedoeld voor de huisvesting van één afzonderlijk huishouden;
woonhuis
een gebouw, hetzij vrijstaand, hetzij aaneengebouwd, dat slechts één woning omvat.
Artikel 2 Wijze van meten
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1
Gebouwen en bouwwerken
de breedte van een gebouw
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van de scheidingsmuren;
de dakhelling
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak;
de goothoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel;
de inhoud van een bouwwerk
tussen de bovenzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen;
de bouwhoogte van een bouwwerk
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen;
de oppervlakte van een bouwwerk
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.2
Ondergeschikte bouwdelen
Bij het meten worden ondergeschikte
bouwdelen, als plinten, pilasters, kozijnen,
gevelversieringen, ventilatiekanalen,
schoorstenen, gevel- en kroonlijsten,
luifels, balkons en overstekende daken
buiten beschouwing gelaten, mits de
overschrijding van bouwvlak- of
bestemmingsgrenzen niet meer dan
2.3
Maatvoering
Alle maten zijn tenzij anders aangegeven:
a. voor lengten in meters (m);
b. voor oppervlakten in vierkante meters (m²);
c. voor inhoudsmaten in kubieke meters (m³);
d. voor verhoudingen in procenten (%);
e. voor hoeken/hellingen in graden (°).
2.4
Meten
Bij de toepassing van deze voorschriften wordt gemeten tot of vanuit het hart van de lijn.
Artikel 3 Wonen
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.2 Bouwregels
3.3 Ontheffing bouwregels
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.5 Ontheffing gebruiksregels
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Artikel 4 Bos
4.1 bestemmingsomschrijving
4.2 bouwregels
4.3 Specifieke gebruiksregels
Artikel 3 Wonen
3.1 Bestemmingsomschrijving
De geometrisch bepaalde, voor de functie wonen-2 binnen de hoofdbestemming WONEN aangewezen gronden, als vervat in de verbeelding, zijn bestemd voor:
a woondoeleinden, al dan niet in combinatie met ruimte voor een aan huis gebonden beroep;
b de huisvesting van twee huishoudens in één woonhuis (inwoning);
c de huisvesting van twee of drie huishoudens binnen de inhoud van het gebouw waarvan de oorspronkelijke woning reeds deel uitmaakt, mits dit noodzakelijk is voor de instandhouding van het (waardevolle) gebouw, met dien verstande dat:
I.
de huisvesting van twee
huishoudens uitsluitend is toegestaan indien
de inhoud van het gebouw meer bedraagt dan
II.
de huisvesting van drie
huishoudens uitsluitend is toegestaan indien
de inhoud van het gebouw meer bedraagt dan
III. de uiterlijke verschijningsvorm gehandhaafd blijft;
IV. het bepaalde onder 3 niet van toepassing is indien en voor zover door het (ver)bouwen de karakteristieke verschijningsvorm wordt hersteld dan wel verbeterd.
d
verblijfsrecreatie
voorzieningen in de vorm van de functie bed
& breakfast tot een oppervlakte van niet
meer dan
e de functie buitenrenbaan (nieuwe aanduiding:drafbaan), zoals deze bestaat op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
f de waterhuishouding met daarbij behorende gebouwen, andere bouwwerken, tuinen en erven, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding geen bebouwing geen gebouwen mogen worden gebouwd.
3.2
Bouwregels
3.2.1
Hoofdgebouwen in casu woonhuizen voldoen aan
de volgende kenmerken:
a per bouwvlak mag één vrijstaand woonhuis worden gebouwd;
b
de inhoud van een
woonhuis mag niet meer dan
c in afwijking van het bepaalde onder b geldt dat de inhoud van het woonhuis mag worden vergroot tot niet meer dan de inhoud van het gebouw waarvan de oorspronkelijke woning deel uitmaakt;
d
de afstand van een
vrijstaand woonhuis tot aan de weg mag niet
minder dan
e
de afstand van een
vrijstaand woonhuis en van de vrijstaande
zijde van een aaneengebouwd woonhuis tot de
zijdelingse perceelgrens mag niet minder dan
f
de goothoogte mag niet
meer dan
g
de bouwhoogte mag niet
meer dan
h
e breedte mag niet
minder dan
i de dakhelling mag niet minder dan 30° bedragen;
j in afwijking van het bepaalde onder d tot en met i geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden.
3.2.2
Aanbouwen, uitbouwen,
bijgebouwen en overkappingen voldoen aan de
volgende kenmerken:
a
de gezamenlijke
oppervlakte van aanbouwen, uitbouwen,
aangebouwde bijgebouwen, vrijstaande
bijgebouwen en overkappingen mag niet meer
dan
b
een bijgebouw mag op
niet meer dan
c
de afstand van een
bijgebouw tot de zijdelingse perceelgrens
mag niet minder dan
d
de goothoogte van een
aanbouw, uitbouw, overkapping of een
aangebouwd bijgebouw mag niet dan
e
de goothoogte van een
vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan
f
de bouwhoogte van een
vrijstaand bijgebouw mag niet meer dan
g in afwijking van het bepaalde onder a tot en met f geldt dat afwijkingen in maten en afmetingen, zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, gehandhaafd mogen worden, met dien verstande dat dit in ieder geval geldt voor die gebouwen die op de plankaart zijn aangegeven als zijnde “bijzonder gebouw met karakteristieke waarde”.
3.2.3
Andere-bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken:
a
indien zij vóór de
voorgevel of een naar de weg gekeerde
zijgevel van het woonhuis of het verlengde
daarvan mag worden opgericht mag de
bouwhoogte niet meer dan
b
in overige gevallen mag
de bouwhoogte niet meer dan
3.3
Ontheffing van de
bouwregels
3.3.1
Burgemeester en wethouders kunnen vrijstelling verlenen van het bepaalde in:
a
3.1 en 3.2.3,
ten behoeve van een buitenrijbaan tot een
oppervlakte van maximaal
I.
de afstand tussen de
buitenrijbaan en de bestaande rechtmatig
geplaatste bebouwing niet meer dan
II.
de afstand tussen de
buitenrijbaan en een woning van derden niet
minder dan
III.
verlichtingsvoorzieningen mogen worden
gebouwd tot een hoogte van niet meer dan
b 3.1, ten behoeve van een kleinschalig kampeerterrein;
c
3.2.1 onder e en
toestaan dat de afstand wordt verminderd tot
d 3.2.1 onder f en toestaan dat de goothoogte wordt vergroot tot de goothoogte van de bestaande bebouwing;
e
3.2.2 onder a
ten behoeve van de vervanging van meerdere
bijgebouwen, waarvan de gezamenlijke
oppervlakte op het tijdstip van de
terinzagelegging van het ontwerp van dit
plan meer bedraagt dan
3.3.2
Ontheffing als bedoeld in regel 3.3.1
kan slechts worden verleend, indien geen
onevenredige aantasting plaatsvindt van:
a het straat- en bebouwingsbeeld;
b de woonsituatie;
c de verkeersveiligheid;
d de sociale veiligheid;
e de gebruiksmogelijkheden van de (aangrenzende) gronden.
3.4
Specifieke gebruiksregels
Tot een met de bestemming strijdig gebruik als bedoeld in artikel 7.1 wordt in ieder geval gerekend het gebruik van een vrijstaand bijgebouw voor zelfstandige bewoning.
4.1 Bestemmingsomschrijving
De geometrisch bepaalde, voor de functie bos binnen de hoofdbestemming BOS aangewezen gronden, als vervat in de verbeelding, zijn bestemd voor:
a bos, bebossing en groenvoorzieningen;
b infrastructurele voorzieningen, zoals deze bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerp van dit plan;
c waterhuishouding en waterberging;
d het behoud, het herstel en/of de ontwikkeling van de natuurwetenschappelijke, ecologische en landschappelijke waarden, zoals het aanleggen van waterlopen, beken daaronder begrepen.
met daarbij behorende andere-bouwwerken, voorzieningen en terreinen.
4.2
Bouwregels
4.2.1
Op de tot
BOS bestemde gronden mogen uitsluitend
worden gebouwd andere-bouwwerken ten dienste
van de bestemming, met dien verstande dat de
hoogte niet meer dan
4.3
Specifieke gebruiksregels
4.3.1
Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken of werkzaamheden uit te voeren:
a het vellen en rooien van bomen en andere houtopstanden;
b
het aanbrengen van
oppervlakteverhardingen groter dan
c het aanlegen of verharden van wegen en paden;
d het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van recreatief of educatief medegebruik;
e het aanbrengen van bovengrondse en/of ondergrondse transport-, energie-, of telecommunicatieleidingen en daarmee verband houdende contructies, installaties of apparatuur, met uitzondering van het aanbrengen van leidingen ten behoeve van de aansluiting van percelen op het openbare voorzieningennet.
4.3.2
Het in 4.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op werken en werkzaamheden welke:
a het normale onderhoud en/of de normale exploitatie betreffen;
b reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan.
4.3.3
De in 4.3.1 genoemde vergunning wordt slechts verleend indien door de werken en/of werkzaamheden dan wel door de daarvan (direct of indirect) te verwachten gevolgen de waarden van deze gronden niet onevenredig (kunnen) worden geschaad, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig (kunnen) worden verkleind.
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Artikel 6 Algemene bouwregels
6.1
6.2
6.3
Artikel 7 Algemene gebruiksregels
7.1
7.2
Artikel 8 Algemene ontheffingsregels
8.1
8.2
Artikel 9 Algemene procedureregels
Artikel 10 Overige regels
Artikel 5 Antidubbeltelbepaling
Grond welke eenmaal op basis van deze voorschriften in aanmerking werd of moest worden genomen bij het verlenen van een bouwvergunning, waaraan uitvoering is of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere aanvragen om bouwvergunning buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene bouwregels
6.1
In die gevallen dat de bestaande goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand tot enige op de verbeelding aangegeven lijn van bouwwerken, die in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand zijn gekomen, minder dan wel meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven respectievelijk toegestaan, geldt die goothoogte, bouwhoogte, oppervlakte, inhoud en/of afstand in afwijking daarvan als minimaal respectievelijk maximaal toegestaan.
6.2
In die gevallen dat een bestaand bebouwingspercentage, dat in overeenstemming met het bepaalde in de Woningwet tot stand is gekomen, meer bedraagt dan in de bouwregels in hoofdstuk 2 van deze regels is voorgeschreven, geldt dat bebouwingspercentage in afwijking daarvan als maximaal toegestaan.
6.3
De voorschriften van de bouwverordening ten aanzien van onderwerpen van stedenbouwkundige aard blijven overeenkomstig het gestelde in artikel 9 lid 2 van de Woningwet buiten toepassing, behoudens ten aanzien van de volgende onderwerpen:
a de bereikbaarheid van gebouwen voor wegverkeer;
b de bereikbaarheid van gebouwen voor gehandicapten;
c het bouwen bij hoogspanningsleidingen en ondergrondse hoofdtransportleidingen;
d de parkeergelegenheid en laad- en losmogelijkheden.
Artikel 7 Algemene gebruiksregels
7.1
Onder verboden gebruik als bedoeld in artikel 7.10 eerste lid Wro wordt in ieder geval verstaan:
a een gebruik van de gronden en bouwwerken op een wijze of tot een doel, strijdig met de aan de grond gegeven bestemming;
b een gebruik van gronden en bouwwerken voor een seksinrichting dan wel ten behoeve van prostitutie.
7.2
Onder verboden gebruik als bedoeld in regel 7.1 onder a wordt niet verstaan het gebruik of het laten gebruiken van gronden ten behoeve van kortstondige, incidentele evenementen, festiviteiten en manifestaties, het innemen van standplaats, indien en voor zover daarvoor ingevolge een wettelijk voorschrift een vergunning, ontheffing of vrijstelling is vereist en deze is verleend.
Artikel 8 Algemene ontheffingsregels
8.1
Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:
a de bij recht in de voorschriften gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
b de bestemmingsplanbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geven;
c de bestemmingsbepalingen met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein, mits de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de ontheffing gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan;
d
de
bestemmingsbepalingen ten aanzien van de
hoogte van andere bouwwerken en toestaan dat
de hoogte wordt vergroot tot niet meer dan
e
de
bestemmingsbepalingen ten aanzien van de
hoogte van andere bouwwerken en toestaan dat
de hoogte van kunstwerken en van zend-,
ontvang- en/of sirenemasten wordt vergroot
tot niet meer dan
f de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:
I. plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen;
II. gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;
III.
(hoek)erkers over
maximaal de halve gevelbreedte,
ingangspartijen, luifels, balkons en
galerijen, mits de bouwvlakgrens met niet
meer dan
g
het bepaalde over de
afstand van uitbouwen tot aan de voorgevel
en het verlengde daarvan voor het bouwen van
(hoek)erkers, mits de diepte van de
(hoek)erker, gemeten uit de zijgevel, niet
meer bedraagt dan
h het bepaalde ten aanzien van de maximale bouwhoogte van gebouwen en toestaan dat de bouwhoogte wordt vergroot ten behoeve van plaatselijke verhogingen, zoals schoorstenen, luchtkokers, liftkokers en lichtkappen;
i de bestemmingsbepalingen ten behoeve van jaarlijkse evenementen, festiviteiten en/of manifestaties.
8.2
Ontheffingen als bedoeld in artikel 8.1 kunnen slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
a. het straat- en bebouwingsbeeld;
b. de woonsituatie;
c. de milieusituatie;
d. de verkeersveiligheid;
e. de sociale veiligheid;
f. de gebruiksmogelijkheden van de (aangrenzende) gronden.
Artikel 9 Algemene procedureregels
Bij de voorbereiding van besluiten tot verlening van ontheffing, vrijstelling en wijziging van het plan is de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld in Afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Overtreding van het bepaalde in de artikelen 7.1 en 11.2.3 is een strafbaar feit als bedoeld in artikel 1a onder 2° van de Wet op de Economische Delicten.
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1 Overgangsrecht bouwwerken
11.2 Overgangsrecht gebruik
Artikel 12 Slotregel
Artikel 11 Overgangsrecht
11.1
Overgangsrecht bouwwerken
11.1.1
Bouwwerken, die op het tijdstip van de eerste terinzagelegging van het ontwerp van dit plan bestaan dan wel worden gebouwd of kunnen worden gebouwd met inachtneming van het bepaalde in of krachtens de Woningwet, en in enigerlei opzicht van het plan afwijken, mogen, mits de bestaande afwijkingen naar de aard en omvang niet worden vergroot:
a gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
b na het tenietgaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de bouwvergunning geschiedt binnen twee jaar na het tenietgaan.
11.1.2
Het bepaalde in 11.1.1 is niet van toepassing op bouwwerken, die weliswaar bestaan op het tijdstip van de terinzagelegging van het ontwerp van dit plan, doch zijn gebouwd zonder of in afwijking van een bouwvergunning - voor zover vereist - in strijd met het toen geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
11.2
Overgangsrecht gebruik
11.2.1
Het gebruik van gronden en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan en dat strijdig is met het plan mag worden voorgezet.
11.2.2
Het bepaalde in 11.2.1 is niet van toepassing op het gebruik dat al in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
11.2.3
Het is
verboden het met het plan strijdige gebruik
te wijzigen, tenzij de strijdigheid van dat
gebruik ten opzichte van het gebruik
overeenkomstig de bestemmingen in dit plan,
naar de aard en omvang niet wordt vergroot.
Artikel 12 Slotregel
Deze regels kunnen worden aangehaald als:
”REGELS
BESTEMMINGSPLAN WOLBERTDIJK
september 2010.
Aldus vastgesteld door de Raad in de vergadering d.d.
, Voorzitter
, Griffier
Bijlage 1 Inrichtingsschets |
Bijlage 2 Bodem onderzoek |
Bijlage 3 Akoestisch onderzoek
|
Bijlage 4 Ecologisch onderzoek |
Bijlage 5 Verbeelding |
Colofon
Auteurs de heer R.A. Schoemaker
Controle / vrijgave Mevrouw M.T. Bennen
Opletten: bij onjuist gebruik
van logo’s kan het certificaat
worden ingetrokken
|