Plan: | Herontwikkeling Olieveld Schoonebeek - Locatie Rossum-Weerselo 6 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0173.BP16030-va02 |
Omgevingsvisie Overijssel
De opvolger van het Streekplan Overijssel 2000+, de Omgevingsvisie Overijssel, is op 1 juli 2009 door Provinciale Staten vastgesteld. Leidende thema's voor de Omgevingsvisie zijn:
De definitie van duurzaamheid luidt: “duurzame ontwikkeling voorziet in de behoefte aan de huidige generatie, zonder voor toekomstige generaties de mogelijkheden in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien”. Duurzaamheid vraagt om een transparante afweging van ecologische, economische en sociaal-culturele beleidsambities.
De definitie van ruimtelijke kwaliteit luidt: “de goede functie op de goede plek op de goede manier ingepast in de omgeving”. Ruimtelijke kwaliteit is het resultaat (bedoeld en onbedoeld) van menselijk handelen en natuurlijke processen. De provincie wil ruimtelijke kwaliteit realiseren door naast bescherming ook vooral in te zetten op het verbinden van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen, de essentiële gebiedskenmerken zijn daarbij uitgangspunt.
De hoofdambitie van de omgevingsvisie is een toekomstvaste groei van welvaart en welzijn met een verantwoord beslag op de beschikbare natuurlijke hulpbronnen en voorraden. Enkele belangrijke beleidskeuzes waarmee de provincie haar ambities wil realiseren zijn:
De opgaven, kansen, beleidsambities en ruimtelijke kwaliteitsambities voor de provincie zijn geschetst in ontwikkelingsperspectieven voor de groene omgeving en stedelijke omgeving. Voor het plangebied van Rossum-Weerselo 6 is het ontwikkelingsperspectief van de groene omgeving (schoonheid van de moderne landbouw) relevant. Dit ontwikkelingsperspectief omvat de gebieden waar het ruimtelijk raamwerk van lanen, waterlopen, lintbebouwingen en bosstroken optimaal in harmonie zijn met deze schaalvergroting. De kwaliteitsambitie is om de diverse landschappen herkenbaar te houden ten opzichte van elkaar en verschillen en contrasten binnen deze landschappen te accentueren.
Door naast bescherming vooral in te zetten op het verbinden van bestaande kwaliteiten en nieuwe ontwikkelingen wordt ruimtelijke kwaliteit gerealiseerd. Hierbij zijn de gebiedskenmerken van provinciaal belang ons uitgangspunt. Dit zijn de ruimtelijke kenmerken van een gebied of een gebiedstype die bepalend zijn voor de karakteristiek en kwaliteit ervan.
Bepalend voor het plangebied is de ligging in het oude hoevenlandschap. Dit landschap heeft in essentie hetzelfde patroon en dezelfde kwaliteiten als het essenlandschap, maar is jonger, ontstaan op een kleinschaliger patroon in de ondergrond (kleine dekzandkopjes), opgebouwd vanuit individuele erven en daardoor kleiner van schaal. Verder wordt het gebied gekenmerkt door de afwisseling van opgewaaide ruggen en uitgesleten beekdalen en de daarbij horende hoogteverschillen. Daarnaast zijn de beekdalen en natte laagtes belangrijke ruimtelijke en functionele dragers van dit zandgebied.
De voorgenomen ontwikkeling van het plangebied als waterinjectielocatie is niet in strijd met de generieke beleidskeuze, het ontwikkelingsperspectief en de gebiedskenmerken in de omgevingsvisie. In de als bijlage bij de Omgevingsvisie behorende Visie op de Ondergrond wordt aangegeven dat voor wat betreft het gebruik van de ondergrond voor het bergen/opslaan van (afval)stoffen aangesloten wordt bij het Landelijk Afvalstoffenplan (LAP). Waterinjectie in (leeggeproduceerde) gasvelden past binnen de kaders van het LAP.
Ruimtelijk gezien betreft de voorgenomen ontwikkeling slechts een verandering in het gebruik van gaswinning naar waterinjectie op een bestaande locatie van de Nederlandse Aardolie Maatschappij. De waterinjectie is noodzakelijk in het oliewinningsproces in Drenthe. De locatie wordt fysiek niet uitgebreid, wel wordt een greenwall als landschapselement toegevoegd.
Omgevingsverordening
De Omgevingsverordening (1 juli 2009) zorgt voor de juridische borging van de Omgevingsvisie. De Omgevingsverordening heeft de status van:
De omgevingsverordening is op 1 september 2009 in werking getreden.