| Plan: | Herontwikkeling Olieveld Schoonebeek - Locatie Rossum-Weerselo 6 |
|---|---|
| Status: | vastgesteld |
| Plantype: | bestemmingsplan |
| IMRO-idn: | NL.IMRO.0173.BP16030-va02 |
Het Besluit milieueffectrapportage (Besluit m.e.r.) van 1994 (gewijzigd op 7 mei 1999 en 5 februari 2005) geeft aan voor welke activiteiten de m.e.r.-procedure verplicht is en voor welke activiteiten er een beoordelingsplicht geldt. De procedure is vastgelegd in de Wet milieubeheer.
Bij het winningproces komt naast olie ook injectiewater vrij (deels afkomstig van de geïnjecteerde stoom die wordt gebruikt om de olie uit de grond halen). De NAM heeft het voornemen het vrijkomende injectiewater in de diepe ondergrond van verschillende voormalige gaswinninglocaties in Twente te injecteren. De oprichting van een inrichting bestemd voor het storten of het in de diepe ondergrond brengen van niet gevaarlijke afvalstoffen, niet zijnde baggerspecie, is volgens het Beluit m.e.r. m.e.r.-plichtig .
Ten behoeve van de milieuvergunningaanvraag is een MER “Herontwikkeling olieveld Schoonebeek” opgesteld waarin ook de waterinjectielocaties in Twente zijn meegenomen.
Voor de m.e.r.-procedure heeft Gedeputeerde Staten van Drenthe de rol van coördinerend bevoegd gezag op zich genomen.
De m.e.r.-procedure is van start gegaan met de publicatie van de startnotitie m.e.r. in juni 2004. Na inspraak heeft de onafhankelijke Commissie m.e.r. in oktober 2004 een advies opgesteld voor de inhoud van de richtlijnen. Aansluitend heeft het bevoegd gezag in november 2004 de richtlijnen voor de inhoud van het MER definitief vastgelegd. Deze 'Richtlijnen milieueffectrapport herontwikkeling olieveld Schoonebeek' geven aan welke onderwerpen in het milieueffectonderzoek moeten worden onderzocht.
De MER Herontwikkeling Olieveld Schoonebeek is aan de hand van deze richtlijnen opgesteld.
Het m.e.r. is gekoppeld aan de besluitvormingsprocedure voor vergunningverlening van de Wet milieubeheer. Het MER is opgesteld voor de besluitvorming over de vergunningverlening voor het opnieuw in gebruik nemen van het olieveld Schoonebeek. Daarnaast is het MER opgesteld ten behoeve van de noodzakelijke wijzigingen van diverse bestemmingsplannen. De MER heeft inmiddels de inspraakprocedure doorlopen. De Commissie MER heeft een positief eindadvies uitgebracht.
De onderzoeken die zijn verricht ten behoeve van de MER liggen ook ten grondslag aan dit, en de andere, bestemmingsplannen.
Voor de waterinjectie is de voorgenomen activiteit benoemd en zijn alternatieven onderzocht op hun effecten: basisaltenatief, hergebruik alternatief, beperkt zuiveren alternatief en voorkeursalternatief.
Voor de waterinjectie is ingestoken op het voorkeursalternatief. In de voorgenomen activiteit wordt het injectiewater samen met de operationele vloeistoffen en injectiewaterachtige waterstromen geïnjecteerd in leeggeproduceerde gasvelden. Daarbij is gekozen voor de gasvelden in Twente, te weten Rossum- Weerselo, Tubbergen-Mander en Tubbergen. Voor de waterafvoerleiding wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van de bestaande gasleidingen.
Er zijn twee varianten onderzocht voor het injecteren van injectiewater met operationele vloeistoffen en injectiewaterachtige waterstromen. Bij de eerste variant wordt het te injecteren water bij de oliebehandelingsinstallatie (OBI) eerst (beperkt) gezuiverd. Bij de tweede variant vindt geen waterinjectie plaats, maar wordt voor de gehele waterstroom een waterzuivering gebouwd, waarin het water tot ultrapuur water voor de waterkerncentrale (WKC) wordt verwerkt. Bij deze tweede variant is geen waterafvoerleiding nodig.
Naast de variant van het hergebruik van het injectiewater, zijn er ook enkele varianten voor de verwerking van injectiewater die al vroegtijdig in het proces zijn afgevallen vanwege technische en milieuredenen. Het gaat hier om: