direct naar inhoud van 3.4 Wet milieubeheer (Wm)
Plan: Jufferbeek - Zuid 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP14005-va01

3.4 Wet milieubeheer (Wm)

Bedrijven die in de nabijheid van woningen zijn gesitueerd kunnen voor overlast/hinder zorgen. Deze hinderproblematiek kan uit een aantal factoren van het productieproces voortvloeien, zoals lawaai, trillingen, geur en andere vormen van hinder. Hier is de Wet milieubeheer het aangewezen instrument om, eventueel met toepassing van andere wetgeving op het gebied van de milieuhygiëne, mogelijke vormen van hinder en/of verontreiniging te voorkomen. Dat neemt overigens niet weg dat, daar de Wet milieubeheer slechts regels bevat met betrekking tot de technische hinder van een specifiek bedrijf, ook in het bestemmingsplan aandacht dient te worden besteed aan de ruimtelijke consequenties die aan bepaalde bedrijfsvestigingen zijn verbonden. Daardoor is het mogelijk dat op voorhand een beeld wordt gegeven over de toelaatbaarheid van bepaalde bedrijven en niet uitsluitend behoeft te worden gewacht tot het moment van toetsing aan de milieuwetgeving.

Ter bevordering van de coördinatie milieuwetgeving/ruimtelijke ordening wordt ter beoordeling van de aanvaardbaarheid van bedrijven op verschillende afstanden van het woonmilieu veelal gebruik gemaakt van de Staat van Bedrijfsactiviteiten (bedrijvenlijst) zoals opgenomen in de VNG-uitgave "Bedrijven en milieuzonering". De in deze Staat opgenomen bedrijven zijn op basis van milieuaspecten ingedeeld in een categorie. Hiertoe zijn de aspecten geur, stof, geluid en gevaar kwantitatief beoordeeld, hetgeen zich weerspiegelt in een afstand van het bedrijf tot aaneengesloten woonbebouwing, die gewenst is om hinder uit te sluiten of althans tot een aanvaardbaar niveau te beperken. Van elk van de aspecten is de gewenste afstand bepaald. Uit de vier verkregen afstanden wordt de uiteindelijke afstand afgeleid door de grootste daarvan aan te houden ("grootste afstand"). De indeling is als volgt opgebouwd:

categorie   "grootste afstand" van enig milieuaspect  
1   10 meter  
1 en 2   30 meter  
1, 2 en 3.1   50 meter  
1, 2 en 3.2   100 meter  
1 tot en met 4.1   200 meter  
1 tot en met 4.2   300 meter  
1 tot en met 5.1   500 meter  
1 tot en met 5.2   700 meter  

Middels functieaanduidingen (bedrijf tot en met categorie ..) is onderscheid gemaakt in de toegestane categorieën bedrijven binnen het gebied. De afstanden hebben als basis gediend voor de "zonering" zoals die op de verbeelding in beeld is gebracht.

Op basis van de afstandsnormen zoals die vermeld staan in de VNG-brochure is er destijds een zonering opgezet vanuit de gevoelige functies (woonbestemming) in de omgeving. Omdat het bedrijventerrein op meer dan 10, 30 respectievelijk 50 meter van de bestaande woningen ligt, komen zones voor bedrijvigheid tot en met categorie 3.1 niet voor. Het wordt ongewenst geacht om zwaardere bedrijven toe te laten dan bedrijven uit categorie 4. Hierbij wordt de volgende kanttekening gemaakt. De woning aan de Hazewinkelweg 8 is gelegen op een afstand van circa 80 meter van de bedrijventerreinbestemming. Bij onverkorte toepassing van de afstandsmaten zou een strook van circa 20 meter een functieaanduiding tot en met 3.1. kunnen krijgen. De genoemde afstandsmaten in de VNG-brochure zijn indicatief en zijn gebaseerd op gemiddelde bedrijven ten opzichte van een rustige woonwijk. De omgeving van het plangebied kan niet als een rustige woonwijk worden aangemerkt, maar kan worden ondergebracht onder gebiedstype "landelijk gebied met woningen". Daarbij kan één categorie gezakt worden, met als aandachtspunt het aspect geluid en het visuele aspect. Met betrekking tot het geluidsaspect kan vermeld worden dat de aan het bedrijf te verlenen vergunning afgestemd dient te zijn op de aanwezigheid van gevoelige functies. Het visuele aspect wordt niet relevant geacht gelet op het feit dat de bedrijfscategorie niets zegt over de massa en vormgeving van de bedrijfsbebouwing. Bovendien is feitelijk nauwelijks zicht op de locaties. Het gebied dat op basis van de tabel voor categorie 3.1 zou gelden is op de plankaart als gevolg van bovenstaande voor categorie 3.2. aangeduid. Voor de toepassing van de zonering wanneer een bouwperceel in twee zones valt, wordt verwezen naar de toelichting op de planregels.