Plan: | Jufferbeek - Zuid 2010 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0173.BP14005-va01 |
Sinds 1 juli wordt het ruimtelijk beleid beschreven in de Omgevingsvisie Overijssel. Deze Omgevingsvisie Overijssel en de bijbehorende Omgevingsverordening Overijssel bevatten het nieuwe provinciale beleid van de provincie Overijssel voor de fysieke leefomgeving. Omdat het bestemmingsplan "Jufferbeek-Zuid" uit 2008 is getoetst aan het streekplan 2000+, hoeft het beleid niet opnieuw getoetst te worden aan de nu geldende Omgevingsvisie. De onderstaande analyse is daarom meer van vergelijkende aard.
In de Omgevingsvisie Overijssel is een uitvoeringsmodel ontwikkeld voor het sturen op ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid waarbij voor de toelaatbaarheid van nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen drie stappen worden onderscheiden. Hieronder zal de ontwikkeling aan de hand van dit uitvoeringsmodel worden beoordeeld.
Generieke beleidskeuzes
In de eerste plaats moet de ontwikkeling van Jufferbeek Zuid getoetst worden aan generieke beleidskeuzes. Generieke beleidskeuzes vloeien voort uit keuzes van EU, rijk of provincie. Het zijn keuzes die bepalend zijn of ontwikkelingen nodig dan wel mogelijk zijn.
Voor de vraag of een bedrijventerrein op deze locatie vanuit de generieke beleidskeuzes aanvaardbaar is, moet de ontwikkeling worden beoordeeld aan de hand van principes van zuinig en zorgvuldig ruimtegebruik (SER-ladder).
SER-ladder voor de Stedelijke omgeving
In de Omgevingsvisie is aangegeven dat voor gebiedsontwikkelingen op het gebied van woningbouw, bedrijfslocaties en (toeristische en recreatieve) voorzieningen de zogenaamde SER-ladder moet worden doorlopen.
Hierbij worden ruimtelijke keuzes op de volgende, hiërarchische wijze gemaakt:
Beschikbaarheid ruimte
In de omgeving zijn geen plaatsen voor bedrijven meer beschikbaar, bovendien is het plangebied reeds als bedrijventerrein bestemd.
Meervoudig ruimtegebruik
In het plangebied is geen sprake van meervoudig ruimtegebruik.
Relevante waarden
Het plan borduurt voort op het bestemmingsplan "Jufferbeek Zuid". Tevens is er nadrukkelijk voor gekozen om het aanwezig groen in het plangebied te behouden. De relevante waarden van het plangebied worden daarom deels behouden en deels verder uitgewerkt.
Ontwikkelingsperspectieven
De tweede stap is de toets van de beoogde ontwikkeling aan de ontwikkelingsperspectieven voor het plangebied. Deze stap stelt de vraag aan de orde waar deze ontwikkeling een plek zou kunnen krijgen.
De nieuwe ontwikkeling past binnen het ontwikkelingsperspectief dat in de Omgevingsvisie Overijssel voor het gebied is neergelegd.
Uitsnede ontwikkelingsperspectieven, Bron: Omgevingsvisie.
Op de ontwikkelingsperspectievenkaart is voor het gebied de volgende ontwikkelingsmogelijkheid te zien:
Gebiedskenmerken
De derde en laatste stap is de toets van deze ontwikkeling aan de gebiedskenmerken en stelt de vraag aan de orde hoe de ontwikkeling op een goede wijze kan worden ingepast.
De gebiedskenmerken zijn:
Omdat het plan voor Jufferbeek-Zuid al eerder in een bestemmingsplan is geregeld en de provincie daaraan zijn goedkeuring heeft verleend, komt het plan voor in de provinciale Omgevingsvisie die na dat bestemmingplan is vastgesteld. De ontwikkeling van Jufferbeek-Zuid past daarom binnen het beleid van de provincie.
In de Stroomgebiedsvisie Vecht-Zwarte Water worden gebieden aangegeven waar wateroverlast kan optreden. De visie stelt een 'nee tenzij'-beleid voor gebieden met een risico op wateroverlast van 1/10 tot 1/100 jaar. Dit beleid geldt in onderhavig plangebied. Aangegeven wordt dat dit gebied ongeschikt is voor de ontwikkeling van kapitaalintensieve vormen van grondgebruik. Het gaat daarbij onder andere om werkgebieden. Indien het gebied wel hiervoor wordt benut dan zijn aanvullende maatregelen nodig om schade door wateroverlast te beperken, die de bergingscapaciteit verminderen en daarmee het risico op wateroverlast afwentelen. Gelet op het feit dat hier sprake is van een zwaarwegend maatschappelijk belang die in het kader van de ontwikkeling van de stroomgebiedsvisie reeds door de gemeente in beeld is gebracht, is in de verdere planvorming binnen de gemeente toch uitgegaan van een ontwikkeling van dit gebied als bedrijventerrein. In het kader van de ontwikkeling van het bedrijventerrein heeft nauw overleg plaatsgevonden met het waterschap over de hydrologische inrichting van het terrein.