direct naar inhoud van 2.2 Rijksbeleid
Plan: Jufferbeek - Zuid 2010
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0173.BP14005-va01

2.2 Rijksbeleid

2.2.1 Nota Ruimte

De Nota Ruimte is een nota van het Rijk, waarin de uitgangspunten voor de ruimtelijke ontwikkeling van Nederland zijn vastgelegd. In deze Nota gaat het om inrichtingsvraagstukken die spelen tussen nu en 2020, met een doorkijk naar 2030. In de nota worden de hoofdlijnen van beleid aangegeven, waarbij de ruimtelijke hoofdstructuur van Nederland (RHS) een belangrijke rol zal spelen.

Op achtereenvolgens 17 mei 2005 en 17 januari 2006 hebben de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal ingestemd met de Nota Ruimte "Ruimte voor ontwikkeling".

Met de Nota Ruimte komt het accent te liggen op de ruimtelijke ontwikkeling en de dynamiek en minder op de restricties. Het nieuwe beleid vraagt om initiatief van overheden, bedrijven en burgers, maar ook om waarborgen voor bijvoorbeeld natuur, landschap en cultuurhistorie.

Hoofddoel van het nationaal ruimtelijk beleid is ruimte te scheppen voor de verschillende ruimtevragende functies op het beperkte oppervlak dat ons in Nederland ter beschikking staat.

Meer specifiek richt het kabinet zich hierbij op vier algemene doelen:

  • versterking van de internationale concurrentiepositie van Nederland;
  • bevordering van krachtige steden en een vitaal platteland;
  • borging en ontwikkeling van belangrijke (inter)nationale ruimtelijke waarden;
  • borging van de veiligheid.

Met betrekking tot bedrijvigheid wordt in de nota een integraal locatiebeleid geïntroduceerd dat de volgende verschillende doeleinden dient:

  • economische ontwikkelingsmogelijkheden: het bieden van voldoende geschikte vestigingsplaatsen voor bedrijvigheid en voorzieningen;
  • bereikbaarheid: het optimaal gebruik van alle vervoersmogelijkheden voor personen en goederen over de weg, het spoor en het water;
  • leefbaarheid: kwaliteit, variatie, architectonische vormgeving en landschappelijke inpassing van vestigingplaatsen voor alle stedelijke activiteiten, zorgvuldig ruimtegebruik, fijnmazige detailhandelsstructuur, functiemenging en kwaliteit van de leefomgeving (veiligheid, emissies en geluid).

Het rijk wil verstedelijking en infrastructuur zoveel mogelijk bundelen in nationale stedelijke netwerken, economische kerngebieden en hoofdverbindingsassen. Bundeling van verstedelijking en infrastructuur en organiseren in stedelijke netwerken zijn de beleidsstrategieën die het rijk hanteert voor economie, infrastructuur en verstedelijking.

Oldenzaal is gunstig gelegen ten opzichte van de oost-westverbinding langs de hoofdverbindingsassen A1 en de internationale spoorlijn Amsterdam-Berlijn. Daarnaast is de ligging van het plangebied aansluitend gesitueerd aan het bestaande bedrijventerrein Het Hazewinkel Noord-West en Zuid-West en het circa 200 hectare grote bedrijventerrein Eekte Hazewinkel.

In de Nota Ruimte zijn zes nationale stedelijk netwerken aangemerkt. Oldenzaal behoort tot het Nationaal stedelijk netwerk Twente. De netwerken zijn aangemerkt vanwege de omvang, dynamiek of positie in het stelsel van Europese hoofdinfrastructuur. Binnen het stedelijk netwerk wordt de stedelijkheid in de netwerksamenleving en het geschikt houden of maken van steden voor de netwerkeconomie bevorderd.

Het netwerkgebied Twente valt ongeveer samen met het economisch kerngebied. In de in de nota aangegeven economische kerngebieden bevinden zich de grootste concentraties van stuwende bedrijvigheid en werkgelegenheid en wordt de meeste toegevoegde productiewaarde gerealiseerd.

Samen met de hoofdverbindingsassen vormen de economische kerngebieden de ruimtelijk-economische hoofdstructuur van Nederland. De economische kerngebieden zijn onderdeel van of nauw verbonden met de nationale stedelijke netwerken.

Onderhavig plan past gelet op realisatie van nieuwe bedrijvigheid aansluitend op bestaande bebouwing en infrastructuur binnen het hiervoor beschreven rijksbeleid.