Bestemmingsplannen Gemeente Hellendoorn
 

HOOFDSTUK 2 Milieuaspecten

 

2.1 Inleiding

In het kader van zowel het op 2 februari 2010, onder nummer 09INT01595, door de raad van Hellendoorn vastgestelde bestemmingsplan "Nijverdal-Zuid" als voor het wijzigingsplan "De Twijn, 1e wijziging Nijverdal-Zuid" zijn diverse milieuaspecten beoordeeld.

2.2 Geluid

In het moederplan "Nijverdal-Zuid" is ter hoogte van de onderhavig locatie (in het moederplan "Nijverdal-Zuid" aangeduid als locatie 2) P.C.Stamstraat/Godfried Bomansstraat de 48 dB-geluidcontour berekend. Deze 48 db-geluidcontour is op de verbeelding behorend bij het moederplan "Nijverdal-Zuid" opgenomen als "milieuzone - geluidgevoelige functie". Woningen mogen niet binnen deze zone worden gebouwd en andere geluidvoelige functies mogen binnen deze contour uitsluitend worden gebouwd, indien de bebouwing wordt voorzien van een dove gevel. Deze op het uitgevoerd akoestisch onderzoek gebaseerde conclusie, is juridisch geborgd in artikel 19 (Algemene wijzigingsregels), sub c onder 7 van de planregels, waarin is verwoord:

 

dat het college van burgemeester en wethouders bevoegd is de bestemming ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 2" te wijzigen in de bestemmingen Wonen -1, Wonen - 2, Wonen - 3, Maatschappelijk, Verkeer- Verblijf, Groen, Water en Dienstverlening met dien verstande dat:

7. de woningen worden niet binnen de zone ter plaatse van de aanduiding "milieuzone - geluidgevoelige functie" gebouwd, met dien verstande dat overige geluidgevoelige bebouwing uitsluitend binnen deze zone mag worden gebouwd, mits de bebouwing wordt voorzien van een dove gevel.

 

Daarmee wordt aan de eisen van de Wet geluidhinder voldaan.

 

2.3 Bodem

In opdracht van de gemeente Hellendoorn heeft Tauw bv een bodemonderzoek uitgevoerd, waarvan het resultaat is vastgelegd in een onderzoeksrapport getiteld "actualiserend en aanvullend onderzoek ijsbaan P.C. Stamstraat Nijverdal" d.d. 10 mei 2010.

Op basis van dit onderzoeksrapport wordt geconcludeerd dat er geen milieuhygiënische belemmeringen aanwezig zijn voor het herontwikkelen van het terrein. Er is geen geval van ernstige bodemverontreining. Het genoemde bodemonderzoeksrapport is als bijlage A integraal opgenomen in deze plantoelichting.

2.4 Boominventarisatie Blokkenpark Nijverdal

In opdracht van de gemeente Hellendoorn heeft Eelerwoude BV een boominventarisatie in het Blokkkenpark verricht. Op de beoogde locatie van het scholencluster staan, met uitzondering van de randen waar niet gebouwd gaat worden, geen bomen.

De rapportage van genoemde boominventarisatie is als bijlage B integraal opgenomen in deze plantoelichting.

 

 

 

2.5 Flora- en faunaonderzoek Blokkenpark te Nijverdal

In opdracht van de gemeente Hellendoorn heeft Eelerwoude BV in 2009 een flora- en faunaonderzoek Blokkenpark te Nijverdal verricht.

Uit dit onderzoek kwam naar voren dat nader onderzoek naar een aantal beschermde soorten voor onder meer de beoogde locatie van het scholencluster noodakelijk was.

De rapportage van het genoemde flora- en faunaonderzoek is als bijlage C integraal opgenomen in deze plantoelichting.

 

 

 

2.6 Aanvullend flora- en faunaonderzoek Blokkenpark scholencluster Nijverdal

In opdracht van de gemeente Hellendoorn heeft Eelerwoude BV in 2010 op basis van het hiervoor in § 2.5 aangehaalde flora- en faunaonderzoek Blokkenpark te Nijverdal een aanvullend flora- en faunaonderzoek Blokkenpark scholencluster Nijverdal verricht. Het onderzoeksresultaat is vastgelegd in een rapportage.

 

Conclusies van dit rapport zijn:

Beschermde soorten van tabel 1 van de Flora- en faunawet zijn niet ontheffingsplichtig bij ruimtelijke ingrepen. Er hoeft voor soorten van tabel 1 geen nader onderzoek uitgevoerd te worden of een ontheffing aangevraagd te worden.

Op steenmarter, eekhoorn, gewone dwergvleermuis en laatvlieger worden, mede gezien de kleinschalige ontwikkeling, geen negatieve effecten verwacht. Er hoeft geen nader onderzoek uitgevoerd te worden of een ontheffing aangevraagd voor deze soort.

 

Met het uitvoeren van mitigerende maatregelen worden ook op de waargenomen en te verwachten broedvogels geen negatieve effecten verwacht.

 

Advies Eelerwoude

Voor alle beschermde inheemse (ook de algemeen voorkomende) vogelsoorten geldt vanuit de Flora- en faunawet een verbod op handelingen die nesten of eieren beschadigen of verstoren. Ook handelingen die een vast rust- of verblijfplaats van beschermde vogels verstoren, zijn niet toegestaan. In de praktijk betekent dit dat verstorende werkzaamheden alleen buiten het broedseizoen uitgevoerd mogen worden. De zorgplicht blijft, ongeacht de status van de soorten, wel van kracht. In het kader van de Flora- en faunawet wordt voor het broedseizoen geen standaardperiode gehanteerd. Van belang is of een broedgeval verstoord wordt, ongeacht de datum.

De rapportage van het genoemde aanvullende flora- en faunaonderzoek Blokkenpark scholencluster Nijverdal is als bijlage D integraal opgenomen in deze plantoelichting.

2.7 Waterhuishouding

Voor wat betreft de waterhuishouding in het plangebied wordt rekening gehouden met het beleid van het Waterschap Regge en Dinkel. In het moederplan "Nijverdal-Zuid" is als kader voor de watertoets uitgegaan van het vigerende beleid (Vierde Nota waterhuishouding, Waterbeleid 21e eeuw, Europese kaderrrichtlijn water en de beleidslijn Ruimde voor de Rivier) . De watertoets is uitgevoerd binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water, op basis van het commitment van de betrokken partijen, blijkend uit de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw.

In het moederplan "Nijverdal-Zuid" is reeds rekening gehouden met de mogelijke vestiging van een scholencluster. Voor het waterbeleid, wordt daarom inhoudelijk verwezen naar § 7.6 van de plantoelichting behorende bij het moederplan "Nijverdal-Zuid".

2.8 Externe veiligheid

 

In het moederplan "Nijverdal-Zuid" is in artikel 19 (Algemene wijzigingsregels) lid sub 9 opgenomen dat een afweging van het groepsrisico meegenomen dient te worden in de beoordeling van bouwplannen en eventuele herzieningen, uitwerkingen of wijzigingen van bestemmingsplannen van kwetsbare objecten.

Desgevraagd heeft de Brandweer Twente een advies uitgebracht inzake externe veiligheid. Dit advies is als bijlage E aan de plantoelichting toegevoegd.