Bestemmingsplannen Gemeente Hellendoorn
 

1.3 Geldende bestemmingsplan

Het plangebied ligt in het op 2 februari 2010 (onder nummer 09int01595) door de raad vastgestelde bestemmingsplan "Nijverdal-Zuid" en heeft daarin de bestemming "Groen"(artikel 6 planregels) alsmede de aanduiding "wro-zone-wijzigingsgebied 2".

 

Ingevolge artikel 6 van de planregels zijn de voor "Groen" aangewezen gronden bestemd voor:

  1. plantsoen, gazon, groenstroken;

  2. sport- en speelvoorzieningen;

  3. voet- en fietspaden;

  4. nutsvoorzieningen;

  5. water,

alsmede voor het behoud van karakteristieke bouwwerken als de watertoren en bijbehorende waterzuivering.

 

Ingevolge artikel 19 (algemene wijzigingsregels), sub c van de planregels, zijn burgemeester en wethouders bevoegd de bestemmingen ter plaatse van de aanduiding "wro-zone - wijzigingsgebied 2" te wijzigen in de bestemmingen Wonen - 1, Wonen - 2, Wonen - 3, Maatschappelijk, Verkeer - Verblijf, Groen, Water en Dienstverlening met dien verstande dat:

  1. het gebied ter plaatse van de aanduiding "wro-zone" uitsluitend mag worden gewijzigd in de bestemmingen Maatschappelijk, Wonen-1, Wonen-2 en/of Wonen-3, met dien verstande dat binnen de zone ter plaatse van de aanduiding "milieuzone" de bestemming ten behoeve van geluidsgevoelige, dan wel risicovolle functies alleen mag worden gewijzigd indien de belemmeringen op het naastgelegen bedrijventerrein daardoor niet worden vergroot;

  2. ten minste 3,5 hectare groen wordt gehandhaafd;

  3. een maximale inspanning zal worden verricht om, bij gebruikmaking van de wijzigingsbevoegdheid, de geïnventariseerde bomen zoveel mogelijk te handhaven;

  4. uitsluitend het maximum aantal woningen ter plaatse van de aanduiding "maximum aantal wooneenheden" mag worden gebouwd;

  5. de bouwhoogte van de gebouwen niet meer bedraagt dan 15 m;

  6. de afstand van de woongebouwen tot de perceelsgrenzen van bestaande woonpercelen niet minder dan 10 m bedraagt;

  7. de woningen worden niet binnen de zone ter plaatse van de aanduiding "milieuzone-geluidgevoelige functie" gebouwd, met dien verstande dat overige geluidgevoelige bebouwing uitsluitend binnen deze zone mag worden gebouwd, mits de bebouwing wordt voorzien van een dove gevel;

  8. in aanvulling van op het bepaalde onder 6 op gronden ter plaatse van de aanduiding "wro-zone" alleen woningen binnen de zone ter plaatse van de aanduiding "milieuzone - geluidgevoelige functie" mogen worden gebouwd, mits de woningen worden voorzien van een dove gevel;

  9. een afweging van het groepsrisico wordt meegenomen in de beoordeling van bouwplannen en eventuele herzieningen, uitwerkingen of wijzigingen van bestemmingsplannen van kwetsbare objecten.

 

Relevant hierbij is het bepaalde in artikel 19, sub g van de planregels:

Bij de toepassing van de onder b tot en met f genoemde wijzigingsbevoegdheden moet rekening gehouden worden met het volgende:

  1. de realisering van woningen en maatschappelijke voorzieningen mag pas plaatsvinden nadat dit uit milieuhygiënisch oogpunt verantwoord is;

  2. de kwaliteit van de bodem moet worden onderzocht, waarbij moet worden aangetoond dat er, al dan niet door het nemen van saneringsmaatregelen, geen risico's bestaan voor de volksgezondheid;

  3. de mogelijke aanwezigheid van te beschermen planten en diersoorten op grond van de Flora- en faunawet en eventuele negatieve effecten die kunnen optreden voor de in het aangewezen Vogelrichtlijngebied voorkomende vogelsoorten en hun habitatten. Indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft, zal de (bouw)werkzaamheid pas kunnen plaatsvinden nadat een ontheffing c.q. vrijstelling op grond van de Flora- en faunawet is verkregen.