Bestemmingsplannen Gemeente Hellendoorn
 

7.6 Water

Op grond van een afspraak uit de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw, dienen decentrale overheden in de toelichting op ruimtelijke plannen een waterparagraaf op te nemen. In die paragraaf dient te worden uiteengezet wat voor gevolgen het plan in kwestie heeft voor de waterhuishouding, dat wil zeggen het grondwater en het oppervlaktewater. Het is de schriftelijke weerslag van de zogenaamde watertoets: het hele proces van vroegtijdig informeren, adviseren (door de waterbeheerder), afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.

7.6.1 Beleidskader

Het kader voor de watertoets is het vigerend beleid (Vierde Nota waterhuishouding, Waterbeleid 21e eeuw, Europese Kaderrichtlijn water en de beleidslijn Ruimte voor de Rivier). De watertoets wordt uitgevoerd binnen de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van ruimtelijke ordening en water, op basis van het commitment van de betrokken partijen blijkend uit de Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw.

 

Een aantal relevante beleidsdocumenten wordt in het navolgende kort besproken.

 

RIJKSBELEID

Vierde Nota Waterhuishouding

De Vierde Nota Waterhuishouding van december 1998 verwoordt de regeringsbeslissing. Een van de speerpunten is een duurzaam stedelijk waterbeheer, met als belangrijke elementen:

- waterbesparende maatregelen in de woning;

- het afkoppelen van verhard oppervlak van de riolering;

- het vasthouden van regenwater in vijvers en in de bodem;

- herwaardering van watersystemen bij de ruimtelijke inrichting van (nieuwe) woongebieden.

 

Waterbeleid 21e eeuw

Met het Waterbeleid 21e eeuw wordt ingespeeld op toekomstige ontwikkelingen die hogere eisen stellen aan het waterbeheer. Het gaat hierbij om onder andere de klimaatverandering, bodemdaling en zeespiegelrijzing. Het Waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd. Dit zijn de tritsen:

- vasthouden, bergen en afvoeren;

- schoonhouden, scheiden en zuiveren.

De trits 'vasthouden, bergen en afvoeren' houdt in dat overtollig water zoveel mogelijk bovenstrooms wordt vastgehouden in de bodem en in het oppervlaktewater. Vervolgens wordt het water tijdelijk geborgen in bergingsgebieden en daarna wordt het water afgevoerd.

Bij de trits 'schoonhouden, scheiden en zuiveren' gaat het erom dat het water zoveel mogelijk wordt schoongehouden. Vervolgens worden schoon en vuil water zoveel mogelijk gescheiden en als laatste wanneer schoonhouden en scheiden niet mogelijk is, komt het zuiveren van verontreinigd water aan bod.

 

PROVINCIAAL BELEID

In de Omgevingsvisie 2009 wordt ruim aandacht besteed aan de wateraspecten. De ambities zijn, naast de uitvoering van de Kaderrichtlijn Water, gericht op de verbetering van de kwaliteit van de kleinere wateren, de veiligheid, de grondwaterbescherming, bestrijding van de wateroverlast, de kwantiteit en kwaliteit van grond- en oppervlaktewater en waterbeleving zowel in de groene ruimte als stedelijk gebied.

 

BELEID WATERSCHAP

Het Waterschap Regge en Dinkel heeft in oktober 2002 de nota Afkoppelen vastgesteld. Afkoppelen of het niet aankoppelen van verharde oppervlakken wordt gezien als een maatregel met milieuhygiënische en hydrologische voordelen. Door af te koppelen reduceert de vuiluitworp via rioolstelsels en verbetert het zuiveringsrendement. Daarnaast draagt afkoppelen bij aan het bereiken van een veerkrachtig watersysteem en het realiseren van het gewenste grond- en oppervlaktewaterregiem.

Onder afkoppelen verstaat het waterschap het treffen van fysieke maatregelen om het tot afstroming komende hemelwater niet meer naar de rioolwaterzuiveringsinstallatie te leiden, maar hydrologisch optimaal te benutten op een milieuhygiënisch verantwoorde wijze.

Om de voordelen van afkoppelen tot hun recht te laten komen, heeft het Waterschap Regge en Dinkel een beleid geformuleerd. Hiermee wordt richting gegeven aan het afkoppelen van verharde oppervlakken door algemene doelstellingen uit te werken tot beleidslijnen.

Navolgende uitgangspunten (niet uitputtend) vormen het kader waarbinnen afkoppelen mag plaatsvinden:

- afkoppelen dient plaats te vinden in combinatie met een voorziening passend in de trits vasthouden, bergen en afvoeren en die bijdraagt aan compensatie van de verdrogende werking van het bebouwde gebied;

- bronmaatregelen gericht op verbetering van de kwaliteit van het afstromende hemelwater hebben prioriteit;

- hemelwater wordt bovengronds afgevoerd naar een voorziening;

- bij uitbreiding en inbreiding dient 100% van het schone verharde oppervlak te worden afgekoppeld;

- bij vernieuwing van bestaand bebouwd gebied wordt gestreefd naar het afkoppelen van zoveel mogelijk vierkante meters schoon verhard oppervlak.

 

Zowel in nieuw bebouwd gebied als in bestaand bebouwd gebied kan alleen op grond van zwaarwegende hydrologische bezwaren worden afgezien van afkoppelen.

 

 

WATERDOCUMENT RIJSSEN-HOLTEN EN HELLENDOORN

In het Waterdocument Rijssen-Holten en Hellendoorn (2004) heeft het Waterschap Regge en Dinkel de volgende uitgangspunten/randvoorwaarden geformuleerd.

- Reggedalgebied ter hoogte van Nijverdal is aangewezen als ecologische verbindingszone in het kader van het provinciale natuurbeleid.

- Ontwikkeling van een zo natuurlijk mogelijk functionerende nevengeul langs de Regge.

- Afkoppelen verhard oppervlak Nijverdal-Noord.

 

GEMEENTELIJK BELEID

Waterplan Hellendoorn

In het Waterplan Hellendoorn zijn de uitgangspunten geformuleerd met betrekking tot de inrichting van een duurzaam watersysteem in stedelijk gebied.

Een duurzaam watersysteem binnen het bebouwde gebied van de gemeente Hellendoorn kan worden bereikt door rekening te houden met zowel kwantitatieve aspecten als kwalitatieve aspecten.

Een voorbeeld van een kwantitatief aspect is dat er voldoende ruimte voor water dient te zijn. Deze situatie kan worden bereikt door het hemelwater af te koppelen. Het afgekoppelde water kan daarna worden geïnfiltreerd in de bodem of kan naar het oppervlaktewater worden geleid. Een nadere uitwerking van de mogelijkheden vindt in Hellendoorn en Nijverdal plaats op gemeentelijk niveau en ook bij particulieren (lopend project). Bij Nijverdal worden tevens afkoppelmogelijkheden uitgewerkt op het terrein van KtC-Noord en het gebied ten westen van de Rijssensestraat/De Joncheerelaan (lopend project); in de Kruidenwijk worden de mogelijkheden uitgewerkt voor het loskoppelen van het drainagesysteem van het rioolstelsel. Opgemerkt wordt dat het afkoppelen ook duidelijk positieve kwalitatieve aspecten heeft doordat minder vaak sprake zal zijn van ongewenste riooloverstorten. In Nijverdal wordt een uitwerking gegeven aan de berging van hemelwater afkomstig uit gebied ten oosten van de Rijssensestraat.

7.6.2 Watertoets

HUIDIG WATERSYSTEEM

Het plangebied maakt deel uit van het watersysteem van de Regge. De Regge is aangemerkt als een hoofdwatergang.

 

Thans kent het grootste deel van Nijverdal een gemengd rioolsysteem. In het oostelijke deel komt een (verbeterd) gescheiden rioolstelsel voor.

 

ONTWIKKELINGEN

Voorliggend bestemmingsplan is in hoofdzaak een conserverend plan. Het plan voorziet niet in grootschalige ontwikkelingen die van invloed zijn op het watersysteem.

In het navolgende zijn de uitgangspunten voor een duurzaam waterbeheer uiteengezet.

 

DUURZAAM WATERBEHEER

Het waterbeleid 21e eeuw heeft twee principes voor duurzaam waterbeheer geïntroduceerd. Dit zijn de tritsen:

- vasthouden, bergen en afvoeren;

- schoonhouden, scheiden en zuiveren.

Het streven is water vast te houden in het plangebied. Hiertoe zal 10% van het oppervlak (wegen, paden, daken et cetera) uit water bestaan. De mogelijkheden voor infiltratie van water in de ondergrond dienen nader te worden onderzocht.

Met betrekking tot de trits 'schoonhouden, scheiden en zuiveren' wordt rekening gehouden met de te gebruiken materialen in de nog te realiseren gebouwen of bouwwerken en verhardingen. Gestreefd wordt naar het gebruik van duurzame bouwmaterialen om schoon regenwater in het gebied te conserveren. Vuil water wordt via een gescheiden rioolstelsel afgevoerd.

 

COMPENSERENDE MAATREGELEN

Zoals hiervoor is vermeld, dient voor de berging van water in nieuwbouwlocaties 10% van het verharde oppervlak (wegen, paden, daken, tuinen et cetera) uit water te bestaan. Dit kan enerzijds geschieden door bestaande watergangen te verbreden en anderzijds door in of aansluitend op de locaties waterpartijen te realiseren, bijvoorbeeld in groengebieden.

Op nieuwbouwlocaties, waarbij het verharde oppervlak niet toeneemt, is compensatie niet vereist.

 

De kosten voor waterhuishoudkundige ingrepen worden meegenomen in de exploitatieopzet.

 

INRICHTINGSEISEN RIOLERING EN WATERHUISHOUDING

Bij alle woninguitbreidingen en herinrichtingsgebieden wordt in principe een systeem voor riolering en waterhuishouding gekozen dat duurzaam wordt opgezet waarbij de voorkeursvolgorde zoals vastgelegd in het landelijke beleid als richtsnoer dient.

 

Concreet betekent dit:

- Het afvalwater wordt via het gemeentelijk riool afgevoerd naar de RWZI onder vrij verval of via een gemaal en persleiding.

- Het hemelwater komt ten goede aan het lokale water- of grondwatersysteem waarbij dit geen verontreiniging van water, bodem en lucht veroorzaakt.

- Hierbij vindt geen afwenteling plaats en wordt afstromend hemelwater geborgen (en geïnfiltreerd) in een voorziening.

- Deze voorzieningen liggen op voldoende afstand van perceelsgrenzen en bebouwing.

- Afstromend hemelwater van licht vervuilde oppervlakken mag niet direct worden geloosd op het oppervlaktewater (dus via bodempassage).

- Infiltratie van hemelwater via graspassage is de beste optie. Hiermee wordt gezuiverd, wordt retentie gerealiseerd en wordt het grondwater aangevuld.

- Grondwaterneutraal bouwen.

- Voor ontwatering op bouwlocaties wordt het perceel opgehoogd. Het grondwater wordt niet permanent verlaagd.

- Te hoge grondwaterstand in natte perioden beteugelen met drainage. De drainage dient boven de gemiddeld hoogste grondwaterstand aangelegd te worden.

- Drainage voert af naar een wadi of oppervlaktewater, niet naar de RWZI.

- Op bouwplaatsen kan vochtoverlast (door grondwater) worden gemeden door te bouwen zonder kruipruimten en/of kelders en vloerplaten waterdicht te maken.

 

GEVOLGEN WATERSYSTEEM

Bij de stedenbouwkundige invulling van de nieuwbouwlocaties wordt aandacht besteed aan groen en water. In overleg met het waterschap moeten indien nodig de mogelijkheden voor infiltratie, eventueel extra wateroppervlak en de aan- en afvoer van het water worden bekeken. Afhankelijk van de waterhuishouding rondom de locaties liggen hier al dan niet beperkingen.

 

De kwaliteit van het afstromend regenwater vanuit het terrein zal aan de hand van het wegverhardingssoort en het aantal verkeersbewegingen moeten worden beoordeeld om te besluiten of het ongezuiverd bij het oppervlaktewater kan worden gevoegd. Voor dakwater geldt wel dat dit direct naar het oppervlaktewater kan worden geleid. Hierbij wordt er wel van uitgegaan dat sprake is van duurzame bouw.

 

Wat betreft de afvoer van water uit nieuwbouwlocaties geldt als uitgangspunt dat deze niet groter mag zijn dan de huidige afvoer. Voor een toename van de afvoer van water door uitbreiding van verharde oppervlakken of het aanleggen van een gescheiden rioleringsstelsel, dienen dan ook op het terrein zelf waterbeheersingsmogelijkheden te worden gecreëerd.

 

Watertoets

Voor het plangebied is een watertoets uitgevoerd via de website www.dewatertoets.nl, waardoor het Waterschap Regge & Dinkel is geïnformeerd over deze planherziening. Uit de beantwoording van de vragen van deze toets (Code 20121008-5-5517) volgt dat de normale procedure zou moet worden gevolgd omdat er een "beperkingsgebied" is geraakt. Deze beperking heeft te maken met het feit dat er waterlopen, die op de legger van het waterschap staan, gelegen zijn binnen het plangebied. Daarnaast ligt een klein deel van het plangebied, tussen de Meester Werkmanstraat en de Overwaterweg, in een gebied dat bij extreme neerslag (bij een gewijzigd klimaat) eens per 100 jaar inundeert.

Omdat het om een actualisatie van een bestemmingsplan gaat, die conserverend van aard is, acht het Waterschap Regge en Dinkel het voldoende om een "standaard" waterparagraaf in dit plan op te nemen en in het kader van het vooroverleg het voorontwerpbestemmingsplan te ontvangen.

 

Het voorontwerpbestemmingsplan is toegezonden, waarop het waterschap Regge & Dinkel aan hebben gegeven dat de procedure goed is doorlopen en een positief wateradvies afgeven.