Bestemmingsplannen Gemeente Hellendoorn
 

3.1 Ruimtelijke karakteristiek

INLEIDING

In deze paragraaf wordt, na een korte karakteristiek van geheel Nijverdal, ingegaan op de huidige ruimtelijke kwaliteit van het gebied kruidenwijk en Hulsen.

 

ALGEMENE TYPERING NIJVERDAL

In Nijverdal zijn nog duidelijk elementen uit de oorspronkelijke structuur herkenbaar. Een aantal van deze elementen bepalen de huidige ruimtelijke hoofdstructuur, te weten:

- de scherpe oost-weststructuur gevormd door de Almeloseweg-Grotestraat-Wierdensestraat en de parallel daaraan gelegen spoorweg;

- het beloop van de Regge en De Joncheerelaan-Smidsweg-Rijssensestraat in de noord-zuidrichting;

- de restanten van de oude nederzetting Noetsele;

- het overwegende oost-westbeloop van de straten in het gebied tussen de Smidsweg/Rijssensestraat en de Regge;

- de nog volledig aanwezige fabriekscomplexen van de textielindustrie in de omgeving van de Regge;

- de restanten van de voormalige buitenplaatsen Boomcate, Evershoeve en Duivecate;

- het nog duidelijk herkenbare tracé van de voormalige spoorlijn Hellendoorn-Neede; dit tracé functioneert nu als een verzamelstraat voor het aanliggende woongebied en vormt zowel vanuit de noordzijde als vanuit de zuidzijde een directe verbinding met het centrum van Nijverdal.

 

Voor de externe ontsluiting van het dorp zijn naast de rijksweg (Almelosestraat - Grotestraat - Wierdensestraaten binnen kort het combiplan tracé), de Smidsweg - Rijssensestraat, De Joncheerelaan, de noord-zuidroute "Baron van Sternbachlaan" door het 'groene hart' en de Burgemeester H. Boersingel van belang.

 

PLANGEBIEDEN

De gebieden Kruidenwijk en Hulsen liggen ten noordoosten van van het centrum van Nijverdal en eigenlijk los gelegen van het oude dorp Nijverdal. Het plangebied wordt onsloten door de Helmkruidlaan, de Kruidenlaan en daarop aantakkend de Baron van Sternbachlaan.

 

De kruidenwijk kenmerkt zich als een duidelijk planmatig uitleggebied. Vanaf de jaren tachtig zijn woongebieden ten oosten, noorden en westen ontstaan rondom het huidige wijkwinkelcentrum 'Kuperserf'. In de verschillende woongebieden is het tijdsbeeld van de ruimtelijke en stedenbouwkundige structuur te herkennen.

Het eerste woongebied ten oosten van het centrumgebied "Kuperserf" kenmerkt zich door de zogenoemde boomstructuur en/of bloemkoolstructuur. Woongebieden met een hoofdontsluitingsweg waar overwegend doodlopende vertakkende en/of lussen van woonstraten op aantakken.

In deze jaren tachtig structuren vinden we het woonerf principes terug. Het zijn woonmilieus opgebouwd uit buurten, wijken en stadsdelen met woonerven. De verkeersstromen zijn sterk hiërarchisch geordend. Het doorgaande verkeer wordt geleid over een beperkt aantal hoofdwegen of een ringweg, waar de bebouwing veelal van afgekeerd is. De straten en woonerven vormen aparte subwijkjes, die als bloemkoolroosjes op de hoofdwegen zijn "geplant" en doorgaans maar één toegang hebben. Deze subwijkjes zijn meestal niet door wegen met elkaar verbonden en bestaan dus veelal uit dood- of rondlopende straten.

De woongebieden ten noorden en westen van het wijkcentrum Kuperserf zijn de wijkdelen uit de jaren negentig en begin 2000. Deze onderscheiden zich doorgaans door de herkenbaarheid van de ruimtelijke structuur. Aan de presentatie van de wijk en de oriëntatie wordt veel aandacht besteed. Bijvoorbeeld enkele grote lijnen, die soms teruggrijpen op een historische route en visueel de buurten binnen een wijk verbinden. Op verscheidene plekken zijn dan ook bestaande erven ingepast in de wijkstructuur. Bij de ontwikkeling van deze gebieden is veel aandacht besteed aan de architectonisch / stedenbouwkundige uitstraling. In de verkavelingopzet wordt in tegenstelling tot de wijken uit de voorgaande decennia, zoals het eerste oostelijke wijkdeel, weer gestreefd naar een helder onderscheid tussen openbaar en privé. Er worden weer echte woonstraten en bouwblokken gemaakt, waarbij de voorzijde is gericht naar de straat en in de binnengebieden aan de achterzijde de private achtertuinen zijn gelegen. De openbare ruimte wordt nadrukkelijk vormgegeven met gesloten en half open bebouwingswanden.

De groenstructuur heeft doorgaans een royale omvang verkregen om ruimte te bieden.

De verblijfskwaliteit van de (openbare)ruimte is bij uitbreidingslocaties nadrukkelijk onderdeel van het ontwerp.

 

Het buurtschap Hulsen is begin van de vorige eeuw ontstaan toen het gebied werd ontgonnen en de 'dijken' werden aangelegd. De bebouwing concentreerd zich aan de Collenstaartweg, de G.H,. Kappertstraat en de zuidelijke hoofddijk. De bebouwing is grotendeels historisch gegroeid als lintbebouwing aan de GH. Kappertstraat. Eind Jaren tachtig is er aan de west-zijde

een kleinschalige planmatige uitbreiding aan de Olde Blenkestraat geweest. Na 2000 is het gebied sion(srerf) ontwikkeld met zogenoemde schoolwoningen tegenover basisschool "De Bongerd" en woningen. Vergeleken met het gebiedje aan de olde Bleckestraat uit de eind jaren tachtig is het stedenbouwkundige tijdsbeeld ook hier te zien waar op het Sionserf meer aandacht is besteed aan stedenbouwkudige uitstraling en zorgvuldiger is gekozen voor een bouwstijl in de architectuur.