4.       Bedrijf

 

4.1.       Bestemmingsomschrijving

De voor "Bedrijf" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.     de bedrijven die hierna als nadere bestemming zijn aangegeven bij de adressen die in of bij het betreffende bestemmingsvlak zijn aangegeven:

 

adres

nadere bestemming

max.
oppervlakte gebouwen 1)

max. goothoogte gebouwen 2)

max. bouwhoogte gebouwen 2)

Lage Esweg 90

Bedrijfswoning(en) en loonbedrijf

2.500 m²

6 m

10 m

 

1)   exclusief bedrijfswoningen (zie sublid 4.2.2, onder c)

2)   geldt niet voor niet-inpandige bedrijfswoningen (zie sublid 4.2.2, onder d)

 

b.    bedrijven die hierna zijn vermeld:

1.    ambachtelijke landbouwproducten verwerkende bedrijven, zoals een wijnmakerij, zuivelmakerij, slachterij, imkerij,

2.    aan agrarische functies verwante bedrijven, zoals een paardenpension,

3.    paardenopleidingscentrum, agrarisch loonwerkbedrijf, fouragehandel, hoefsmederij en hoveniers- en boomverzorgingsbedrijven,

4.    ambachtelijke bedrijven, zoals een dakdekker, rietdekker, schildersbedrijf, meubelmaker, installatiebedrijf,

5.    opslag- en stallingsbedrijven,

6.    zakelijke dienstverlening, zoals een adviesbureau of een computerservicebureau, en

7.    andere bedrijven die in ruimtelijk en functioneel opzicht met de hiervoor genoemde gelijk kunnen worden gesteld en die in de van deze regels deel uitmakende bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn vermeld als categorie 1 of 2, dan wel naar hun gevolgen voor de omgeving daarmee gelijk kunnen worden gesteld,

c.     bij een en ander behorende voorzieningen, waaronder begrepen afschermende en andere groenvoorzieningen, parkeerplaatsen en nutsvoorzieningen,

 

een en ander met uitzondering van:

  1. detailhandelsbedrijven, tenzij het betreft:

a.      detailhandel die als zodanig ingevolge het hiervoor bepaalde onder a en b is toegestaan;

b.      detailhandel als ondergeschikte nevenactiviteit in een bedrijf, met een maximale verkoopvloeroppervlakte van 100 m²;

  1. bevi's, tenzij het betreft een bevi ter plaatse van de aanduiding "veiligheidszone bevi", waarbij buiten die zone niet een plaatsgebonden risico van meer dan 10-6 per jaar wordt veroorzaakt;
  2. bedrijven, die zijn aangewezen als inrichtingen die in belangrijke mate geluidhinder kunnen veroorzaken, krachtens artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer;
  3. seksinrichtingen.

4.2.       Bouwregels

4.2.1.     Toegestane bouwwerken

Op en in de gronden als bedoeld in lid 4.1. Bestemmingsomschrijving, mogen, met inachtneming van het bepaalde in de tabel in dat lid, uitsluitend worden gebouwd in het bouwvlak:

a.     bedrijfsgebouwen,

b.    bedrijfswoning(en), met daarbij behorende bijgebouwen, met dien verstande dat:

1.    ter plaatse van de aanduiding "specifieke vorm van bedrijf - 1 bedrijfswoning" het aantal bedrijfswoningen niet meer dan 1 mag bedragen,

2.    ter plaatse van de aanduiding "zonder bedrijfswoning" geen bedrijfswoning is toegestaan, en

c.     andere bouwwerken,

 

4.2.2.     Bouwen

Voor het bouwen van bouwwerken als bedoeld in sublid 4.2.1. Toegestane bouwwerken, gelden de volgende bepalingen:

a.     de gezamenlijke oppervlakte, de goothoogte en de bouwhoogte van gebouwen mogen binnen elk bestemmingsvlak niet meer bedragen dan voor dat vlak in de tabel in lid 4.1. Bestemmingsomschrijving is aangegeven;

b.    een bedrijfswoning mag uitsluitend worden gebouwd, indien vaststaat dat binnen hetzelfde bestemmingsvlak ten minste één ander gebouw ten behoeve van de betreffende instelling of voorziening is of wordt gebouwd;

c.     de inhoud van een bedrijfswoning, althans het hoofdgebouw exclusief kelder, tenzij de onderzijde van de begane grondvloer op meer dan 0,3 m boven peil is gelegen of de kelder van buiten een directe toegang heeft, mag niet meer bedragen dan 750 m³ of niet meer dan de bestaande inhoud, indien die meer dan 750 m³ bedraagt;

d.    de goothoogte van niet-inpandige bedrijfswoningen mag niet meer dan 3,5 m bedragen en de bouwhoogte niet meer dan 10 m of niet meer dan de bestaande goothoogte en bouwhoogte, indien die meer dan 3,5 m en 10 m bedragen;

e.     de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan daarbij hierna is aangegeven of niet meer dan de bestaande bouwhoogte indien die meer bedraagt dan hierna is aangegeven:

 

bouwwerken

max. bouwhoogte

erf- of perceelafscheidingen

2 m

palen, masten, technische installaties en overige, andere bouwwerken

12 m

 

Op de voornoemde bepalingen geldt dat maximale goothoogte en/of de bouwhoogte niet van toepassing is op de horizontale gedeelten van afgeknotte daken, mansardekappen, dakkapellen en op dakvlakken welke niet evenwijdig aan de noklijn zijn gelegen.

Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen, zoals plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, voorzieningen voor technische installaties, schoorstenen, gevel- en kroonlijsten, luifels en uitbouwen met een oppervlakte van 4 m² of kleiner en overstekende daken buiten beschouwing gelaten, mits de overschrijding niet meer dan 1 m ten opzichte van de bouwgrens of de bestemmingsgrens bedraagt.

4.3.       Afwijken van de bouwregels

4.3.1.     Afwijken van de bouwregels oppervlakte gebouwen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 4.2.2 Bouwen onder a, ten behoeve van het binnen eenzelfde bestemmingsvlak bouwen van bedrijfsgebouwen tot een oppervlakte die ten hoogste 25% meer bedraagt dan de bij het betreffende bedrijf in de tabel in lid 4.1. Bestemmingsomschrijving vermelde maximale oppervlakte gebouwen, met inachtneming van de volgende bepalingen:

a.     per geval dient redelijkerwijs de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering te zijn aangetoond aan de hand van een deugdelijk bedrijfsplan;

b.    per geval dient voorzien te worden in een zorgvuldige landschappelijke inpassing.

 

Deze afwijking kan niet worden verleend ten aanzien van de bedrijven waarbij in de tabel in lid 4.1. Bestemmingsomschrijving in de kolom VAB 'ja' staat aangegeven.

4.3.2.     Afwijken van de bouwregels bouwhoogte erf- of perceelsafscheidingen

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd met een omgevingsvergunning af te wijken van het bepaalde in sublid 4.2.2 Bouwen onder e, ten behoeve van het bouwen van erf- of perceelafscheidingen tot een bouwhoogte van 3 m, met inachtneming van de volgende bepalingen:

a.     per geval dient redelijkerwijs de noodzaak voor een doelmatige bedrijfsvoering te zijn aangetoond;

b.    per geval dient voorzien te worden in een redelijke landschappelijke inpassing.