Bestemmingsplannen Gemeente Hellendoorn
 

HOOFDSTUK 2 Verwerking beslissing Raad van State

 

2.1 Inleiding

Op 15 juni 2011 heeft de ABRS uitspraak gedaan over de ingekomen beroepsschriften. Enkele beroepsschriften zijn (deels) gegrond verklaard. Voor zover de gegrondverklaring gevolgen heeft voor de herziening, is dit in dit hoofdstuk weergegeven.

 

ABRS heeft het bestemmingsplan 'Buitengebied 2009' op in totaal zes onderdelen vernietigd, danwel een voorlopige voorziening getroffen. Op het onderdeel 'regeling schuilgelegenheden' binnen de bestemming 'Agrarisch' vindt herziening plaats in het onderhavige plan.

2.2 Schuilgelegenheden

Situatieschets
In het bestemmingsplan is een ontheffingsregeling opgenomen voor schuilgelegenheden buiten het bouwvlak (artikel 3, sublid 3.3.6). In de uitspraak van de afdeling bestuursrechtspraak is deze regeling vernietigd.
De Stichting Natuur en Milieu Overijssel had als belangrijkste argument de verrommeling van het buitengebied. De afdeling heeft geoordeeld, dat de regeling niet goed eenduidig kan worden uitgelegd op het onderdeel niet doorzichtig zijn van een landschapselement.

 

Met de uitspraak is de bijzondere situatie ontstaan, dat een schuilgelegenheid wel kan worden opgericht binnen de gebieden met de bestemming "Agrarisch met waarden" (artikel 4) en niet meer kan worden opgericht in de gebieden met de bestemming "Agrarisch" (artikel 3). Dit is een ongewenste situatie. Daarom is gekozen voor het opnemen van één regeling voor het hele buitengebied.

 

Gevolgen voor de herziening
Uit het oogpunt van dierenwelzijn en ruimtelijke inpasbaarheid wordt binnen de bestemmingen 'Agrarisch' en 'Agrarisch met waarden' een schuilgelegenheid voor dieren met een maximale oppervlakte van 12 m² buiten het bouwvlak acceptabel en aanvaardbaar geacht. De voorkeur gaat dan ook uit naar handhaving van het bestaande gemeentelijk beleid.

Om deze reden is binnen de genoemde bestemmingen een binnenplanse afwijkingsmogelijkheid opgenomen om buiten bouwvlakken per aanvraag één schuilgelegenheid voor dieren toe te staan, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • gebouwd op een aaneengesloten perceel cultuurgrond met een grootte van minimaal 0,5 ha in eigendom van of via pacht in gebruik door de aanvrager van de schuilgelegenheid;

  • gesitueerd nabij, op maximaal 10 meter afstand van, bestaand bos met de bestemming 'Natuur', of een bestaand landschapselement met de bestemming 'Groen - Landschapselement';

  • de bebouwde oppervlakte bedraagt niet meer dan 12 m²;

  • de goothoogte bedraagt niet meer dan 2,5 meter en de bouwhoogte niet meer dan 4 meter;

  • het bouwwerk is voorzien van een kap en wordt uitgevoerd in donkere, niet glimmende materialen;

  • de afstand tussen de schuilgelegenheden bedraagt onderling minimaal 25 meter.

 

Daarmee vindt herstel van de regeling in de bestemming 'Agrarisch' en wijziging van de regeling in de bestemming 'Agrarisch met waarden' plaats.