HOOFDSTUK 1 INLEIDENDE REGELS
In deze regels wordt verstaan onder:
Artikel 1 Begrippen
1.1 Plan
het bestemmingsplan "Bestemmingsplan buitengebied Avereest, N48 ter hoogte van De Kolonie" van de gemeente Hardenberg;
1.2 Bestemmingsplan
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand
NL.IMRO.0160.0000BP00106-VG01;
1.3 Aanduiding:
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;
1.4 Aanduidingsgrens:
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;
1.5 Bebouwing:
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
1.6 Bestemmingsgrens:
een grens vormt van een bestemmingsvlak.
1.7 Bestemmingsvlak:
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
1.8 Bouwen:
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk, alsmede het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen van een standplaats.
1.9 Bouwwerk:
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond bedoeld om ter plaatse te functioneren.
1.10 Gebouw:
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt.
Artikel 2 Wijze van meten
2.1 Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
2.1.1 inhoud van een bouwwerk:
tussen de onderzijde van de begane grondvloer, de buitenzijde van de gevels ( en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
2.1.2 (bouw)hoogte van een bouwwerk:
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen zoals schoorstenen, antennes en naar aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
2.1.3 oppervlakte van een bouwwerk:
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
2.1.4 peil:
a. voor een gebouw, waarvan de hoofdtoegang grenst aan de weg: de hoogte van de kruin van de weg;
b. voor andere gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde: de gemiddelde hoogte van het afgewerkte terrein ter plaatse van de bouw;
HOOFDSTUK 2 BESTEMMINGSREGELS
Artikel 3 Groen
3.1 Bestemmingsomschrijving
3.1.1 De voor 'Groen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. groenvoorzieningen;
  2. watergangen;
  3. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  4. voet- en fietspaden, en ontsluitingswegen ten behoeve van de agrarische percelen;
3.2 Bouwregels
3.2.1 Voor deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
3.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedraagt.
Artikel 4 Verkeer
4.1 Bestemmingsomschrijving
4.1.1 De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
  1. wegen met een functie voor doorgaand verkeer;
  2. fiets- en voetpaden;
  3. parkeer- en groenvoorzieningen;
  4. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals geluidswerende voorzieningen, verkeers- en informatieborden, parkeervoorzieningen, kunstwerken, tunnelbakken, tunnels, taluds, viaducten, bruggen, duikers, faunapassages, nutsvoorzieningen, reclame-uitingen, groen en water.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Voor deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.
4.2.2 Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer dan 3 m bedraagt, met dien verstande dat verlichtingsarmaturen maximaal 8 m hoog mogen zijn.
HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS
HOOFDSTUK 3 ALGEMENE REGELS
Artikel 5 Anti-dubbeltelregel
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Artikel 6 Algemene afwijkingsregels
Burgemeester en wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, bij een omgevingsvergunning afwijken van:
  1. de bij recht in de regels gegeven maten, afmetingen, en percentages tot niet meer dan 10% van die maten, afmetingen en percentages;
  2. de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of –intensiteit daartoe aanleiding geven;
  3. een naar aard en omvang beperkte aanleg, wijziging en/of reconstructie van weginfrastructuur buiten de bebouwde kom wordt aangelegd, mits sprake is van een bestaande weg, het karakter van de weg niet wordt aangetast ;
HOOFDSTUK 4 OVERGANGS- EN SLOTREGELS
Artikel 7 Overgangsrecht
7.1 Overgangsrecht bouwwerken
7.1.1 Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
  1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
7.1.2 Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van lid 1 omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
7.1.3 Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
7.2 Overgangsrecht gebruik
7.2.1 Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
7.2.2 Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
7.2.3 Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
7.2.4 Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.
Artikel 8 Slotregel
Deze regels worden aangehaald als "Bestemmingsplan buitengebied Avereest, N48 ter hoogte van De Kolonie".
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente
Hardenberg, gehouden op ….
De griffier, De voorzitter,