Plannaam: Westelijke Groene Long
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00101-0401
Type Plan: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Vastgesteld

Artikel 23 Wonen - Landgoed

 

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - Landgoed' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de bestaande woningen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit en/of sociaal-culturele doeleinden;

  2. het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de cultuurhistorische waarden op het landgoed en de daarbij behorende gebouwen;

  3. bed & breakfast;

  4. tuinen en erven;

  5. fiets- en/of voetpaden;

  6. dagrecreatief medegebruik;

  7. waterhuishoudkundige doeleinden, waterbergingen en waterlopen;

  8. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;

met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde en andere bijbehorende voorzieningen.

 

23.2 Bouwregels

 

23.2.1 Gebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende regels:

  1. de gebouwen worden binnen de op de verbeelding aangeven bouwvlakken gebouwd;

  2. het aantal woningen binnen een bestemmingsvlak mag niet meer bedragen dan het bestaande aantal;

  3. de oppervlakte, goot- en bouwhoogte en de dakhelling van de gebouwen mag ten hoogste de bestaande bedragen.

 

23.2.2 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende regels:

  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt maximaal 2 m;

  2. de bouwhoogte van lantaarnpalen bedraagt maximaal 6 m;

  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3 m.

 

23.3 Omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk

 

23.3.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning een bouwwerk te slopen.

 

23.3.2 Afwegingskader

De omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk kan slechts worden verleend, indien:

  1. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de aanwezige cultuurhistorische waarden en de daarbij behorende gebouwen;

  2. de cultuurhistorische waarden niet langer aanwezig zijn en niet zonder ingrijpende wijzigingen kunnen worden hersteld;

  3. de cultuurhistorische waarden in redelijkheid niet te handhaven zijn;

  4. het delen van een gebouw of bijgebouwen betreft, die op zichzelf niet als cultuurhistorisch vallen aan te merken, en door sloop daarvan geen onevenredige aantasting van de cultuurhistorische waarden plaatsvindt.

 

 

23.3.3 Uitzonderingen op het verbod

Geen omgevingsvergunning voor het slopen van een bouwwerk is nodig voor:

  1. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;

  2. werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.

 

23.4 Specifieke gebruiksregels

 

23.4.1 Aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit

Het gebruik van ruimten van de woning en/of de vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. de woonfunctie blijft behouden;

  2. het ondergeschikte medegebruik van de woning en/of de bijbehorende bouwwerken dient beperkt te blijven tot een ruimte (of ruimten) met een maximum totale bruto-vloeroppervlakte van 25% van de bruto-vloeroppervlakte van de woning en de vrijstaande bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 50 m²;

  3. het ondergeschikte medegebruik van de woning en/of de bijbehorende bouwwerken mag niet bestaan uit detailhandel (met uitzondering van kapsalons) en/of horeca en/of kinderopvang en/of prostitutie;

  4. er dient een directe relatie te bestaan tussen het aan huis verbonden (en uit te oefenen) beroep en de (hoofd)bewoner(s) van de woning;

  5. de uitoefening van het aan huis verbonden beroep mag (naar verwachting) geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren of afbreuk doen aan de beleving van de woonomgeving;

  6. de uitoefening van het aan huis verbonden beroep mag er niet toe leiden dat er (naar verwachting) een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte ontstaat;

  7. de bebouwingskarakteristiek van de straat en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken wordt niet onevenredig aangetast;

  8. er wordt geen blijvende onevenredige afbreuk gedaan aan de stedenbouwkundige structuur en/of de ruimtelijke kwaliteiten van het gebied;

  9. er ontstaan geen verkeersonveilige situaties.

 

23.4.2 Bed & breakfast

Het gebruik van ruimten van de woning ten behoeve van een bed & breakfast wordt als een gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. de activiteit bestaat uit maximaal vier slaapkamers met een maximale oppervlakte van 30 m2 per kamer;

  2. er is maximaal één gemeenschappelijke huiskamer;

  3. de activiteit moet binnen het bestaande hoofdgebouw of karakteristieke vrijstaande bijbehorende bouwwerken worden uitgeoefend.