Plannaam: Stadsrandgebied Almelo Noord-Oost
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00063-0601
Type Plan: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk

Artikel 4 Bedrijf

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een gebruiksgerichte paardenhouderij;

  2. de bestaande bedrijfswoning;

  3. een paardenbak;

  4. verkeersvoorzieningen ten behoeve van het bestemmingsverkeer;

  5. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder
    begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en
    afvoeren van water;

 

met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, verhardingen en groenvoorzieningen.

 

4.2 Bouwregels

 

4.2.1 Hoofdgebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. de gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;

  2. goothoogte van:

    1. bedrijfsgebouwen bedraagt maximaal 6 m;

    2. bedrijfswoningen bedraagt maximaal 5 m;

  3. bouwhoogte van:

    1. bedrijfsgebouwen bedraagt 10 m;

    2. bedrijfswoningen maximaal bedraagt 9 m;

  4. inhoud van een bedrijfswoning bedraagt maximaal 750 m3;

  5. dakhelling van bedrijfsgebouwen bedraagt minimaal 20°.

 

4.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Binnen deze bestemming mogen bijbehorende bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. de goothoogte en/of bouwhoogte bedraagt maximaal 3,30 meter;

  2. per bouwperceel bedraagt de oppervlakte van alle bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak maximaal 75 m2;

  3. de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken die op dat gedeelte van het bouwperceel zijn of worden gebouwd, waar het hoofdgebouw nog volgens het bepaalde in artikel 4.2.1 onder a. als hoofdgebouw vergroot kan worden, wordt niet gerekend tot de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken.

 

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van verlichting bedraagt maximaal 6 meter;

  2. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3 meter.

 

4.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;

  2. de verkeersveiligheid;

  3. de milieusituatie;

  4. de sociale veiligheid;

  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

 

4.4 Specifieke gebruiksregels

Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

 

4.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 4.4 indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.