Plannaam: Centrum Zuid
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00054-0601
Type Plan: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Vastgesteld

Artikel 8 Gemengd - 2

 

8.1 Bestemmingsomschrijving

  1. De voor 'Gemengd - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. wonen, al dan niet in combinatie met een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'wonen uitgesloten' wonen slechts is toegestaan in woningen welke aanwezig zijn ten tijde van de tervisielegging van het ontwerpbestemmingsplan;

  2. detailhandel, niet zijnde supermarkten;

  3. dienstverlening;

  4. horeca: van categorie 1 ter plaatse van de aanduiding 'horeca categorie 1';

  5. een café ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 3';

  6. horeca: van categorie 4 ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 4';

  7. horeca: van categorie 6 op de begane grond ter plaatse van de aanduiding 'horeca van categorie 6';

  8. een seksbioscoop en een seksautomatenhal ter plaatse van de aanduiding ‘specifieke vorm van cultuur en ontspanning – erotheek’;

  9. een tankstation zonder lpg ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstofffen zonder lpg';

  10. supermarkten ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt';

  11. een groothandel in verf en verfartikelen ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 1';

  12. een autowasserij ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 2';

  13. een seksinrichting: ter plaatse van de aanduiding 'seksinrichting';

  14. slechts een installatiebedrijf ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf', met dien verstande dat de functies zoals genoemd onder 8.1.1. a tot en met c wel zijn toegestaan binnen de aanduiding 'bedrijf' voor zover deze worden uitgeoefend in de bebouwing en op de direct daarbij behorende gronden die aan de straat zijn gesitueerd;

  15. uitsluitend detailhandel: ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel';

  16. nutsvoorzieningen;

  17. verkeersvoorzieningen ten behoeve van het bestemmingsverkeer;

  18. tuinen en erven;

  19. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;

 

met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, verhardingen en groenvoorzieningen.

 

  1. De gronden zoals bedoeld in 8.1.1 onder o zijn tevens bestemd voor:

  1. verkeersvoorzieningen ten behoeve van het bestemmingsverkeer;

  2. tuinen en erven;

  3. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water.

 

 

8.2 Bouwregels

 

8.2.1 Hoofdgebouwen

Binnen deze bestemming mogen hoofdgebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;

  2. ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' bedraagt de bouwhoogte niet meer dan op de verbeelding is aangegeven;

  3. ter plaatse van de aanduiding ‘maximale goot- en bouwhoogte (m)’ bedragen de goot- en bouwhoogte niet meer dan op de verbeelding is aangegeven;

  4. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan mogen worden gehandhaafd mits gebouwd met vergunning of in overeenstemming met het hiervoor geldende bestemmingsplan.

 

 

 

 

 

8.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Binnen deze bestemming mogen bijbehorende bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. de goot- en/of bouwhoogte bedraagt maximaal 3,30 meter;

  2. de gezamenlijke oppervlakte van alle bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt maximaal:

  1. 75 m²;

  2. 100 m² voor percelen groter dan 500 m²;

  3. 125 m² voor percelen groter dan 1000 m².

Met dien verstande dat:

  1. tenminste 50% van het bouwperceel dat buiten het bouwvlak is gelegen onbebouwd en onoverdekt blijft;

  2. de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken die op dat gedeelte van het bouwperceel zijn of worden gebouwd, waar het hoofdgebouw nog volgens het bepaalde in artikel 8.2.1 onder a. als hoofdgebouw vergroot kan worden, niet wordt gerekend tot de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken.

  1. ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf van categorie 1' bedraagt de maximale bouwhoogte 7 meter en geldt er een maximum bebouwingspercentage van 75%;

  2. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan op het tijdstip van terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan mogen worden gehandhaafd mits gebouwd met vergunning of in overeenstemming met het hiervoor geldende bestemmingsplan.

 

 

8.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. de bouwhoogte van reclame- en lichtmasten bedraagt maximaal 6 meter, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - reclamemast' een reclamemast is toegestaan van maximaal 15 meter;

  2. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 8 meter;

  3. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde bedraagt maximaal 3 meter, waarbij ter plaatse van de aanduiding 'supermarkt' een maximale hoogte van 6 meter geldt.

 

 

8.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld;

  2. de verkeersveiligheid;

  3. de milieusituatie;

  4. de sociale veiligheid;

  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

 

8.4 Specifieke gebruiksregels

  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming. Onder strijdig gebruik wordt in ieder geval verstaan:

  1. het opslaan van onklare voer- en vaartuigen of onderdelen daarvan en het plaatsen of geplaatst houden van onderkomens, voor zover dit geen onderdeel uitmaakt van de bedrijfsactiviteiten;

  2. het opslaan of opgeslagen houden, storten of lozen van puin, vuil of andere vaste of vloeibare afvalstoffen op de onbebouwde gronden, voor zover dit geen onderdeel uitmaakt van de bedrijfsactiviteiten;

  3. horeca, behalve waar dit middels een aanduiding wordt toegestaan.

  1. Het gebruik van ruimten van de woning en/of de vrijstaande bijbehorende bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit, wordt als gebruik overeenkomstig de bestemming aangemerkt, voorzover dit gebruik ondergeschikt blijft aan de woonfunctie en mits voldaan wordt aan de volgende voorwaarden:

  1. de woonfunctie blijft behouden;

  2. het ondergeschikte medegebruik van de woning en/of de bijbehorende bouwwerken dient beperkt te blijven tot een ruimte (of ruimten) met een maximum totale bruto-vloeroppervlakte van 25% van de bruto-vloeroppervlakte van de woning en de vrijstaande bijbehorende bouwwerken, met een maximum van 50 m2;

  3. het ondergeschikte medegebruik van de woning en/of de bijbehorende bouwwerken mag niet bestaan uit detailhandel (met uitzondering van kapsalons) en/of horeca en/of kinderopvang en/of prostitutie;

  4. er dient een directe relatie te bestaan tussen het aan huis verbonden (en uit te oefenen) beroep en de (hoofd)bewoner(s) van de woning;

  5. de uitoefening van het aan huis verbonden beroep mag (naar verwachting) geen ernstige hinder voor het woonmilieu opleveren of afbreuk doen aan de beleving van de woonomgeving;

  6. de uitoefening van het aan huis verbonden beroep mag er niet toe leiden dat er (naar verwachting) een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte ontstaat;

  7. de bebouwingskarakteristiek van de straat en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken worden niet onevenredig aangetast;

  8. er wordt geen blijvende onevenredige afbreuk gedaan aan de stedenbouwkundige structuur en/of de ruimtelijke kwaliteiten van het gebied;

  9. er ontstaan geen verkeersonveilige situaties.

 

 

8.5 Afwijken van de gebruiksregels

  1. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 8.1 onder n. omtrent het toegelaten bedrijf, ten behoeve van bedrijven met een milieucategorie van ten hoogste categorie 2 conform de Staat van bedrijfsactiviteiten, welke als bijlage bij deze planregels is gevoegd;

  2. De in lid 8.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan uitsluitend worden verleend, indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  1. de functionele en ruimtelijke structuur;

  2. het straat- en bebouwingsbeeld;

  3. externe veiligheid;

  4. de verkeerssituatie;

  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden en bouwwerken.

  1. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 8.4 onder a. indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.

 

 

8.6 Wijzigingsbevoegdheid

  1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen in die zin dat:

  1. de aanduiding 'horeca van categorie 1' wordt verwijderd;

  2. de aanduiding 'horeca van categorie 3' wordt verwijderd;

  3. de aanduiding 'horeca van categorie 4' wordt verwijderd;

  4. de aanduiding ‘specifieke vorm van cultuur en ontspanning – erotheek’ wordt verwijderd;

  5. de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' wordt verwijderd;

  6. de aanduiding 'bedrijf' wordt verwijderd;

  7. de aanduiding 'supermarkt' wordt verwijderd;

  8. de aanduiding 'seksinrichting' wordt verwijderd;

  9. de aanduiding 'bedrijf van categorie 1' wordt verwijderd;

  10. de aanduiding 'bedrijf van categorie 2' wordt verwijderd.

  1. Burgemeester en wethouders wijzigen het plan zoals genoemd onder a. enkel indien van de mogelijkheden welke zijn gegeven door de aanduiding op het betreffende perceel geen gebruik meer wordt gemaakt.