Plannaam: Buitengebied Almelo
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00034-0601
Type Plan: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk

Artikel 18 Wonen

 

18.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. de bestaande woningen met dien verstande dat:

    1. ter plaatse van de aanduiding 'maximum aantal wooneenheden' het aantal wooneenheden niet meer dan het aangegeven aantal mag bedragen;

    2. inwoning binnen de bestaande woning is toegestaan;

  2. aan huis verbonden beroepen met dien verstande dat de oppervlakte ten behoeve van deze functie maximaal 25% van de vloeroppervlakte van de gebouwen bedraagt tot een maximum van 50 m2;

  3. bed & breakfast (bestaande uit maximaal vier slaapkamers en één gemeenschappelijke huiskamer met een maximale oppervlakte van 30 m2 per kamer) binnen het bestaande hoofdgebouw;

  4. maximaal één paardenbak;

  5. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;

met bijbehorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tuinen en erven.

 

18.2 Bouwregels

 

18.2.1 Hoofdgebouwen

Hoofdgebouwen voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. goothoogte maximaal 5 m;

  2. bouwhoogte maximaal 9 m;

  3. inhoud maximaal 750 m3;

 

18.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Bijbehorende bouwwerken voldoen aan de volgende kenmerken:

  1. afstand tot het hoofdgebouw maximaal 25 m;

  2. gezamenlijke oppervlakte maximaal 100 m2 of niet meer dan de bestaande oppervlakte indien die meer dan 100 m2 bedraagt, met dien verstande dat vervangende nieuwbouw van bijbehorende bouwwerken maximaal 250 m² van de bestaande oppervlakte mag betreffen;

  3. goothoogte maximaal 3 m dan wel de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw +0,25 m;

  4. bouwhoogte maximaal de bouwhoogte van het hoofdgebouw -2 m, waarbij geldt dat de bouwhoogte in ieder geval 3 m mag bedragen en maximaal 6 m.

 

18.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, maximaal:

  1. erf- en terreinafscheidingen vóór (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 1 m;

  2. erf- en terreinafscheidingen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw 2 m;

  3. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 2 m;

  4. oppervlakte paardenbak maximaal 1.000 m2.

 

18.2.4 Herbouw woning

Herbouw van een woning is uitsluitend toegestaan op de bestaande locatie binnen het bestemmingsvlak met inachtneming van het bepaalde in artikel 18.2.1.

 

18.3 Afwijken van de bouwregels

 

18.3.1 Vergroting oppervlakte bijbehorende bouwwerken

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.2.2 onder b ten behoeve van het toestaan van een gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken van maximaal 150 m², met dien verstande dat:

  1. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

  2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

 

18.3.2 Vergroting oppervlakte bijbehorende bouwwerken bij sloop

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.2.2 onder b ten behoeve van het toestaan van een gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken van maximaal 250 m², met dien verstande dat:

  1. uitbreiding van de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken uitsluitend is toegestaan in geval van sloop van bestaande bijbehorende bouwwerken gelegen op gronden binnen de bestemmingen Agrarisch of Agrarisch met waarden, voor zover gelegen buiten het bouwvlak;

  2. de uitbreiding van de toegestane oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken 100% van de oppervlakte van de gesloopte bijbehorende bouwwerken bedraagt, met een maximum van 150 m²;

  3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

  4. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

 

18.3.3 Verplaatsing van de woning

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.2.4 ten behoeve van het verplaatsen van de woning, mits:

  1. woning op maximaal 25 m van de bestaande (voormalige) woning wordt gebouwd, met dien verstande dat wanneer in verband met het bepaalde in artikel 18.3.3 onder b een grotere afstand vereist is deze afstand wordt aangehouden;

  2. met betrekking tot wegverkeergeluid een aanvaardbaar woonklimaat wordt gerealiseerd;

  3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

  4. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

 

18.4 Afwijken van de gebruiksregels

 

18.4.1 Woningsplitsing

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.1 onder a voor het splitsen van woningen in meerdere woningen, mits:

  1. de te splitsen woning een inhoud heeft van minimaal 1.000 m3;

  2. de gesplitste woning een inhoud heeft van minimaal 400 m3;

  3. na splitsing geen verdere vergroting van de gesplitste woningen plaatsvindt;

  4. de bijbehorende bouwwerken zodanig worden gesplitst dat iedere woning maximaal 100 m2 krijgt en het meerdere wordt gesloopt, tenzij het monumentale of karakteristieke bebouwing betreft;

  5. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;

  6. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.

 

18.4.2 Inwoning

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.1 onder a voor het gebruik van een bij de woning bijbehorende bouwwerken voor inwoning, uitsluitend ten behoeve van mantelzorg, met dien verstande dat:

  1. het vloeroppervlak van bijbehorende bouwwerken ten behoeve van mantelzorg maximaal 75 m² mag bedragen;

  2. geen onevenredige aantasting mag plaatsvinden van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

 

18.4.3 Bed & breakfast

Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 18.1 voor het toestaan van bed & breakfast in bestaande bijbehorende bouwwerken, met dien verstande dat:

  1. bed & breakfast mag bestaan uit maximaal vier slaapkamers en één gemeenschappelijke huiskamer met een maximale oppervlakte van 30 m2 per kamer;

  2. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

  3. er geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

 

18.5 Wijzigingsbevoegdheid

 

18.5.1 Extra woningen bij sloop van bedrijfsbebouwing

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor de bouw van één of meerdere extra woningen, in verband met sloop van voormalige agrarische bebouwing, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. ter compensatie van de sloop van minimaal 850 m2 voormalige bedrijfsbebouwing en/of bijbehorende bouwwerken bij de bedrijfswoning, niet zijnde karakteristieke bebouwing en opgericht met een bouwvergunning voor 1 januari 2004, kan één compensatiewoning worden toegestaan;

  2. de sloop mag voor een deel plaatsvinden op de locatie van een ander voormalig agrarisch bedrijf, mits op de locatie van dit andere voormalige bedrijf ook alle voormalige bedrijfsbebouwing met uitzondering van karakteristieke bebouwing wordt gesloopt;

  3. bij sloop op twee locaties wordt de compensatiewoning op één van beide locaties toegestaan;

  4. de compensatiewoning mag niet worden teruggebouwd ter plaatse van de aanduiding 'reconstructiewetzone landbouwontwikkelingsgebied';

  5. de compensatiewoning mag een inhoud van maximaal 750 m3 hebben met daarbij bijbehorende bouwwerken met een oppervlakte van maximaal 100 m2 per woning;

  6. de bebouwing dient te worden gesitueerd op een kavel van minimaal 500 m2 en maximaal 1.000 m2 per woning;

  7. alle bebouwing die niet ten behoeve van het wonen wordt gebruikt dient te worden gesloopt met uitzondering van de gebouwen, tot een maximale oppervlakte van 300 m2, welke direct worden hergebruikt in het kader van vrijkomende agrarische bedrijfsgebouwen;

  8. er sprake is van een landschappelijke inpassing, waartoe een inpassingsplan dient te worden opgesteld;

  9. er geïnvesteerd wordt in het versterken van de ruimtelijke kwaliteit van de omgeving;

  10. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;

  11. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;

  12. de uitvoerbaarheid van het wijzigingsplan is gewaarborgd, in verband waarmee in elk geval aangetoond moet worden dat:

    1. bodemsanering niet noodzakelijk is dan wel vóór uitvoering van het wijzigingsplan zal plaatsvinden;

    2. geen onevenredige aantasting van aan de grond eigen zijnde archeologische waarden zal plaatsvinden dan wel geen ingrepen in de bodem zullen worden verricht;

    3. in risicogebieden voor wateroverlast aanvullende maatregelen met betrekking tot schadevrij bouwen en compensatie worden getroffen;

    4. met betrekking tot (spoor)wegverkeersgeluid een aanvaardbaar woonklimaat wordt gerealiseerd;

    5. met betrekking tot de luchtkwaliteit een aanvaardbaar leefklimaat wordt
      gerealiseerd, dan wel dat geen onevenredige verslechtering plaatsvindt;

    6. met betrekking tot de externe veiligheid een aanvaardbaar leefklimaat wordt gerealiseerd, dan wel dat geen onevenredige verslechtering plaatsvindt;

    7. beschermde planten- en diersoorten en biotopen niet onevenredig worden
      geschaad;

    8. het wijzigingsplan financieel uitvoerbaar is.

 

18.5.2 Omschakeling naar landhuis

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen ten behoeve van de realisatie van een landhuis, met inachtneming van de volgende voorwaarden:

  1. één landhuis mag worden gebouwd met dien verstande dat:

    1. de inhoud van het landhuis bedraagt maximaal 2.000 m³;

    2. het aantal woningen bedraagt maximaal 1;

  2. de bestaande bijbehorende bouwwerken worden gesloopt met dien verstande dat:

    1. maximaal 150 m² aan bestaande bijbehorende bouwwerken worden behouden;

    2. bijbehorende bouwwerken worden niet gesloopt, voor zover het monumentale of karakteristieke bebouwing betreft;

  3. minimaal 1,5 ha van het aansluitend gebied wordt ingezet voor het versterken van de landschappelijke waarden van het gebied;

  4. de instandhouding alsmede ontwikkeling van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen landschaps- en natuurwaarden, waaronder begrepen geomorfologische, bodemkundige, landschapsvisuele, ecologische en biologische waarden, wordt gegarandeerd;

  5. er sprake is van een landschappelijke inpassing, waartoe een inpassingsplan dient te worden opgesteld;

  6. in de nabijheid gelegen functies en waarden niet in onevenredige mate in hun ontwikkelingsmogelijkheden worden geschaad;

  7. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad.

 

18.5.3 Nevenactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het toelaten van bij de woning behorende en daaraan ondergeschikte nevenactiviteiten met bijbehorende voorzieningen, mits:

  1. het de vestiging van een bedrijf betreft als bedoeld in de categorieën 1 en 2 van de in Bijlage 3 opgenomen Staat van Bedrijfsactiviteiten, dan wel bedrijven die voor wat betreft de aard en omvang van de milieuhinder die het veroorzaken daaraan gelijk kunnen worden gesteld, met dien verstande dat het milieu niet extra mag worden belast ten opzichte van de milieubelasting van het gestopte agrarische bedrijf;

  2. er geen sprake is van detailhandel anders dan verkoop van ter plaatse geproduceerde artikelen;

  3. maximaal 30% van de oppervlakte van de bestaande en met bouwvergunning gebouwde voormalige bedrijfsbebouwing, die minimaal drie jaar in agrarisch gebruik zijn geweest, hiervoor wordt gebruikt en geen nieuwbouw ten behoeve hiervan plaatsvindt;

  4. opslag en stalling in verband met de nevenactiviteiten uitsluitend inpandig plaatsvinden;

  5. er geen sprake is van een onevenredige verkeersaantrekkende werking;

  6. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;

  7. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies
    en waarden;

  8. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

 

18.5.4 Recreatieve nevenactiviteiten

Burgemeester en wethouders kunnen het plan wijzigen voor het toestaan van bij de woning behorende en daaraan ondergeschikte recreatieve nevenactiviteiten in de vorm van:

  1. vakantieappartementen, mits:

    1. gerealiseerd in de bestaande en met bouwvergunning gebouwde voormalige bedrijfsbebouwing, die minimaal drie jaar in agrarisch gebruik zijn geweest;

    2. maximaal drie appartementen worden gerealiseerd met een woonoppervlak van maximaal 150 m2 per woning of appartement;

    3. er een inpassingsplan wordt overlegd;

    4. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;

    5. opslag en stalling in verband met de nevenactiviteiten uitsluitend inpandig plaatsvinden;

    6. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

    7. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;

  2. kleinschalige extensieve dagrecreatie met bijbehorende terrasvoorziening, mits:

    1. maximaal 450 m2 van de bedrijfsvloeroppervlakte van de bestaande en met bouwvergunning gebouwde voormalige bedrijfsbebouwing, die minimaal drie jaar in agrarisch gebruik is geweest, wordt gebruikt;

    2. maximaal 250 m2 van de buitenruimte intensief ten behoeve van de kleinschalige extensieve dagrecreatie met bijbehorende terrasvoorziening wordt gebruikt en de overige gronden slechts extensief;

    3. er een inpassingsplan wordt overlegd;

    4. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;

    5. opslag en stalling in verband met de nevenactiviteiten uitsluitend inpandig plaatsvinden;

    6. er geen aanpassing of verharding van de infrastructuur buiten het bestemmingsvlak noodzakelijk is;

    7. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

    8. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;

  3. groepsaccommodatie, mits:

    1. maximaal 1.000 m2 van de bedrijfsvloeroppervlakte van de bestaande en met bouwvergunning gebouwde voormalige bedrijfsbebouwing, die minimaal drie jaar in agrarisch gebruik is geweest, wordt gebruikt;

    2. er een inpassingsplan wordt overlegd;

    3. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;

    4. opslag en stalling in verband met de nevenactiviteiten uitsluitend inpandig plaatsvinden;

    5. er geen aanpassing of verharding van de infrastructuur buiten het bestemmingsvlak noodzakelijk is;

    6. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

    7. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;

  4. trekkershutten, mits:

    1. maximaal drie trekkershutten met een maximale oppervlakte van 18 m2 ieder voor maximaal vijf personen per hut worden opgericht;

    2. opgericht binnen het bestemmingsvlak met een maximale afstand van 50 m tot overige gebouwen;

    3. er een inpassingsplan wordt overlegd;

    4. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;

    5. opslag en stalling in verband met de nevenactiviteiten uitsluitend inpandig plaatsvinden;

    6. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

    7. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden;

  5. kleinschalig kamperen, mits:

    1. maximaal 25 kampeermiddelen per bedrijf worden opgericht;

    2. het kampeerterrein binnen dan wel direct aansluitend aan het bestemmingsvlak wordt gesitueerd;

    3. buiten de periode van 1 april tot en met 30 september geen kampeermiddelen op het terrein aanwezig zijn;

    4. maximaal 75 m2 aan bebouwing wordt opgericht ten behoeve van sanitaire voorzieningen binnen het bestemmingsvlak;

    5. er een inpassingsplan wordt overlegd;

    6. voorzien wordt in voldoende parkeergelegenheid op eigen terrein;

    7. opslag en stalling in verband met de nevenactiviteiten uitsluitend inpandig plaatsvinden;

    8. er geen aanpassing of verharding van de infrastructuur buiten het bestemmingsvlak noodzakelijk is;

    9. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van in de omgeving aanwezige functies en waarden;

    10. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van de belangen van eigenaren en gebruikers van omliggende gronden.

 

18.5.5 Stapeling van wijzigingen uit artikel 18.5.4.

Bij een combinatie van een wijziging voor trekkershutten en een wijziging voor kleinschalig kamperen, wordt het aantal trekkershutten in mindering gebracht op het aantal toegestane kampeermiddelen.