Plannaam: Windmolenbroek - Groeneveld
IMRO-idn: NL.IMRO.0141.BP00017-0601
Type Plan: gemeentelijke overheid/bestemmingsplan
Status: Onherroepelijk

Artikel 11 Maatschappelijk - 1

 

11.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. een ziekenhuis en andere daarmee verbonden medische doeleinden;

  2. detailhandel, zoals een tijdschriften- en fruitwinkel, bloemenzaak, cadeaushop, supermarkt en lingeriezaak;

  3. zorggerelateerde detailhandel;

  4. maatschappelijke dienstverlening;

  5. persoonlijke dienstverlening;

  6. geldautomaat;

  7. kinderopvang;

  8. horeca van categorie 4;

  9. een helicopter-landplaats ter plaatse van de aanduiding 'luchtverkeer';

  10. een sportveld ter plaatse van de aanduiding 'sportveld';

  11. verkeersvoorzieningen ten behoeve van het bestemmingsverkeer;

  12. straatmeubilair zoals abri's, reclame- en informatieobjecten, kunstwerken, vlaggenmasten en dergelijke;

  13. voorzieningen ten behoeve van de waterhuishouding, waaronder begrepen voorzieningen ten behoeve van het vasthouden, bergen, aan- en afvoeren van water;

 

met de daarbij behorende gebouwen, bouwwerken, geen gebouwen zijnde, verhardingen en groenvoorzieningen.

 

11.2 Bouwregels

 

11.2.1 Hoofdgebouwen

Binnen deze bestemming mogen gebouwen ten dienste van deze bestemming worden gebouwd met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. de gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;

  2. voor de bouwhoogtes gelden de ter plaatse aanwezige aanduidingen op de verbeelding;

  3. het bebouwingspercentage bedraagt maximaal 50%.

 

11.2.2 Bijbehorende bouwwerken

Binnen deze bestemming mogen bijbehorende bouwwerken ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. de goothoogte en/of bouwhoogte bedraagt maximaal 3.30 meter;

  2. de gezamenlijke oppervlakte van alle bijbehorende bouwwerken buiten het bouwvlak bedraagt maximaal 200 m2, met dien verstande dat tenminste 50% van het buiten het bouwvlak gelegen bouwperceel onbebouwd en onoverdekt blijft;

  3. de oppervlakte van de bijbehorende bouwwerken die op dat gedeelte van het bouwperceel zijn of worden gebouwd, waar het hoofdgebouw nog volgens het bepaalde in artikel 11.2.1 onder a. als hoofdgebouw vergroot kan worden, wordt niet gerekend tot de gezamenlijke oppervlakte aan bijbehorende bouwwerken.

 

11.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Binnen deze bestemming mogen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van deze bestemming worden gebouwd, met inachtneming van de volgende bepalingen:

  1. de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van verlichting bedraagt maximaal 10 meter;

  2. de bouwhoogte van vlaggenmasten bedraagt maximaal 8 meter;

  3. de bouwhoogte van reclamemasten bedraagt maximaal 6 meter;

  4. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt maximaal 3 meter.

 

11.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmeting van de bebouwing, ten behoeve van:

  1. een samenhangend straat en bebouwingsbeeld;

  2. de verkeersveiligheid;

  3. de milieusituatie;

  4. de sociale veiligheid;

  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

11.4 Specifieke gebruiksregels

  1. Het is verboden de in deze bestemming begrepen gronden en de daarop voorkomende opstallen te gebruiken of in gebruik te geven of te laten voor een doel of op een wijze strijdig met deze bestemming.

  2. De detailhandel is gerelateerd aan het ziekenhuis.

  3. De maximale verkoopvloeroppervlakte van de detailhandel bedraagt 50 m2 per winkel.

  4. De gezamenlijke totale maximale verkoopvloeroppervlakte van de detailhandel en de zorggerelateerde detailhandel bedraagt 1050 m2, waarvan de totale maximale verkoopvloeroppervlakte van de detailhandel 400 m2 bedraagt.

 

11.5 Afwijken van de gebruiksregels

  1. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.4 lid c voor het vergroten van de maximale verkoopvloeroppervlakte van de detailhandel naar 100 m2 per winkel.

  2. Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 11.4, indien strikte toepassing daarvan zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, welke beperking niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.