Artikel 28      Wijzigingsbevoegdheid

Algemene wijzigingsbevoegdheid ten behoeve van overschrijding bestemmingsgren­zen

A.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de in het plan opgenomen bestemmingen te wijzigen ten behoeve van overschrijding van grens van de bestemming, voor zover dit van belang is voor een technisch betere realisering van bestemmingen of bouwwerken dan wel voor zover dit nood­zakelijk is in verband met de werkelijke toestand van het ter­rein; de overschrijdingen mogen ech­ter niet meer dan 3 m bedragen en het bestem­mingsvlak mag met niet meer dan 10% worden vergroot.

 

                       

Wijziging ten behoeve van verwijdering van bestemming archeologisch waarde

B.

Burgemeester en wethouders kunnen van een of meer be­stemmingsvlakken de bestemming waarde-archeologie geheel of gedeeltelijk verwijderen, indien:

a.              uit nader archeologisch onderzoek is gebleken dat ter plaatse geen archeo­lo­gische waar­den aanwezig zijn;

b.              het op grond van nader archeologisch onderzoek niet meer noodzakelijk wordt geacht dat het bestemmingsplan ter plaatse in bescherming en veiligstelling van archeologische waarden voorziet.

 

Wijzigingsbevoegdheid per wijzigingsgebied

C.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd de bestemmingen van de gronden die op de plankaart zijn voorzien van de aanduiding:

 

1.

aWZ I te wijzigen in de bestemmingen wonen, gemengd-maatschappelijk en sport, ver­keer-verblijf, water en/of groen met inachtneming van de volgende bepa­lingen:

 

 

a.

er worden maximaal 21 woningen gerealiseerd;

 

 

b.

er worden maximaal 3 woningen per woonblok gerealiseerd;

 

 

c.

de voorgevel van het hoofdgebouw wordt op minimaal 5 m uit de grens van het bouwperceel gebouwd;

 

 

d.

de maatvoering van de hoofdgebouwen voldoet aan bouwklasse B van het bouw­schema zoals opgenomen in lid E;

 

 

e.

er wordt voldoende parkeergelegenheid gerealiseerd;

 

 

f.

een besluit tot wijziging is pas toegestaan nadat de waterbeheerder een po­sitief advies heeft uitgebracht over de benodigde compenserende maatre­gelen als gevolg van eventuele dempingen van sloten, verandering van het waterpeil en/of toename van verharding;

 

2.

aWZ II te wijzigen in de bestemmingen wonen, gemengd-maatschappelijk en sport, ver­keer-verblijf en/of groen met inachtneming van de volgende bepalingen:

 

 

a.

er worden maximaal 44 woningen gerealiseerd;

 

 

b.

er worden maximaal 3 woningen per woonblok gerealiseerd;

 

 

c.

de voorgevel van het hoofdgebouw wordt op minimaal 5 m uit de grens van het bouwperceel gebouwd;

 

 

d.

de maatvoering van de hoofdgebouwen voldoet aan bouwklasse B van het bouw­schema zoals opgenomen in lid E;

 

 

e.

er wordt voldoende parkeergelegenheid gerealiseerd;

 

 

f

een besluit tot wijziging is pas toegestaan nadat de waterbeheerder een po­sitief advies heeft uitgebracht over de benodigde compenserende maatre­gelen als gevolg van eventuele dempingen van sloten, verandering van het waterpeil en/of toename van verharding;

 

3.

aWZ III te wijzigen in de bestemmingen wonen, verkeer-verblijf, water en/of groen met inacht­neming van de volgende bepalingen:

 

 

a.

er worden maximaal twee woningen gerealiseerd;

 

 

b.

de hoofdgebouwen worden op minimaal 5 m uit de zijdelingse perceels­grenzen en op minimaal 12 m uit de wegas gebouwd;

 

 

c.

de maatvoering van de hoofdgebouwen voldoet aan bouwklasse A van het bouw­schema zoals opgenomen in lid E;

 

 

d.

een besluit tot wijziging is pas toegestaan nadat de waterbeheerder een po­sitief advies heeft uitgebracht over de benodigde compenserende maatre­gelen als gevolg van eventuele dempingen van sloten, verandering van het waterpeil en/of toename van verharding;

 

4.

aWZ IV te wijzigen in de bestemmingen gemengd-sport en recreatie met inacht­neming van de volgende bepaling:

 

 

-        een besluit tot wijziging is pas toegestaan nadat de waterbeheerder een po­sitief advies heeft uitgebracht over de benodigde compenserende maatre­gelen als gevolg van eventuele dempingen van sloten, verandering van het waterpeil en/of toename van verharding.

 

5.

aWZ VI te wijzigingen in de bestemmingen bedrijf-nutsvoorziening, bedrijven­ter­rein, wonen, gemengd-sport en recreatie, verkeer-verblijf, water, en/of groen met inachtne­ming van de volgende bepalingen:

 

 

a.

er worden maximaal 29 woningen gerealiseerd;

 

 

b.

er worden maximaal 8 bedrijfskavels gerealiseerd met per bedrijf ten hoogste één bedrijfswoning met bijbehorende aanbouwen, uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen;

 

 

c.

het oppervlak per bedrijfskavel bedraagt maximaal 2.000 ;

 

 

d.

het brutovloeroppervlak per kantoor is maximaal 1.500 ;

 

 

e.

de voorgevel de woning wordt op minimaal 5 m uit de grens van het bouw­perceel gebouwd;

 

 

f.

de maatvoering van de hoofdgebouwen voldoet aan bouwklasse A van het bouw­schema zoals opgenomen in lid E;

 

 

g.

er wordt voldoende parkeergelegenheid gerealiseerd;

 

 

h.

binnen de op de plankaart aangegeven 50 dB(A)-zone zijn geen geluidsge­voelige functies toegestaan;

 

 

i.

binnen een straal van 45 m gemeten vanaf het gebied waarvoor wijzigings­bevoegdheid V geldt, is geen nieuwe bebouwing toegestaan;

 

 

j.

de geluidsbelasting vanwege wegverkeerslawaai en industrielawaai op de gevel ten hoogste de wettelijke voorkeursgrenswaarde bedraagt;

 

 

k.

de eventuele toename van het groepsrisico onderzocht is en bij daadwer­ke­lijke toename van het groepsrisico dit ook verantwoord is;

 

 

l.

een besluit tot wijziging is pas toegestaan nadat de waterbeheerder een po­sitief advies heeft uitgebracht over de benodigde compenserende maat­re­ge­len als gevolg van de eventueel dempingen van sloten, verandering van het waterpeil en/of toename van verharding;

 

 

m.

aan de west- en zuidzijde van het plangebied dient een plantsingel met een minimale breedte van 5 m te worden aangelegd als overgang naar het aan­grenzende buitengebied.

D.

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd op de gronden die op de plankaart zijn voor­zien van de aanduiding aWZ V te wijzigen teneinde één lpg-vulpunt voor de aanvoer van lpg naar het lpg-verkooppunt met een maximale lpg-doorzet van 1.000  per jaar en een ondergronds reservoir voor lpg toe te staan, met inachtneming van de volgende bepalingen:

 

1.

in de toelichting op het wijzigingsbesluit worden afwijkingen van de richtafstanden voor beperkt kwetsbare objecten, zoals bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen, gemotiveerd;

 

2.

in de toelichting op het wijzigingsbesluit wordt een verantwoording van het groeps­risico in het invloedsgebied rondom het lpg-vulpunt en het ondergrondse reservoir gegeven; een berekening van het groepsrisico in de nieuwe situatie maakt daar­van onderdeel uit;

 

3.

alvorens tot planwijziging over te gaan, wordt advies ingewonnen bij de Veilig­heidsregio;

 

4.

een besluit tot wijziging is pas toegestaan nadat de waterbeheerder een po­sitief advies heeft uitgebracht over de benodigde compenserende maatre­gelen als gevolg van eventuele dempingen van sloten, verandering van het waterpeil en/of toename van verharding.

 


 

E.

De maatvoering van de hoofdgebouwen voldoet per bouwklasse aan onderstaand bouwschema:

 

 

 

bouwklasse

goothoogte

bouwhoogte

dakhelling

dakhelling

 

maximaal

maximaal

minimaal

maximaal

A

4 m

11 m

30˚

70˚

B

8 m

14 m

30˚

70˚

 

F.

Een besluit tot wijziging is pas toegestaan nadat is gebleken dat de bodem geschikt is voor de beoogde functies.

 

G.

Het bepaalde in artikel 5, 6, 9, 10, 11, 15, 16 en 17 is van overeenkomstige toepassing.

 

 

 

 

Bijzondere bepalingen

 

H.

Zolang de in lid C, D, E, F en G bedoelde uitwerking niet onherroepelijk is, mogen bouwwerken slechts worden gebouwd;

 

 

wanneer:

het bouwplan past binnen het ontwerpwijzigingsplan:

 

en:

van Gedeputeerde Staten:

-      vooraf een verklaring van geen bezwaar over het uitwerkingsplan is ontvan­gen;

-      of, een verklaring is afgegeven dat voor uitwerking geen goedkeu­ring nodig is en tijdens de termijn van terinzagelegging geen zienswijzen tegen het ontwerpwijzigingsplan zijn ingebracht.

 

 

 

Wijzigingsprocedure

 

I.

Bij het gebruikmaken van de bevoegdheid tot wijziging van het bestemmingsplan, op grond van lid C, D, E, F en G is de volgende procedure van toepassing:

 

 

1.

Een verzoek om wijziging of uitwerking, overeenkomstig artikel 11 van de Wet op de Ruim­telijke Ordening, ligt met bijbehorende stukken 4 weken ter inzage.

 

 

2.

Burgemeester en wethouders maken de terinzagelegging bekend:

 

 

 

a.

in één of meer dag- of nieuwsbladen, die in de gemeente worden verspreid;

 

 

b.

en verder op de gebruikelijke wijze.

 

3.

In de bekendmaking staat vermeld dat schriftelijk zienswijzen kunnen worden in­gediend.

 

 

4.

Tijdens de in sub 1 genoemde termijn kunnen belanghebbenden bij burgemeester en wet­houders schriftelijk zienswijzen indienen over het verzoek om wijziging van het bestem­mingsplan.