Parapluplan Parkeernormen gemeente Emmen    

Toelichting     

Hoofdstuk 1 Inleiding     

Met de inwerkingtreding (29 november 2014) van de reparatiewet BZK 2014, vervallen per

1 juli 2018 de bepalingen van de Woningwet die de grondslag vormen voor het opnemen van stedenbouwkundige voorschriften in de gemeentelijke Bouwverordening. In de bouwverordening zijn regels opgenomen die het de gemeente mogelijk maakt om parkeernormen te kunnen opleggen. Het opleggen van een parkeernorm is gekoppeld aan een concrete omgevingsvergunning. Dit geldt ook voor de laad- en losplaatsen. Een parkeerregeling is vaak noodzakelijk om een goede ruimtelijke afweging te kunnen maken bij het (nieuwbouw)ontwikkelingen. Het aanwezig zijn van voldoende parkeervoorzieningen en voldoende laad- en losplaatsen is mede bepalend voor de beoordeling of er sprake is van een goed woon- en leefklimaat.

De Reparatiewet BZK 2014 regelt nu dat gemeenten de stedenbouwkundige bepalingen uit de Bouwverordening moeten opnemen in bestemmingsplannen. Voor 1 juli 2018 moet dus een parkeerregeling zijn opgenemen in alle bestaande bestemmingsplannen. Als er geen parkeerregeling en een regeling voor laad- en losplaatsen in de bestaande bestemmingsplannen wordt opgenomen kan de gemeente geen enkele parkeernorm bij nieuw- en verbouw opleggen en vervallen de bestaande opgelegde normen. Het voorliggende bestemmingsplan maakt het weer mogelijk dat de gemeente ook na 1 juli 2018 parkeernormen kan opleggen. Parkeernormen worden gekoppeld aan de omgeving- svergunning. Dit geldt ook voor de laad- en losplaatsen.

Op 19 oktober 2017 heeft de gemeenteraad de "Integrale parkeervisie gemeente Emmen" vastgesteld. Het is dan nu ook tijd tot het opstellen van een paraplubestemmingsplan parkeren voor het grondgebied van de gehele gemeente Emmen.

Het Besluit ruimtelijke ordening bepaalt in artikel 3.1.2, tweede lid, onder a, dat ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening een bestemmingsplan regels kan bevatten waarvan de uitleg bij de uitoefening van een daarbij aangegeven bevoegdheid, afhankelijk wordt gesteld van een vastgestelde beleidsregels. De Integrale parkeervisie gemeente Emmen is een dergelijke beleidsregel.

Door in de planregels te bepalen dat rekening gehouden moet worden met de actule parkeernormen en normen voor laad- en losplaatsen zoals vastgelegd in het gemeentelijke beleid hoeft bij een beleidswijzging het bestemmingsplan niet opnieuw te worden aangepast. Het blijft bij deze eenmalige aanpassing.

Hoofdstuk 2 Beleid     

2.1 Gemeentelijk beleid     

2.1.1 Verkeersbeleid     

Het Gemeentelijk Verkeer en Vervoer Plan (GVVP) ( december 2013) gaat uit van de inrichting van wegen volgens de Duurzaam veilig-principes. De wegen in de gemeente Emmen zijn gecategoriseerd conform Duurzaam Veilig met als doel een optimale afstemming te bereiken tussen de functie van de weg, de vormgeving en het gebruik ervan door de weggebruiker. Hiermee wordt beoogd onbedoeld gebruik van de weg, conflicten met hoge snelheids- en richtingsverschillen, alsmede onzeker gedrag te voorkomen. De wegen zijn verdeeld in drie categorieën, stroomwegen, gebiedsontsluitingsweg en erftoegangswegen. Verder zet het GVVP in op een multimodale benadering van verkeer. Dit houdt in dat niet enkel naar de bereikbaarheid per auto wordt gekeken maar nadrukkelijk ook naar andere vervoersmodaliteiten, zoals het openbaar vervoer of de fiets. Het openbaar vervoer - zowel bus als trein - valt onder verantwoordelijkheid van de provincie, c.q. het OV-Bureau Groningen-Drenthe (voor de bus). De gemeente draagt als belangrijke gesprekspartner bij aan een goede openbaar vervoer-bereikbaarheid van de stad, de wijken en dorpen. Het beleid is erop gericht de betekenis van bus en trein in de totale mobiliteit te vergroten. Er is sprake van een meer gematigde groei van het autoverkeer ten opzichte van eerdere prognoses. Mede door de grotere betekenis van openbaar vervoer en fiets in het beleid, is er ruimtelijk gezien - naast de grootschalige realisatie van ondergronds parkeren in het centrum - weinig tot geen behoefte aan uitbreiding van specifieke (auto-)wegvoorzieningen.

2.1.2 Integrale parkeervisie     

In oktober 2017 heeft de gemeenteraad van Emmen de "Integrale parkeersvisie gemeente Emmen" vastgesteld. Deze visie vervangt de parkeernota van 2010.

De visie is het kader voor het bepalen van de parkeeropgave bij fysieke ontwikkelingen op alle niveaus. Het is een leidraad voor het beoordelen van de parkeeropgave van stedenbouwkundige visies & plannen voor (her-)ontwikkeling van de fysieke leefomgeving en is ook het kader dat invulling geeft aan het begrip “voldoende parkeer- of stallingsruimte dan wel voldoende laad- of losruimte in bestaande en op ontwikkeling gerichte nieuwe bestemmingsplannen. De visie bevat ten aanzien van de hoeveelheid parkvoorzieningen en het aantal los- en laadplaatsen het beoordelingskader voor het verlenen van een omgevingsvergunning voor het bouwen en- of wijzigen gebruik.

Voor toekomstige (nieuwbouw)ontwikkelingen is in de parkeervisie de landelijke richtlijnen van het CROW leidraad. Uitgangspunt blijft inbeginsel voldoende parkeerruimte op eigen terrein. Als dit niet kan, kan eventueel teruggevallen worden op parkeren in de openbare ruimte, waarvoor aan de gemeente een afkoopsom wordt betaald.

2.2 Provinciaal beleid     

De provincie Drenthe heeft de Omgevingsvisie Drenthe en de Omgevingsverordening Drenthe vastgesteld. Hierin is het ruimtelijk beleid van de provincie vastgelegd. In het beleid van de provincie staan de zorg voor ruimtelijke kwaliteit en duurzaamheid centraal. Deze elementen zijn derhalve binnen de hele omgevingsvisie terug te vinden.

De sturingsfilosofie van de provincie is als volgt samen te vatten: als sprake is van een bepaalde ontwikkeling, dan moet eerst worden nagegaan, aan de hand van de generieke beleidsuitgangspunten die in de Omgevingsvisie zijn opgenomen, of er behoefte is aan de ontwikkeling. Indien dat zo is, moet worden nagegaan of de gekozen plek geschikt is voor het aldaar doorvoeren van de ontwikkeling.

Er is bij het voorligende bestemmingsplan geen sprake van provinicale belangen, waardoor de conclusie is dat het plan niet in strijd is met het provinciaal beleid.

2.3 Rijksbeleid     

Op 13 maart 2012 is de Structuurvisie Ruimte en Infrastructuur (hierna: SVIR) vastgesteld. Daarmee is het nieuwe ruimtelijke en mobiliteitsbeleid zoals uiteengezet in de SVIR van kracht geworden. De SVIR geeft de ambitie aan voor Nederland in 2040. Die ambitie is vertaald in doelen voor de middellange termijn tot 2028.

Uitgangspunt van de SVIR is decentraal wat kan, centraal wat moet. Bij het bepalen van wat centraal moet, zijn slechts 13 rijksbelangen omschreven. Een rijksverantwoordelijkheid is slechts dan aan de orde, als:

  • een onderwerp nationale baten en/of lasten heeft en de doorzettingsmacht van provincies en gemeenten overstijgt, of;
  • over een onderwerp internationale verplichtingen of afspraken zijn aangegaan, of;
  • het een onderwerp betreft dat provincie- of landsgrensoverschrijdend is en ofwel een hoog afwentelingsrisico kent ofwel in beheer bij het Rijk is.

Er is bij het voorliggende bestemmingsplan geen sprake van rijksbelangen, waardoor de conclusie is dat het plan niet in strijd is met het rijksbeleid.

Hoofdstuk 3 Toelichting op de planregels en verbeelding     

3.1 Algemeen     

Het bestemmingsplan bestaat uit de plantoelichting, regels en verbeelding. De regels en de verbeelding vormen het juridisch bindende gedeelte van een bestemmingsplan. De verbeelding en de regels moeten altijd in samenhang worden gebruikt. De plantoelichting is bedoeld om de verbeelding en de regels te verduidelijken en om gemaakte keuzes te verantwoorden aan de hand van ruimtelijk beleid.

Het bestemmingsplan Parapluplan Parkeernormen gemeente Emmen is een plan dat regels bevat ten aanzien van parkeren in de bestaande bestemmingsplannen in de gemeente Emmen.Dit geldt ook voor het laad- en losplaatsen.

Met het voorliggende bestemmingsplan heeft de gemeente voldaan de Reparatiewet BZK 2014.

Met de indeling van het bestemmingsplan zoals de naamgeving van de bestemmingen, opbouw van de regels en de weergave van op de verbeelding wordt aangesloten op landelijk geldende standaarden, onder meer Informatiemodel Ruimtelijke Ordening (IMRO2012) en de Standaard Vergelijkbare Bestemmingsplannen (SVBP2012).

Het bestemmingsplan kent geen afzonderlijke bestemmingen.

3.2 Toelichting op de verbeelding     

Het bestemmingsplan omvat het gehele grondgebied van de gemeente Emmen. De plangrens valt dus samen met begrenzing van de gemeente. Het bestemmingsplan bevat geen bestemmingen. Op de verbeelding staan dan ook geen bestemmingen aangegeven.

3.3 Toelichting op de regels     

De regels zijn een juridisch instrumentarium voor het regelen van het gebruik van de gronden en bebouwing, bepalingen omtrent de toegelaten bebouwing en regelingen betreffende het gebruik van aanwezige en/of op te richten bebouwing. Bij het opstellen van de regels is geprobeerd om de regels zo beperkt mogelijk te houden door alleen te regelen wat nodig is.

Artikel 1 bevat de inleidende bepalingen.

Artikel 2 bevat de anti-dubbeltelbepaling. Dit artikel is op basis van het Bro verplicht.

Artikel 3 bevat de parkeerregeling en laad- en losplaatsen bij gebruik van gronden en bouwwerken

Op basis van de huidige wet- en regelgeving kan op relatief eenvoudige wiijze het gebruik van een bestaand pand worden gewijzigd. Wijziging van het gebruik van een pand of gronden kan van (grote) invloed hebben op de parkeersituatie. Deze regeling bepaalt dat ingeval van wijziging van het gebruik de gemeente eisen kan stellen aan de parkeernormen en laad- en losplaatsen. De regeling is flexibel zodat per concreet geval kan worden bekeken of er sprake is van voldoende parkeergelenheid. en laad- en losplaasten.

Bij de bepaling van het "voldoende parkeergelegenheid" en "voldoende laad- en losplaatsen" dient de normering van de meest recente pakeervisie c.q -parkeernota te worden gehanteerd. Wanneer daarin uitgegaan wordt van brandbreedtes, dient te worden uitgegaan van de gemiddelde parkeernorm van het betreffende gebruik. Bij het verlenen van een omgevingsvergunning kan hiervan gemotiveerd worden afgeweken. Dit geldt ook voor het aantal los- en laadplaatsen.

Artikel 4.1 bevat de van toeassing verklaring.

Artikel 4.2 bevat de parkeerregeling en laad- en losplaatsen bij bouwen.

De regeling bepaalt dat ingeval van een bouwactiviteit de gemeente eisen kan stellen aan de parkeernormen. en laad- en losplaatsen. De regeling is flexibel zodat per concreet geval kan worden bekeken of er sprake is van voldoende parkeergelenheid en/flaad- en losplaatsen.

Artikel 5 bevat de overgangsregeling.

Artikel 6 bevat de slotregel.

3.4 Handhaving     

Met dit bestemmingsplan heeft actueel parkeerbeleid zijn doorwerking in de regels gekregen. De plaats en het aantal parkeerplaatsen worden krachtens een voorschrift aan de omgevingsvergunning verbonden. Hiermee is er duidelijke handhavingsgrondslag.

Hoofdstuk 4 Maatschappelijke betrokkenheid     

4.1 Overleg ex. artikel 3.1.1 Bro en zienswijzen     

Ondanks dat er geen direct betrokken belangen zijn van andere overheden heeft er toch een beperkt vooroverleg plaatsgevonden met de provincie Drenthe van twee weken. Er is geen reactie ontvangen.

4.2 Zienswijzen op het ontwerpbestemmingsplan     

Tegen het bestemmingsplan Parapluplan Parkeernormen gemeente Emmen zijn geen zienswijzen ingediend. De provincie heeft aangegeven met het plan te kunnen instemmen. Ten opzichte van het ontwerpplan zijn geen wijzigingen aangebracht.

Regels     

Hoofdstuk 1 Inleidende regels     

Artikel 1 Begrippen     

1.1 Plan:     

het bestemmingsplan Parapluplan Parkeernormen gemeente Emmen met identificatienummer NL.IMRO.0114.2017025-P701 van de gemeente Emmen;

1.2 Aanduiding:     

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels, regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden;

1.3 Aanduidingsgrens:     

de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft;

1.4 Bestaand:     

bestaand ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan;

1.5 Bestaande bebouwing:     

bebouwing aanwezig op de eerste dag van de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan;

1.6 Bestemmingsgrens:     

Het gehele grondgebied van de gemeente Emmen;

1.7 Bestemmingsplan:     

de geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen;

1.8 Bestemmingsvlak:     

een geometrisch bepaald vlak of figuur, waamee gronden zijn aangeduid, t eenzelfde bestemming;

1.9 Bouwperceel:     

een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels     

Dit bestemmingsplan bevat geen bestemmingsregels.

Hoofdstuk 3 Algemene regels     

Artikel 2 Anti-dubbeltelregel     

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 3 Algemene gebruiksregels     

3.1 Parkeerregeling gebruik     

a. gronden en bouwwerken mogen niet worden gebruikt ten behoeve van het veranderen en/of wijzigen van het gebruik van bouwwerken waardoor op het bijbehorende bouwperceel of in de directe omgeving niet in voldoende parkeergelegenheid en laad- en losplaatsen kan worden voorzien.

b. Deze regeling geldt niet voor het vergunde bestaande gebruik van gronden en bouwwerken op het moment van de inwerkingtreding van het plan.

3.2 Afwijken van de gebruikregels     

a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaald in artikel 3.1. sub a voor het toestaan van het veranderen van het gebruik van gronden en bouwwerken indien op het bijbehorend bouwperceel of in de directe omgeving in voldoende parkeergelegenheid en laad en losplaatsen wordt voorzien.

b. Voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning wordt aan de hand van de meeste recente parkeervisie van de gemeente Emmen op het moment van de aanvraag om een omgevingsvergunning bepaald of is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en/of voldoende laad- en losplaatsen voor hetgeen is aangevraagd.

c. krachtens een voorschrift verbonden aan de omgevingsvergunning dient in voldoende mate verzekerd te zijn dat voldoende parkeergelegenheid zoals bedoeld in sub b wordt gerealiseerd en in stand wordt gehouden.

d. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en b en worden toegestaan dat in minder parkeergelengheid en/of laad- en losplaatsen wordt voorzien en instandgehouden, mits ter plaatse geen oneveredige afbreuk aan de parkeersituatie plaatsvindt.

Artikel 4 Overige regels     

4.1 Van toepassingsverklaring     

Het Parapluplan Parkeernormen gemeente Emmen zoals bedoeld in artikel 1.1 is van toepassing op het gehele grondgebied van de gemeente Emmen.

4.2 Parkeerregeling bouwen     

a. Een bouwwerk, waarvan een parkeerbehoefte en/of laad- en losplaatsen wordt verwacht, mag niet worden gebouwd of verbouwd wanneer op het bijbehorende bouwperceel of in de directe omgeving niet in voldoende parkeergelenheiden en/of laad- en losplaatsen is voorzien.

b. Voorafgaand aan de verlening van een omgevingsvergunning wordt aan de hand van de meeste recente parkeervisie van de gemeente Emmen op het moment van de aanvraag om een omgevingsvergunning bepaald of is voorzien in voldoende parkeergelegenheid en/of laad- en losplaatsen voor hetgeen is aangevraagd.

c. krachtens een voorschrift verbonden aan de omgevingsvergunnng dient in voldoende mate verzekerd te zijn dat voldoende parkeergelegenheiden en/of laad- losplaaten zoals bedoeld in sub b wordt gerealiseerd en instand wordt gehouden.

d. Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in sub a en b en worden toegestaan dat in minder parkeergelegenheid en/of laad- losplaatsen wordt voorzien en instandgehouden, mits ter plaatse geen onevenredige afbreuk aan de parkeersituatie plaatsvindt.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels     

 

Artikel 5 Overgangsrecht     

5.1 Overgangsrecht bouwwerken     

  1. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,
    1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  2. Burgemeester en wethouders kunnen eenmalig in afwijking van het eerste lid een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in het eerste lid met maximaal 10%.
  3. Het eerste lid is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

5.2 Overgangsrecht gebruik     

  1. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.
  2. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in het eerste lid, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.
  3. Indien het gebruik, bedoeld in het eerste lid, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.
  4. Het eerste lid is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel     

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan Parapluplan Parkeernormen gemeente Emmen .