direct naar inhoud van Artikel 5 Gemengd
Plan: Erfgoedkwartier
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0106.00BP20080000000001-0005

Artikel 5 Gemengd

5.1 5.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. dienstverlening;
  • b. kantoor;
  • c. maatschappelijk;
  • d. wonen;
  • e. het behoud, de bescherming en/of het herstel van de cultuurhistorische waarden, indien en voor zover de gronden op de kaart zijn aangeduid met cultuurhistorische waarden (rijksmonument) of karakteristiek (gemeentelijk monument);

met daarbij behorende:

  • f. gebouwen;
  • g. bouwwerken, geen gebouw zijnde;
  • h. andere-werken;
  • i. tuinen;
  • j. erven;
  • k. terreinen;
  • l. wegen en paden;
  • m. waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • n. groenvoorzieningen;
  • o. parkeervoorzieningen;
5.2 Bouwregels

Op de voor 'Gemengd' aangewezen gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd.

5.2.1 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  • a. een hoofdgebouw dient binnen een bouwvlak te worden gebouwd;
  • b. de goothoogte of de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan de op de plankaart aangegeven goot(nok)hoogte respectievelijk bouwhoogte;
  • c. afwijkingen in maten en afmetingen zoals die bestaan na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan mogen gehandhaafd worden.
5.2.2 Aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen

Voor een aanbouw, een uitbouw en een bijgebouw gelden de volgende regels:

  • a. de afstand tot de voorgevel van een hoofdgebouw en het verlengde daarvan mag niet minder dan 3 m bedragen, danwel indien sprake is van een kleinere afstand, de reeds bestaande afstand;
  • b. de afstand tot de grens van de bestemming Verkeer en Verkeers - Verblijfsgebied mag niet minder dan 1 m bedragen, danwel indien sprake is van een kleinere afstand, de reeds bestaande afstand;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw ten hoogste 65 m2 bedraagt - danwel indien sprake is van een grotere oppervlakte, de reeds bestaande oppervlakte - met dien verstande dat:
    • 1. bij de berekening van de oppervlakte niet wordt meegerekend de oppervlakte binnen het bouwvlak, voor zover gelegen tussen het verlengde van de zijgevels van het hoofdgebouw;
    • 2. het totale bebouwingspercentage van de gronden gelegen achter de voorgevel van het hoofdgebouw en het verlengde daarvan niet meer bedraagt dan 60;
  • d. de bouwhoogte van een aanbouw, een uitbouw of een aangebouwd bijgebouw mag niet meer dan 6 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van een aan- en uitbouw nimmer meer bedraagt dan de hoogte van het hoofdgebouw, verminderd met 2 m;
  • e. de goothoogte mag niet meer dan 3 m bedragen, met dien verstande dat de goothoogte van een aan- en uitbouw mag worden verhoogd tot ten hoogste van de begane grondverdieping van het hoofdgebouw;
  • f. de dakhelling mag niet meer bedragen dan de bestaande dakhelling van het hoofdgebouw.
5.2.3 Bouwwerken, geen gebouw zijnde

Voor een bouwwerk, geen gebouw zijnde gelden de volgende regels:

  • a. indien het voor de voorgevel of een naar de weg gekeerde zijgevel van het hoofdgebouw of het verlengde daarvan wordt opgericht mag de bouwhoogte niet meer dan 2,50 m bedragen, met uitzondering van speeltoestellen;
  • b. in overige gevallen mag de bouwhoogte niet meer dan 8 m bedragen.
5.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouder kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.2.2 onder c met dien verstande dat de gezamenlijke oppervlakte per hoofdgebouw ten hoogste 80 m2 bedraagt.

5.3.1 Afwegingskader

Een in 5.3 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt aan:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid;
  • f. de externe veiligheid.
5.4 Ontheffing van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouder kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde in 5.1 ten behoeve van detailhandel en/of horeca, met dien verstande dat horeca uitsluitend is toegestaan in de categorieën 2 en 3.2.

De volgende vormen van horeca-activiteiten worden per categorie onderscheiden:

  • a. horeca categorie 1: vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak alcoholische drank wordt verstrekt en waarvan de exploitatie een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken en een grote druk op de openbare orde met zich meebrengt: café, bars, dancings, nachtclubs, met uitzondering van discotheken;
  • b. horeca categorie 2: vormen van horeca-activiteiten waarbij in hoofdzaak maaltijden wordt verstrekt en waarvan de exploitatie doorgaans geen aantasting van het woon- en leefklimaat veroorzaakt: restaurants, hotels, pensions, bodega's;
  • c. horeca categorie 3: vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkelvoorzieningen en waar naast kleinere etenswaren in hoofdzaak alcoholvrije drank wordt verstrekt en waarvan de exploitatie onder omstandigheden een aantasting van het woon- en leefklimaat kan veroorzaken en een grotere druk op de openbare orde met zich mee kan brengen: broodjeszaken, cafetaria's, fastfood, ijssalons, eethuisjes, lunchrooms, automatiek, internetcafés, afhaalhoreca. Met betrekking tot de gerichtheid van de horeca-activiteiten kan het volgende onderscheid worden gemaakt:
    • 1. vormen die zich qua exploitatie en qua openingstijden richten op de reguliere horeca en druk op de omgeving kunnen veroorzaken;
    • 2. vormen die zich qua exploitatie en qua openingstijden richten op de winkelactiviteiten en geen druk op de omgeving veroorzaken.
5.4.1 Afwegingskader

Een in 5.4 genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

  • a. het straat- en bebouwingsbeeld;
  • b. de milieusituatie;
  • c. de verkeersveiligheid;
  • d. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
  • e. de sociale veiligheid.
5.5 Procedure

Voor een besluit tot ontheffing van het plan is Bijlage 1 van overeenkomstige toepassing.

5.6 Verwijzing

Hoofdstuk 2: Waarde - Archeologie.

Hoofdstuk 2: Waarde - Cultuurhistorie.