direct naar inhoud van Artikel 10 Wonen-Bijzondere woonvormen
Plan: De Loten
Status: concept
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0091.lo01-vo01

Artikel 10 Wonen-Bijzondere woonvormen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen-Bijzondere woonvormen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bijzondere woonvormen;
  • b. aan-, en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen, met de daarbij behorende:
  • c. erven;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. parkeervoorzieningen;
  • f. bouwwerken geen gebouwen zijnde.

10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht met dien verstande dat:

  • a. met betrekking tot hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen geldt dat:
    • 1. hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen uitsluitend binnen een bouwvlak mogen worden gebouwd;
    • 2. het aantal wooneenheden ten hoogste het bestaande aantal, dan wel het op de plankaart aangegeven aantal mag bedragen;
    • 3. het bebouwingspercentage ten hoogste het op de plankaart aangegeven bebouwingspercentage mag bedragen;
    • 4. de bouwhoogte van een hoofdgebouw ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven hoogte mag bedragen.
    • 5. de goothoogte van een hoofdgebouw ten hoogste de op de kaart in het bouwvlak aangegeven hoogte mag bedragen;
    • 6. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen ten hoogste 3 m en de bouwhoogte ten hoogste 6 m mag bedragen;
    • 7. de bouwhoogte van een overkapping ten hoogste 3 m mag bedragen;
    • 8. de goot- en bouwhoogte van aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen ten hoogste gelijk mogen zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw dat wel de bestaande hoogte indien deze hoger is.
  • b. met betrekking tot bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat:
    • 1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen ten hoogste 1 m mag bedragen met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op een afstand van meer dan 1 meter achter de naar de weg en openbaar groen gekeerde gevels ten hoogste 2 m mag bedragen;
    • 2. de hoogte van overige bouwwerken geen gebouwen zijnde, ten hoogste 5,5 m mag bedragen;
    • 3. de hoogte van vlaggenmasten ten hoogste 8 meter mag bedragen.

10.3 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  • a. het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning;
  • b. het gebruiken van gronden en bouwwerken voor detailhandel en overige bedrijfs- en/of de daarvoor benodigde opslagruimte.
  • c. het gebruik van een woning ten behoeve van een aanhuis verbonden beroep of bedrijf in strijd met de volgende bepalingen:
      • de woonfunctie mag worden gecombineerd met een beroep;
      • bedrijf aan huis, voorzover de oppervlakte hiervan niet meer dan 30% van de begane grond oppervlakte van de woning, inclusief aan, en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen mag bedragen met een maximum van 50 m2;
      • een aan huis verbonden beroep of bedrijf is uitsluitend toegestaan in de woning en in daarbij behorende aan, en uitbouwen en aangebouwde bijgebouwen;
      • alleen het beroeps- of bedrijfsmatig gebruik dat niet vergunningplichtig of meldingplichtig is ingevolge de Wet milieubeheer is toegestaan;
      • reclame-uitingen mogen maximaal 0,5 m2 bedragen;
      • parkeren dient op eigen erf plaats te vinden;
      • er mag geen sprake zijn van een onevenredige verkeers- en/of publieksaantrekkende werking;
      • detailhandel, anders dan welke direct voortvloeit uit het bedrijfs- of beroepsmatig gebruik is niet toegestaan;
      • er mag geen buitenopslag van goederen plaatsvinden.