Gemeente Sneek
direct naar inhoud van Artikel 4 Bedrijventerrein
Plan: Stationsgebied
Status: onhegesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0091.2010Stationsgebied-onhe

Artikel 22        Algemene ontheffingsregels

 

a.       Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van:

1.       de bij recht in het plan gegeven maten, afmetingen, percentages tot niet meer dan 15% van die maten, afmetingen en percentages, met dien verstande dat deze ontheffing niet geldt voor aanbouwen, uitbouwen en bijgebouwen;

2.       de bestemmingsbepalingen en toestaan dat het beloop of het profiel van wegen of de aansluiting van wegen onderling in geringe mate wordt aangepast, indien de verkeersveiligheid en/of -intensiteit daartoe aanleiding geven;

3.       de bestemmingsbepalingen met het oog op de aanpassing aan de werkelijke afmetingen van het terrein, mits de afstand tussen een bebouwingsgrens en de weggrens niet wordt verkleind, de structuur van het plan niet wordt aangetast, de belangen van derden in redelijkheid niet worden geschaad en de ontheffing gewenst en noodzakelijk wordt geacht voor de juiste verwezenlijking van het plan;

4.       de bestemmingsbepalingen en toestaan dat de grenzen van het bouwvlak naar de buitenzijde worden overschreden door:

1.      plinten, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen en schoorstenen, gevel- en kroonlijsten en overstekende daken;

2.      ingangspartijen, luifels, balkons en galerijen, mits de bouwvlakgrens met niet meer dan 1,5 m wordt overschreden, en

3.          één erker per hoofdgebouw over maximaal de halve gevelbreedte, mits de bouwvlakgrens met niet meer dan 1 m wordt overschreden;

4.         het bepaalde over de afstand van uitbouwen tot aan de voorgevel en het verlengde daarvan voor het bouwen van (hoek)erkers, mits de diepte van de (hoek-erker, gemeten uit de zijgevel, niet meer bedraagt dan 1 m .

b.      Een onder a. genoemde ontheffing kan slechts worden verleend indien geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

1.       het straat- en bebouwingsbeeld;

2.       de milieusituatie;

3.       de verkeersveiligheid;

4.       de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;

5.       de sociale veiligheid;

6.       de externe veiligheid.