Hoofdstuk 2  Bestemmingsregels

 

 

Gemengd 

 

1. Bestemmingsomschrijving

 

De voor “Gemengd’ aangewezen gronden zijn, bestemd voor:

 

a. bedrijfsdoeleinden conform de op de kaart aangegeven milieucategorieën als bedoeld in de bijlage opgenomen “Staat van Bedrijfsactiviteiten” behorende bij deze voorschriften;

b. een inpandige bedrijfswoning ter plaatse van de op de kaart voorkomende aanduiding “bedrijfswoning”;

 

met de daarbij behorende:

 

c.  wegen en paden;

d.  groenvoorzieningen;

e.  parkeervoorzieningen,

f.   bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

2. Bouwregels

 

Op de in lid 1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden opgericht met dien verstande dat:

a. Met betrekking tot hoofdgebouwen geldt dat:

 

1. hoofdgebouwen uitsluitend binnen een bouwvlak mogen worden gebouwd.

 

2. het aantal bedrijfswoningen ten hoogste het bestaande

aantal mag bedragen danwel het op de plankaart aangegeven aantal;

 

3. indien op de kaart een bebouwingspercentage is aangegeven, het   bebouwingspercentage per bouwvlak niet meer mag bedragen dan op de kaart is aangegeven;

 

4. de bouwhoogte van het hoofdgebouw niet meer mag bedragen op de plankaart is aangegeven;

 

5. de gevels van de bedrijfswoning, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wgh, dient zodanig te zijn uitgevoerd dat deze voldoet aan hetgeen gesteld is in artikel 1b, vijfde lid Wgh;

 

6. de gevels van de bedrijfswoning dienen een overeenkomstig NEN 5077 bedoelde karakteristieke geluidwering te bezitten van ten minste 31 dB.

 

7. Bedrijven die vallen onder de werking van het Besluit externe veiligheid inrichtingen zijn niet toegestaan.


b.         met betrekking tot bijgebouwen, aan- en uitbouwen, en overkappingen geldt dat:

 

1. de gezamenlijke oppervlakte bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen mag per bouwperceel niet meer dan 75 m2 bedragen met dien verstande dat ten hoogste 50% van het erf buiten het bouwvlak mag worden bebouwd, dan wel maximaal het bestaande percentage indien dit hoger is;

 

2.  bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen ten minste 3 m achter de naar de weg gekeerde gevel(s) dienen te worden gebouwd met dien verstande dat erkers of tochtportalen (tot een breedte van niet meer dan 50% van de breedte van de gevel van het hoofdgebouw en tot een diepte van niet meer dan 1,50 m, en een bouwhoogte van niet meer dan 2,50 meter voor (het verlengde) van de voorgevel mogen worden gebouwd;

 

3. de goothoogte van vrijstaande bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 3 meter;

 

4. de bouwhoogte van vrijstaande bijgebouwen niet meer mag bedragen dan 6 meter;

 

5. de goot- en bouwhoogte van aanbouwen en aangebouwde bijgebouwen maximaal gelijk mag zijn aan de hoogte van de eerste bouwlaag van het hoofdgebouw danwel de bestaande hoogte indien deze hoger is.

 

c.         met betrekking tot bouwwerken geen gebouwen zijnde geldt dat:

1. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer dan 1 m mag bedragen met dien verstande dat de hoogte van erf- en terreinafscheidingen op een afstand van meer dan 1 meter achter de naar de weg gekeerde gevel(s) niet meer dan 2 m mag bedragen;

2. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen

zijnde, niet meer mag bedragen dan 5,5 meter;

3. de hoogte van vlaggenmasten niet meer mag bedragen dan 8 meter.

 

 

3. Ontheffing van de bouwregels

 

a. Burgemeester en wethouders kunnen ontheffing verlenen van het bepaalde onder lid 2 sub b, juncto 1 voor:

het oprichten van bijgebouwen, aan- en uitbouwen en overkappingen per bouwperceel tot een maximum van 100 m2 wanneer de gezamenlijke oppervlakte van het bouwperceel meer is dan 500 waarbij van kracht blijft dat maximaal 50% van het erf buiten het bouwvlak onbebouwd blijft.                    

 

b. ontheffing als bedoeld onder sub a. wordt slechts verleend, mits:

geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de milieusituatie, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.

 

4. Specifieke gebruiksregels

 

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming wordt in ieder geval gerekend:

 

- het gebruiken of laten gebruiken van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning.


Hoofdstuk 3

 

Slotbepaling

 

 

Deze voorschriften kunnen worden aangehaald onder de naam:

“Bestemmingsplan Alexanderstraat 7".

 

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de

raad der gemeente Sneek gehouden op .............................................

 

 

 

 

De griffier,                                                                                                                De voorzitter,