Gemeente:
Leeuwarden
Plannaam:
Leeuwarden - Westelijke Invalsweg Fase 2
Status:
Vastgesteld
Statusdatum:
20-12-2012

Artikel 4 : Groen

 

 

 

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor "Groen" aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. groenvoorzieningen;

  2. bermen en beplanting;

  3. in- en uitritten;

  4. voet- en fietspaden;

  5. parkeervoorzieningen;

  6. kunstobjecten;

  7. speelvoorzieningen;

  8. geluidwerende voorzieningen;

  9. voorzieningen t.b.v. energievoorziening in de vorm van pv-panelen en pv-palen;

  10. waterpartijen, waterlopen, en sloten;

  11. wadi's en helofytenfilters e.d.;

  12. oevers en kaden;

met de daarbijbehorende:

      1. verhardingen;

      2. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en andere werken.

 

4.2 Bouwregels

 

4.2.1 Algemeen

Op de voor "Groen" aangewezen gronden mag uitsluitend worden gebouwd voor zover dit in overeenstemming is met het bepaalde in lid 4.1.

 

4.2.2 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen geen gebouwen worden gebouwd.

 

4.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

  1. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag ten hoogste 3,00 meter bedragen;

  2. de bouwhoogte van nutsvoorzieningen mag maximaal 3 meter bedragen;

  3. de oppervlakte van nutsvoorzieningen mag maximaal 25 meter2 bedragen;

  4. de bouwhoogte van vlaggenmasten en lichtmasten mag maximaal 6 meter bedragen;

  5. de bouwhoogte van kunstobjecten mag maximaal 30 meter bedragen;

  6. de bouwhoogte van de overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde (hiervoor niet genoemd onder lid 4.2.3, letters a t/m e), mag maximaal 5,00 meter bedragen.

 

4.3 Nadere eisen

  1. Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en afmetingen van de bebouwing ten behoeve van:

    1. de situering, de oppervlakte, en de (goot)hoogte van bebouwing;

    2. de aard, hoogte en de situering van erf- en terreinafscheidingen.

 

  1. De in lid 4.3, onder a, genoemde nadere eisen mogen uitsluitend worden gesteld:

    1. indien dit noodzakelijk is voor een verantwoorde stedenbouwkundige, cultuurhistorische en/of landschappelijke inpassing;

    2. ten behoeve van het straat- en bebouwingsbeeld;

    3. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de omliggende waarden;

    4. ter verbetering van de gebiedskwaliteit ten behoeve van duurzaam grondgebruik;

    5. ten behoeve van de verkeersveiligheid;

    6. ten behoeve van de sociale veiligheid;

    7. in verband met externe veiligheid, en de brandveiligheid;

    8. ten behoeve van de milieusituatie;

    9. ten behoeve van de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.