Plan: bestemmingsplan Molenplein en omgeving
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0074.BPNmolenplein-VG01

Artikel 7: Wonen

7.1 Bestemmingsomschrijving

De voor Wonen aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. woonhuizen, al dan niet in combinatie met een aan-huis-verbonden beroep, dan wel of een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit;
  2. bijbehorende bouwwerken;
  3. met daaraan ondergeschikt:
  4. wegen en paden;
  5. water;
  6. met de daarbij behorende:
  7. tuinen, erven en terreinen;
  8. overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

7.2 Bouwregels

7.2.1. Hoofdgebouwen
  1. Als hoofdgebouw worden uitsluitend woonhuizen gebouwd.
  2. Hoofdgebouwen worden in een bouwvlak gebouwd;
  3. De goothoogte bedraagt ten hoogste 6,00 m.
  4. De dakhelling bedraagt ten minste 20° en ten hoogste 70°.
7.2.2. Bijbehorende bouwwerken
  1. Bijbehorende bouwwerken worden ten minste 1,00 m achter de voorgevel van het hoofdgebouw, dan wel het verlengde daarvan, gebouwd.
  2. De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een tussenwoning in een rij, bedraagt ten hoogste 50 m².
  3. De gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken bij een eindwoning bedraagt ten hoogste 100 m².
  4. De goothoogte bedraagt ten hoogste 3,50 m.
  5. De dakhelling bedraagt ten hoogste 60°.
7.2.3. Overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  1. De bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt ten hoogste 1,00 m, met dien verstande dat de bouwhoogte achter de voorgevel van het hoofdgebouw, of het verlengde daarvan, ten hoogste 2,00 m bedraagt.
  2. De oppervlakte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, voor de voorgevel van het hoofdgebouw, of het verlengde daarvan, bedraagt ten hoogste 2,00 m².
  3. De bouwhoogte van overige andere bouwwerken, bedraagt ten hoogste 5,00 m.

7.3.Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van:

  1. een goede woonsituatie;
  2. de sociale veiligheid;
  3. de milieusituatie;
  4. de verkeersveiligheid; en
  5. de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden;
nadere eisen stellen aan plaats en afmetingen van de bouwwerken.

7.4 Specifieke gebruiksregels

Tot gebruik strijdig met de bestemming wordt in ieder geval gerekend:

  1. het gebruik van gronden en bouwwerken voor:
    1. horeca
    2. een aan-huis-verbonden beroep dan wel een kleinschalige bedrijfsmatige activiteit indien de bruto vloeroppervlakte meer bedraagt dan 30% van de oppervlakte van het hoofdgebouw en de bijbehorende bouwwerken op het bouwperceel met een maximum van 50 m²;
  2. het gebruiken van een bouwperceel voor meer dan één wooneenheid.

7.5. Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  1. het bepaalde in lid 7.4 sub a onder 1 en toestaan dat gebouwen en gronden worden gebruikt voor recreatieve bewoning in het kader van logiesverstrekking, mits:
    1. de gezamenlijke oppervlakte van de ruimten die hiervoor worden gebruikt niet meer bedraagt dan 30% van de gezamenlijke oppervlakte van de woning met bijbehorende bouwwerken met een maximum van 50 m²;
    2. geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
      1. de woonsituatie;
      2. de milieusituatie;
      3. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende bedrijven;

  2. het bepaalde in lid 7.4, sub b en toestaan dat een een bouwperceel wordt gebruikt voor meer dan één wooneenheid, mits:
    1. de bewoning van de extra wooneenheid uitsluitend plaatsvindt uit een oogpunt van mantelzorg;
    2. de oppervlakte van de extra wooneenheid niet meer bedraagt dan 50 m²;
    3. geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:
      1. de woonsituatie;
      2. de milieusituatie;
      3. de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende bedrijven.