direct naar inhoud van Artikel 3 Cultuur en ontspanning
Plan: Bestemmingsplan Winsum - dorp (Onderdendamsterweg 34)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0053.BPWIO9BEHE2-VA01

Artikel 3 Cultuur en ontspanning

 

3. 1.       Bestemmingsomschrijving

De voor ‘Cultuur en ontspanning’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a.    gebouwen ten behoeve van:

1.    een sport- en fitnesscentrum

2.    een zalencentrum;

3.    sociaal-culturele voorzieningen;

b.    horeca, ondergeschikt aan en ten dienste van de onder lid 3.1. onder a genoemde functies;

c.    een bedrijfswoning, ter plaatse van de aanduiding “bedrijfswoning”;

d.    aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning;

met daaraan ondergeschikt:

e.    parkeervoorzieningen;

f.     wegen en paden; 

g.    geluidwerende voorzieningen;

h.    groenvoorzieningen en bebossing;

i.      water;

met de daarbijbehorende:

j.      terrassen;

k.    tuinen, erven en terreinen;

l.      bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

3. 2.       Bouwregels

3. 2. 1. Voor het bouwen van de in lid 3.1. sub a genoemde gebouwen gelden de volgende regels:

a.    een gebouw zal binnen een bouwvlak worden gebouwd;

b.    per gebied dat is voorzien van de aanduiding “bedrijfswoning”, zal ten hoogste één bedrijfswoning worden gebouwd;

c.    de goothoogte van een gebouw zal ten hoogste 5,00 m bedragen;

d.    de bouwhoogte van een gebouw zal ten hoogste 8,00 m bedragen;

e.    de dakhelling van een gebouw zal ten minste 30° bedragen;

f.     de dakhelling van een gebouw zal ten hoogste 60° bedragen.

3. 2. 2. Voor het bouwen van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gelden de volgende regels:

a.    de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen zullen uitsluitend binnen een bouwvlak dan wel binnen een gebied dat is voorzien van de aanduiding “bijgebouwen” worden gebouwd;

b.    de gezamenlijke oppervlakte van de aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij een bedrijfswoning zal ten hoogste 50 m² bedragen;

c.    de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping zal ten hoogste 3,50 m bedragen.

3. 2. 3. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

a.    de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen zal ten hoogste 2,00 m bedragen, met dien verstande dat de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen vóór de naar de weg gekeerde gevel(s) van het hoofdgebouw c.q. het verlengde daarvan ten hoogste 1,00 m zal bedragen;

b.    de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zal ten hoogste 5,00 m bedragen.

3. 3.       Nadere eisen

Burgemeester en Wethouders kunnen, ten behoeve van een goede woonsituatie, de milieusituatie, de sociale veiligheid, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing.

3. 4.       Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in lid 3.2.2. sub c en toestaan dat de bouwhoogte van een aan- of uitbouw, bijgebouw of overkapping wordt verhoogd tot ten hoogste 5,00 m.

3. 5.       Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, zoals bedoeld in artikel 7.10 van de Wet ruimtelijke ordening, wordt in ieder geval gerekend:

a.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een bar;

b.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van een bar-/dancing;

c.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van horeca, zodanig dat:

1.    de horeca niet ondergeschikt en ten dienste van de onder onder lid 3.1. onder a genoemde functies is;

2.    de gezamenlijke horecavloeroppervlakte meer dan 450 m² bedraagt;

3.    de inpandige horecavloeroppervlakte meer dan 250 m² bedraagt;

4.    het gebruik van de gronden en bouwwerken als terras meer dan 200 m² bedraagt;

d.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van de uitoefening van detailhandel;

e.    het gebruik van de gronden voor de stalling en opslag van (aan het oorspronkelijk gebruik onttrokken) voer-, vaar- en/of vliegtuigen;

f.     het gebruik van de gronden voor de opslag van schroot, afbraak- en bouwmaterialen, grond, bodemspecie en puin en voor het storten van vuil, anders dan ten behoeve van de uit-voering van krachtens de bestemming toegelaten bouwactiviteiten en werken en werkzaamheden;

g.    het gebruik van de gronden en bouwwerken ten behoeve van seksinrichtingen;

h.    het gebruik van de gronden als standplaats voor kampeermiddelen.

3. 6.       Ontheffing van de gebruiksregels

3. 6. 1. Burgemeester en Wethouders kunnen, mits geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het straat- en bebouwingsbeeld, de woonsituatie, de verkeersveiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden, ontheffing verlenen van:

-       het bepaalde in lid 3.5. sub d en toestaan dat de gronden en    bouwwerken worden gebruikt ten behoeve van incidentele detailhandelsactiviteiten in de vorm van een fair of markt.