Gemeente:
Veendam
Plannaam:
09BP00012009
Status:
Onherroepelijk
Status Datum:
17-02-2010

Artikel 8 Recreatie

 

 

8.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor 'recreatie' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. dagrecreatieve voorzieningen, uitsluitend in de vorm van picknickvoorzieningen, visplaatsen, recreatieve aanlegplaatsen, stranden, ligweiden, speel- en spelvoorzieningen, sportvelden en naar de aard daarmee gelijk te stellen kleinschalige voorzieningen;

b. scouting, ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - scouting';

c. incidenteel kamperen ten behoeve van de scouting en andere verenigingen, ter plaatse van de aanduiding 'kampeerterrein';

c. voorzieningen ten behoeve van de waterskibaan;

d. toeristisch informatiecentrum;

e. camping, ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie';

f. manege, ter plaatse van de aanduiding 'manege';

g. kinderboerderij, ter plaatse van de aanduiding 'kinderboerderij';

h. voorzieningen ten behoeve van onderhoud en beheer;

j. paden, onverharde wegen en bestaande (verharde) wegen en parkeervoorzieningen;

k. fiets- en voetpaden;

l. openbare nutsvoorzieningen;

m. groenvoorzieningen.

 

Horeca is toegestaan, mits ondergeschikt aan de sportieve en recreatieve functie.

 

Uitsluitend bestaande dienstwoningen zijn in de bestemming begrepen.

 

Onder verblijfsrecreatieve voorzieningen is de stalling en het gebruik van stacaravans niet begrepen.

 

Het bestemmingsplan verzet zich niet tegen het gebruik van gronden en bouwwerken ten behoeve van evenementen als bedoeld in de Algemene Plaatselijke Verordening waarvoor op basis van deze verordening een evenementenvergunning kan worden verleend.

 

Het aantal rijstroken voor het gemotoriseerde verkeer bedraagt ten hoogste twee.

 

Ter plaatse van de aanduiding ‘pad’ is een fiets-/voetpad in de bestemming begrepen.

 

Ter plaatste van de aanduiding 'veiligheidszone' geldt dat geen (beperkt) kwetsbare objecten zijn toegestaan.

 

 

8.2 Bouwregels

 

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de gebouwen mogen uitsluitend binnen het bouwvlak worden gebouwd;

2. ter plaatse van de aanduiding 'verblijfsrecreatie' is het toegestaan maximaal tien trekkershutten met een maximum oppervlakte van 30 m² per trekkershut en een maximum bouwhoogte van 3,5 m te bouwen;

3. de goot- en bouwhoogte van de gebouwen, met uitzondering van dienstwoningen, bedragen niet meer dan de bij de ter plaatse aangeduide bouwklasse behorende goot- en bouwhoogten, zoals in navolgend bouwschema is weergegeven,

 

bouwklasse

goothoogte (m)

bouwhoogte (m)

 

max.

max.

a

3,50

9,00

b

6,00

10,00

c

 

6,00

 

dan wel niet meer dan de bouw- en goothoogte van het bestaande gebouw indien deze meer bedragen;

4. het aantal dienstwoningen bedraagt niet meer dan het bestaande aantal. De goot- en bouwhoogte van de dienstwoningen bedragen niet meer dan respectievelijk 4,5 m en 9 m, dan wel niet meer dan de goot- en bouwhoogte van het bestaande gebouw indien deze meer bedragen. De oppervlakte van de dienstwoning bedraagt niet meer dan 250 m² inclusief de oppervlakte aan bijbouwvolume.

 

b. Voor het bouwen ten dienste van onderhoud en beheer gelden de volgende regels:

1. de gezamenlijke bebouwde oppervlakte bedraagt ten hoogste 250 m²;

2. de goot- en bouwhoogte bedragen ten hoogste respectievelijk 3,5 m en 6 m.

 

c. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

1. de bouwhoogte, anders dan voor bouwwerken rechtstreeks ten dienste van geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, niet meer dan 5 m bedraagt;

2. de bouwhoogte van terreinafscheidingen niet meer dan 2 m mag bedragen.

 

 

8.3 Nadere eisen

 

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op een onevenredige aantasting van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

- het bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

- het landschapsbeeld;

nadere eisen stellen aan de plaats en omvang van gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

 

8.4 Ontheffing van de bouwregels

 

Burgemeester en wethouders kunnen, op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

- het bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

ontheffing verlenen van het bepaalde in:

- lid 8.2, sub a, onder 1:

voor de bouw van maximaal vijf gebouwen buiten het bouwvlak met een maximale oppervlakte van in totaal 200 m² en een maximale bouwhoogte van 6 m ten behoeve van recreatie en horeca, zoals steigers, een botenhuis en een pannenkoekhuis.