Gemeente:
Veendam
Plannaam:
07BP00012009
Status:
Voorontwerp
Status Datum:
03-11-2009

Artikel 9 Kantoor

 

9.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor 'kantoor' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. kantoren;

b. verkeer en verblijf;

c. openbare nutsvoorzieningen;

d. groenvoorzieningen en water.

 

 

9.2 Bouwregels

 

a. Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende regels:

1. de gebouwen dienen binnen het bouwvlak te worden gebouwd;

2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan de bij de ter plaatse aangeduide bouwklasse behorende bouwhoogte, zoals in navolgend bouwschema is weergegeven,

 

bouwklasse

goothoogte (m)

bouwhoogte (m)

 

max.

max.

a

3,50

9,00

b

6,00

10,00

c

 

6,00

d

 

10,00

e

 

15,00

f

 

20,00

 

dan wel niet meer dan de bouw- en goothoogte van het bestaande gebouw indien deze meer bedragen.

 

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gelden de volgende regels:

1. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 8 m, met dien verstande dat de bouwhoogte van bouwwerken ten behoeve van reclame-uitingen niet meer dan 6 m mag bedragen;

2. niet meer dan 50% van een bouwperceel, voorzover gelegen buiten het bouwvlak, mag worden bebouwd, met dien verstande dat de bouw van overkappingen buiten het bouwvlak niet is toegestaan;

3. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen bedraagt voor de voorgevelrooilijn ten hoogste 1 m en daarachter ten hoogste 2,2 m, met dien verstande dat de bouwhoogte op zijerven die grenzen aan een openbare weg (niet zijnde een brandgang tussen twee gebouwen) of openbaar groengebied op een afstand van 1 m of minder uit de perceelgrens ten hoogste 1 m bedraagt.

9.3 Nadere eisen

 

Burgemeester en wethouders kunnen met het oog op het voorkomen van een onevenredige aantasting van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

- het bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

nadere eisen stellen aan:

a. de plaats van gebouwen in die zin dat de gebouwen in de naar de weg gekeerde bouwgrens moeten worden gebouwd;

b. de dakhelling in die zin dat deze niet minder dan 40° en niet meer dan 60° dient te bedragen;

c. de plaats van bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

 

9.4 Ontheffing van de bouwregels

 

Burgemeester en wethouders kunnen, op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

- het bebouwingsbeeld;

- de verkeersveiligheid;

ontheffing verlenen van het bepaalde in:

- lid 9.2, sub a, onder 1:

tot een vergroting van 10% van de bestaande oppervlakte buiten het bouwvlak.