Gemeente:
Veendam
Plannaam:
06BP00012009
Status:
Onherroepelijk
Status Datum:
17-02-2010

Artikel 10 Natuur

 

10.1 Bestemmingsomschrijving

 

De voor 'natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

a. behoud, beheer, herstel en ontwikkeling van natuurlijke en landschappelijke waarden;

b. agrarisch medegebruik;

c. recreatief medegebruik;

d. groenvoorzieningen en water.

 

 

10.2 Bouwregels

 

a. Ten aanzien van deze bestemming geldt dat geen gebouwen mogen worden gebouwd.

 

b. Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt dat de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 2 m.

 

 

10.3 Ontheffing van de bouwregels

 

Burgemeester en wethouders kunnen, op basis van een goede ruimtelijke onderbouwing en mits geen onevenredige aantasting plaatsvindt van:

- de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden;

- de natuurlijke en landschappelijke waarden;

ontheffing verlenen van het bepaalde in:

a. lid 10.2, onder a:

voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van onderhoud en beheer tot een maximale oppervlakte van 100 m2 en ten behoeve van recreatief medegebruik tot een maximale oppervlakte van 50 m2, met dien verstande dat de maximale bouwhoogte van deze gebouwen 3 m bedraagt;

b. lid 10.2, onder b:

voor een maximale hoogte van 5 m.

 

 

10.4 Aanlegvergunning

 

a. Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:

- het bemalen of draineren van de grond, alsmede het winnen, toevoeren, afdammen of stuwen van grond- en oppervlaktewater, dan wel het anderszins aanbrengen van voorzieningen die een structurele wijziging in de waterhuishouding tot gevolg (kunnen) hebben;

- het graven, vergraven en dempen van sloten en andere watergangen;

- het aanleggen, verhogen en afgraven van kaden, dijken of oeverbeschoeiingen;

- het ontgronden, egaliseren en ophogen van gronden;

- het diepploegen van gronden, scheuren en frezen van grasland en dijkhellingen;

- het aanbrengen van boom- of struikbeplanting;

- het vellen, rooien of snoeien van houtgewas, anders dan bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand;

- het aanbrengen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- of telecommunicatieleidingen en de daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;

- het aanleggen van verharde en onverharde wegen, paden of parkeergelegenheden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen met een grotere plaatselijke oppervlakte van 20 m2.

 

b. De onder a bedoelde vergunning kan slechts worden verleend indien door die werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen de natuurlijke waarden van deze gronden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast, dan wel de mogelijkheden voor het herstel van die waarden niet onevenredig worden of kunnen worden verkleind.

 

Bij de beoordeling van de toelaatbaarheid van de werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden dienen burgemeester en wethouders, wat betreft de gevolgen van de ruimtelijke ingrepen voor de natuurlijke waarden, uit te gaan van de natuurlijke en landschappelijke karakteristiek per vegetatietype/doeltype, zoals is aangegeven in een voor het betreffende gebied goedgekeurd beheersplan van de natuurbeherende instantie.

 

c. De onder a bedoelde vergunning is niet vereist voor werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden die:

- reeds in uitvoering zijn ten tijde van het van kracht worden van het plan;

- het normale onderhoud betreffen.