De regionale
woonvisies moeten aan de provincie worden aangeboden, ter bespreking door
Provinciale
Staten (cie.
Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting). Als ondanks onze inspanningen een
regionale
woonvisie niet binnen
twee jaar na de vaststelling van het Ontwikkelingsbeeld in Provinciale
Staten
door de gemeenteraden
in de regio is vastgesteld en aan de provincie is aangeboden gaan
Gedeputeerde
Staten zelf tot
vaststelling van de gemeentelijke contingenten over op basis van de alsdan als
maximum
te hanteren regionale
woningbouwopgaven die in het Ontwikkelingsbeeld zijn genoemd. Gedeputeerde
Staten werken in dat
geval het Ontwikkelingsbeeld daartoe nader uit. Zij kunnen daarbij besluiten
uit
een oogpunt van goede
volkshuisvesting gemeenten een hoger contingent te geven dan voor de eigen
behoefte nodig is.
Zolang een regionale woonvisie niet totstandgekomen is zullen wij terughoudend
zijn
met onze goedkeuring
van nieuwe woningbouwplannen in Ontwikkelingsgebieden. De vraag of sprake
is van voldoende
plancapaciteit speelt hierbij een rol.
Wij beoordelen het
bestemmingsplan of projectprocedure van de gemeenten, als deze betrekking
heeft
op ontwikkeling of
uitbreiding van bedrijventerreinen, ook op de vraag of en hoe het plan is
afgestemd
in regionaal verband.
Deze afstemming wordt weergegeven in een regionale
bedrijventerreinenvisie.
Doel van deze visie is
gemeenten en zonodig andere partijen bij elkaar te brengen om kwantitatieve
en
kwalitatieve
vraagstukken over bedrijventerreinen te coördineren. Voor Noord-Holland Noord is
sprake
van drie regionale
visies: West-Friesland, Kop van Noord-Holland en Noord-Kennemerland. Mocht
Noord-Holland Noord in
zijn geheel een overkoepelende visie willen maken in plaats van drie
regionale
bedrijventerreinenvisies,
dan staan wij dat initiatief niet in de weg.
Wij geven de gemeenten
in de regio de vrijheid zelf afspraken te maken waar een deel van de
nieuwe
terreinen worden
ontwikkeld of uitbreidingen van bestaande terreinen plaats vinden. De locatie
van een
aantal grote regionale
terreinen wordt echter door ons vastgelegd. Wij willen een actieve, initiërende
en
ondersteunende
bijdrage leveren aan de totstandkoming van de regionale
bedrijventerreinenvisies.Wij
zullen een regierol
vervullen en door inzet van bestuurlijke en andere middelen de totstandkoming
ervan
bevorderen. De
regionale bedrijventerreinenvisies moeten aan de provincie worden aangeboden,
ter
bespreking door
Provinciale Staten (cie. Ruimtelijke Ordening en Volkshuisvesting). Als een
regionale
visie niet binnen twee
jaar na de vaststelling van het Ontwikkelingsbeeld in Provinciale Staten door
de
gemeenteraden in de
regio is vastgesteld en aan de provincie is aangeboden, gaan Gedeputeerde
Staten
over tot vaststelling.
Gedeputeerde Staten werken in dat geval het ontwikkelingsbeeld daarop nader
uit.
De regionale
bedrijventerreinenvisie gaat tenminste in op: