Wij willen in deze
gebieden geen of slechts een geringe verstoring van de natuurlijke geluiden
toestaan
met uitzondering van
activiteiten die noodzakelijk zijn en een rechtstreeks verband houden met
bestemming of beheer
van het terrein. De functie van stiltegebied zal met name op het
bestemmings-
planniveau ingevuld
moeten worden.
Uit een
evaluatieonderzoek, gehouden in 2001, blijkt dat een aantal stiltegebieden in
Noord-Holland
Noord door o.m. het
toenemende wegverkeer is aangetast en (deels) niet meer (geheel) aan de
normen
voor stiltegebieden
wordt voldaan. Voorbeelden hiervan zijn het voormalig eiland Wieringen
(vanwege
de N99), Petten (N9)
en De Weere (A7). Vooralsnog gaan wij ons focussen op de gebieden waar nog
een
relatief grote mate
van stilte heerst. Dit zal vooral in de sfeer van handhaving en merkering
zijn.
Herijking van het
beleid heeft in het vastgestelde Milieuprogramma 2004 geen prioriteit
gekregen.
Grondwaterbeschermingsgebieden
Deze gebieden zijn
ingesteld om het grondwater te beschermen, meestal ten behoeve van
drinkwater-
winning. De
inzijggebieden (afhankelijk van regen- en/of oppervlaktewater) liggen vrijwel
allemaal in
de duinen van Schoorl
en Texel. Ook de Hoge Berg in Texel maakt hiervan deel uit. Zij dienen
gevrij-
waard te blijven van
iedere vorm van vervuiling.
Bodembeschermingsgebieden
Sinds de vaststelling
van het Provinciaal Milieubeleidsplan is het Bodembeschermingsgebied
geëvalu-
eerd aan de hand van
een inventarisatie van de nog aanwezige aardkundige waarden. Deze vormen
nu
de basis van het door
ons op 19 januari 2004 vastgestelde bodembeschermingbeleid.
De
ontstaansgeschiedenis van de provincie Noord-Holland in de bodem moet ook voor
de toekomstige
generaties beschermd
blijven. In Noord-Holland moeten 80 gebieden beschermd worden, waarvan 17
als toplocaties zijn
aangewezen. Deze toplocaties onderscheiden zich doordat ze uniek zijn op
inter-
nationaal, nationaal,
dan wel provinciaal niveau. Ze worden dan ook aangemerkt als aardkundig
monu-
ment. Voorbeelden
zijn het Oude land van Texel, het eiland Wieringen, het Kreeksysteem
Kleinmeer,
Oude Veer en Lotmeer
(onderdeel Noordboog). Aantasting is in deze gevallen nog minder gewenst
dan
bij de overige 63
gebieden.
Alle aangewezen
aardkundige monumenten in Noord-Holland vallen onder het
beschermingsregiem
van de Provinciale
Milieuverordening (PMV). Aantasting van deze locaties moet worden
voorkomen.
De aardkundige
monumenten zijn uitsluitingsgebieden. Behalve gebieden waarin sprake is van
aard-
kundige monumenten
kent het beleid ook gebieden met aardkundige waarden. Voor deze gebieden
geldt een minder
streng beschermingsregiem. Dit betekent dat bij nieuwe ruimtelijke
ontwikkelingen