If there are images in this attachment, they will not be displayed.  Download the original attachment
Page 1
40
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
Deel II Visie, Noord-Holland Noord in 2030
II

Page 2
Inleiding
In dit hoofdstuk vertalen wij de algemene beleidslijnen uit hoofdstuk vier naar hun betekenis voor de
drie regio’s in Noord-Holland Noord. Wat voor concrete ontwikkelingsmogelijkheden bieden die
beleidsregels in de regio’s?
We onderscheiden de regio’s Noord-Kennemerland, de Kop van Noord-Holland en West-Friesland.
De gekozen regio-indeling sluit aan bij de bestuurlijke samenwerkingsverbanden die er in die regio’s
zijn en bij de indeling zoals die ook binnen de provinciale organisatie wordt gehanteerd. Per regio
brengen wij in beeld wat de huidige situatie is en welke kernopgaven om een oplossing vragen.
Vervolgens ontvouwen wij onze visie over de ruimtelijke oplossingsrichtingen. Het visiedeel wordt ver-
gezeld door een ontwerp. Hiermee proberen we aan te geven welke mogelijkheden er besloten liggen in
de planologische juridische ruimte die dit Ontwikkelingsbeeld biedt. De ruimte en beperkingen zijn aan-
gegeven op de streekplankaart ‘Planologisch Beleidskader 2004-2014’. De ontwerpkaarten die tussen de
beleidstekst zijn opgenomen zijn voorbeelduitwerkingen vanuit de mogelijkheden die de streekplan-
kaarten bieden. Hiermee geven we aan hoe het kan en niet hoe het moet.
3.1
Noord-Kennemerland
3.1.1
De kwantitatieve opgaven in een tabel:
41
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II
3 Visie Noord-Holland Noord 2030
Woningbouw
Woningbouwopgave 2004-2014: 15.100 woningen.
Woningbouwopgave 2004-2030: 27.700 woningen.
Bestaande capaciteit 10.000 woningen (2.100 bestaand stedelijk gebied/7.900 uitleg).
Te zoeken locaties tot 2014: 5.100 woningen, waarvan 2.000 (40%) binnenstedelijk.
Economie (netto hectares)
Opgave 15% zuiniger ruimtegebruik 2004-2014: 65 ha,
2004-2030: 125 ha
Ruimtebehoefte/vraagopgave 2004-2014: 360 ha.
Ruimtebehoefte/vraagopgave 2004-2030: 720 ha.
Bestaande capaciteit: 245 ha.
Te realiseren locaties tot 2014: 115 ha (60% op regionale terreinen).
Te realiseren locaties na 2014: 360 ha (60% op regionale terreinen).

Page 3
42
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 4
43
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 5
Bedrijvigheid en
mobiliteit: kenmerken
van de verstedelijkte
regio
3.1.2
Huidige situatie
Noord-Kennemerland is de meest verstedelijkte regio van Noord-Holland Noord. Daarbinnen heeft het
HAL-gebied een dominante positie. De regio ligt relatief dicht bij de Randstad en vormt er min of meer
een uitloper van. Er zijn sterke relaties met de Noordvleugel van de Randstad, inclusief de regio
Amsterdam, het Schipholgebied en Zuid-Kennemerland. De regio heeft dan ook een diversiteit aan
economische functies met, in verhouding tot de andere deelgebieden in Noord-Holland Noord, weinig
werkgelegenheid in de landbouw en veel in de dienstverlening. Veel bedrijven hebben een herkomst in
de Randstad of hebben er een afzetgebied. Inmiddels is ook de regionale afzet heel belangrijk en groeit
de economie vooral door eigen groei en veel minder door instroom van nieuwe bedrijven. Overigens
heeft de regio al enkele jaren onvoldoende direct uitgeefbare bedrijventerreinen.
Door bevolkingsgroei en economische ontwikkelingen vanwege de overloop in het verleden zijn de
verkeersbewegingen sterk toegenomen. Dit leidt tot files op de wegen rond het HAL-gebied, met name
op de N242 (oostelijke ring van Alkmaar) en op de A9. Op de wegen rondom de HAL zijn er bovendien
milieuproblemen zoals geluidsoverlast en uitstoot van vervuilende stoffen. Ook laten de doorstroming
en verkeersveiligheid op de N9 naar Den Helder en de oost-westverbinding Heerhugowaard-Hoorn te
wensen over.
44
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
Natuurontwikkeling
Van 2004 tot 2014 toe te voegen 877 ha.
Van 2004 tot 2030 toe te voegen 1.505 ha.
(begrensde hectares PEHS, de benodigde oppervlakte voor het gedeelte van de Robuuste
Verbinding Kust tot Kust dat valt in Noord-Holland Noord en de uitbreiding Geestmerambacht)
Water (voorlopige cijfers excl. Groot-Geestmerambacht, zie hiervoor hoofdstuk 6)
Wateroverschot:
Van 2002 tot 2015: ca 1,3 miljoen m
3
;
Benodigde ruimte voor water maximaal 150 ha
Van 2002 tot 2030: ca 2 miljoen m
3
;
Benodigde ruimte voor water maximaal 200 ha
Watertekort:
In 2030 voorzien in een extra waterbehoefte van ca 7 miljoen m
3
(bij een huidige waterbehoefte van 30 miljoen m
3
).

Page 6
Diversiteit aan
landschappen en
woonmilieus
De regio heeft een aantrekkelijke diversiteit aan landschappen. De duinen beschermen tegen over-
stromingen en hebben een rol voor natuur en recreatie. Daarachter liggen de binnenduinrandzone en
strandvlakten (het CAL- en BES-gebied), bebouwde (en in bescheiden mate beboste) strandwallen
(Alkmaar-Heiloo) en droogmakerijen, die deels zijn getransformeerd tot suburbaan woongebied
(Heerhugowaard) en deels nog ongerept zijn (Schermer). Ook zijn er natte oude poldergebieden deels
getransformeerd tot woongebied (Langedijk) en deels nog overwegend onbebouwd (Eilandspolder).
De aantrekkelijke ligging aan en dichtbij de kust en de verschillende landschappen zorgen voor een
prettige kwaliteit van de omgeving. Ook zijn de landschappelijke kwaliteiten sterk bepalend voor de
verstedelijkingsrichting.
Het HAL-gebied wordt steeds meer een aaneengesloten stedelijk gebied dat uitwaaiert naar het noorden
en noordoosten, omdat de gebieden aan de zuid- en westzijde minder voor verstedelijking in aan-
merking komen. Omdat Alkmaar het vanzelfsprekende culturele en voorzieningencentrum blijft, leidt
dit tot een excentrische ontwikkeling van de verstedelijkte regio, met een steeds meer decentraal
45
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 7
Bijzondere waarden
vragen bescherming
Een krachtige
cultuurhistorische
basis
Verstedelijking en
Woningbouw
liggende Alkmaarse binnenstad. De verstedelijking van de laatste decennia van de vorige eeuw heeft
sterk een stempel gedrukt op het aanbod van woonmilieus. Niettemin hebben de verschillende kernen
in het HAL-gebied elk nog sterk hun eigen identiteit (grootte, dichtheid, structuur, mate van stedelijk-
heid), variërend van stedelijk en historisch (Alkmaar) tot jong en suburbaan (Heerhogowaard) en
landelijk, historisch en ‘nat’ (Langedijk) dan wel landelijk en ‘droog’ (Sint Pancras).
Noord-Kennemerland telt veel gebieden met zeer bijzondere kwaliteiten. Zo bezit de regio het grootste
aaneengesloten duingebied van de provincie, met beschermingswaarden als: ‘stilte’, ‘grondwater’,
‘natuur’ en ‘aardkundige monumenten’. Deze waarden zijn van (inter)nationale en provinciale
betekenis. De regio heeft, afgezien van de Waddenzee en Texel, in het streekplangebied de grootste
concentratie aan stiltegebieden en aardkundige monumenten, waaronder de duinen en de strandwallen.
Deze liggen vooral in het BES- en CAL-gebied. Achter de duinen zijn grote aaneengesloten delen van de
oorspronkelijke binnenduinrand, strandvlakten en strandwallen nog intact. Grote delen hiervan vallen
onder de milieubescherming. Deze gebieden (vooral de binnenduinrand) staan onder druk van ver-
stedelijking en toenemend verkeer.
Een deel van de regio is, dankzij een unieke stapeling van archeologische, historisch geografische en
stedenbouwkundige waarden, aangewezen tot gebied met bijzondere waarden (de zogenaamde
Belvedèregebieden). Het gaat om delen van het grondgebied van de gemeenten Bergen, Heiloo en
Castricum. De cultuurhistorisch belangrijke stad Alkmaar grenst aan dit gebied. De strandwallen en
-vlakten hebben interessante verkavelingen, nederzettingspatronen, linten en landgoederen. De archeo-
logische waarden hangen onder meer samen met de oude loop van het Oer-IJ. Centraal in dit gebied ligt
het terrein en boerderij Kronenburg, het eerste provinciaal archeologisch monument van Nederland. Het
Noordhollands Kanaal is als belangrijk verbindend element overal herkenbaar aanwezig als ingreep in
het landschap. Ook de weidse Schermer heeft als historische droogmakerij met zijn kenmerkende water-
systeem grote cultuurhistorische betekenis, evenals de aangrenzende middeleeuwse Eilandspolder, die
deel uitmaakt van de ecologische hoofdstructuur.
3.1.3
De opgaven
De landschappelijke ‘onderlegger’ is in Noord-Kennemerland uniek en essentieel als uitgangspunt
voor verdere ontwikkelingen. Bij de verdere invulling is daarnaast uit te gaan van de cultuurhistorie
(behoud door ontwikkeling, cultuurhistorische patronen als inspiratiebron voor nieuwe ontwikke-
lingen) en bestaande stedenbouwkundige waarden.
De verschillende kernen in het HAL-gebied moeten geleidelijk samengaan in een functionele en
46
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 8
Landelijk gebied
ruimtelijke eenheid van meer stedelijke allure; essentieel is het behoud van eigen identiteit van de
afzonderlijke kernen en onderliggende landschappen, wat betekent dat er ook de nodige geleding in
het gebied aanwezig moet zijn. De opgave is om dit te doen op basis van een intensieve
samenwerking tussen de verschillende gemeenten.
Versterking van de centrumpositie van het HAL-gebied in Noord-Holland Noord en van Alkmaar
als hoofdcentrum daarbinnen.
Ervoor zorgen dat groen en blauw gelijk opgaan bij de ontwikkeling van rood; met name zorgen
voor een groene dooradering en groene randen van het HAL-gebied, waarbij rood voor groen kan
(mee)betalen.
De verstedelijking moet zijn afgestemd op de bestaande weg- en railinfrastructuur.
Faciliteren van minimaal de autonome behoefte van circa 15.000 woningen in de periode 2004-2014,
wat, gelet op de capaciteit in bestaande plannen (10.000 woningen), neerkomt op het zorgdragen
voor voldoende nieuwe woningbouwlocaties voor circa 5.000 woningen.
Voldoen aan de vraag bij uiteenlopende doelgroepen (waaronder opgaven als gevolg van de ver-
grijzing) en naar uiteenlopende woonmilieus en zorgen voor een goede afstemming van elkaar aan-
vullende woonmilieus binnen één samenhangend woningmarktgebied.
Verdichting en stedelijke vernieuwing in met name Alkmaar (versterking van het stedelijke
woonmilieutype).
Goed benutten van de ruimtelijke potenties van de stationslocaties.
Onderlinge afstemming van de kwantitatieve en de kwalitatieve woningbouwopgaven tussen alle
gemeenten in de regio, inclusief de keuze van de regionale woningbouwlocaties en de verdeling van
elkaar aanvullende woonmilieus.
Ontwikkeling van natuur, water, landschap en recreatief medegebruik (o.a. door samenwerking
tussen natuur- en landbouworganisaties); dit geldt vooral voor het CAL- en BES-gebied, maar ook
voor de Eilandspolder en andere gebieden.
Een goede zonering van de recreatie, ook in het duingebied. Hierbij zijn de recreatieve mogelijk-
heden van de binnenduinrand nadrukkelijk te betrekken.
Het beleid ten aanzien van de bollenconcentratiegebieden zal worden herbezien. Daarnaast is het
nodig alternatieve vestigingsmogelijkheden elders in Noord-Holland Noord voor de bollensector te
bieden. De resterende bollensector in de regio moet verduurzaamd worden. In Noord- Kennemer-
land zal op termijn 50 á 100 ha landbouwgrond verdwijnen, vooral als gevolg van de uitbreidende
woonfunctie in de zone Limmen-Heiloo en als gevolg van natuurontwikkeling, de binnenduinrand
en de veenweidegebieden.
47
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 9
Economie
Verkeer en vervoer
Water
In het licht van de achtergebleven economische groei en het uitgaande pendelsaldo (in ieder geval
nog de komende 10 jaar) moet worden gestreefd naar versterking van de economische positie van
het gebied. Dit kan door enerzijds inzet op de dienstverlening en kantoren (werkgelegenheid voor
middelbaar en hoger opgeleid personeel) en anderzijds door grote regionale bedrijventerreinen.
Daarbij is aandacht nodig voor de ontsluiting en herstructurering van bedrijventerreinen.
Faciliteren van 115 ha bedrijventerreinen tot 2014 en voor de langere termijn (2014-2030) bestaat er
een planningsopgave van 360 ha. De bestaande streekplancapaciteit (245 ha) én de uitbreidingen tot
2014 zijn vooral te vinden op de Boekelermeer, De Vork en Breekland.
Faciliteren van de behoefte aan kantoren binnen het bestaande stedelijke gebied van de HAL-regio
(met bijzondere aandacht voor de potenties bij de stations).
Faciliteren van de behoefte aan toeristische voorzieningen.
Verbeteren van de bereikbaarheid van het stedelijk netwerk HAL, dat leidt tot de volgende sub-
opgaven:
Verbeteren van de doorstroming op de verbinding A9 met de Randstad, inclusief een nieuwe aan-
sluiting ter hoogte van Heiloo en de Boekelermeer.
Verbeteren van de doorstroming op de verbindingen naar Den Helder en op de oost-west ver-
binding tussen het HAL- en HES-gebied en daarmee met het oosten van het land.
Verbeteren van de doorstroming op de oostelijke ring rond Alkmaar (N242).
Verbeteren van de bereikbaarheid van de kust.
Bieden van alternatieven voor het verkeer over de weg.
Verbeteren van de huidige en toekomstige verkeersoverlast- en daarmee samenhangende gezond-
heidsproblemen.
Kustveiligheid: handhaving en consolidering van bestaande afslaglijnen.
Veiligheid van de kaden van het watersysteem waarborgen.
Creëren van voldoende ruimte voor water om wateroverlast tegen te gaan.
Waterneutraal bouwen bij de herstructurering van het HAL-gebied.
Niet afwentelen en waterneutraal bouwen op de nieuwe uitleglocaties. Versterking van de kwaliteit
van woonmilieus met water, onder andere in de groen-blauwe slinger en in Langedijk West.
Duurzaam waterbeheer op centrale bedrijventerreinen zoals: de Boekelermeer, de Vork en Breekland
en in het Altongebied.
Ecologische waterkwaliteit realiseren door het vasthouden van gebiedseigen water in het duin-
gebied en de binnenduinrand.
48
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 10
Verstedelijking van
het HAL-gebied:
eenheid in
verscheidenheid
De HAL in 2030:
wonen in groen en aan
het water
Behoud van evenwicht tussen zoetwaterbeheer en natuur in het duingebied enerzijds en behoud van
agrarische functies in het aangrenzend gebied, met name in het CAL- en BES-gebied.
3.1.4
De visie
De HAL-regio ontwikkelt zich tot een netwerkstad; een samenhangend stedelijk gebied met meerdere
knooppunten en intensieve onderlinge relaties. De kernen vergroeien steeds meer met elkaar. Zij moeten
een ruimtelijke en functionele eenheid gaan vormen, maar wel met elk hun eigen identiteit en cultuur.
Daarbij is de bestaande differentiatie in woonmilieus, bebouwings- en landschapspatronen voor ons een
uitgangspunt. De samenhang moet niet alleen met bebouwing en verbindingen tot stand komen, maar
ook met groene en blauwe structuren, zodat woon- en werkgebieden, landschap, recreatiegebieden en
water met elkaar worden verweven en het gebied als geheel meer ruimtelijke kwaliteit krijgt. Het con-
cept van de drie lopers: de rode, groene en blauwe loper, blijft voor ons van betekenis. Dit gaat uit van
een integrale en gelijktijdige aanpak van rood, groen en blauw.
De rode loper, de zone langs de railas tussen Alkmaar-centrum en Heerhugowaard-centrum, is een
vestigingsmilieu voor voorzieningen en kantoren.
De blauwe loper wordt gevormd door het Kanaal Omval-Kolhorn en het noordelijk deel van de
Schermerringvaart. Deze wordt verder opgewaardeerd als recreatieve en ecologische verbindingszone.
De groene loper loopt van het Geestmerambacht, tussen Sint Pancras en Broek op Langedijk door, naar
het zuidoosten tot aan de Stad van de Zon en krijgt volgens ons meer betekenis als het recreatiegebied
Geestmerambacht wordt versterkt en direct gaat grenzen aan de nieuwe woonwijken in Alkmaar-Noord
oost en Langedijk-West. De locatie Heerhugowaard-Zuid (Broekhorn) heeft bijzondere ontwikkelings-
mogelijkheden voor voorzieningen. Hier kruisen de drie lopers elkaar.
Het kaartbeeld illustreert het HAL-gebied in 2030. Deze ruimtelijke ontwikkelingen op de lange termijn
vinden wij een mogelijke en wenselijke invulling. We plaatsen daarbij wel de kanttekening dat het
nieuwe instrumentarium de gemeenten de nodige ruimte geeft bij het kiezen van locaties en het
indienen van plannen. Het kaartbeeld laat zien hoe de gebieden door rode, blauwe en groene
ontwikkelingen verder met elkaar verweven raken.
Een belangrijke woningbouwlocaties is:
Heerhugowaard De Draai: de grote volgende woningbouwlocatie van Heerhugowaard aan de oost-
zijde die in beeld komt als de Stad van de Zon is voltooid (2006).
Er liggen kansen voor diverse vormen van landelijk wonen (woonlandschappen). Het is aan de
49
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 11
50
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 12
Ontwikkeling
Vroonermeer-Noord en
de Nollen als
onderdeel van een
park
gemeenten om dit nader in te vullen en eventueel in de regionale woonvisie in te brengen. Op de
juridische kaart zijn zij dan ook niet aangegeven. Het gaat om:
Heerhugowaard ’t Kruis: vooralsnog is dit een gebied met veel verspreide glastuinbouw, waarvan de
ontwikkeling niet hoeft te worden belemmerd, maar ook verplaatsing naar een concentratiegebied
elders in Noord-Holland Noord is een optie. Op termijn kan dit gebied ten zuiden van de Draai
transformeren naar landschappelijk en luxe wonen. Woningbouw (al dan niet gemengd met glas-
tuinbouw) vormt dan de overgang naar het open polderland.
Langedijk-West: een waterrijke locatie met woningen in lagere dichtheden, met een dorpse
Langedijkse sfeer, verknoopt met een verdere ontwikkeling van groen- en waterstructuren. De
locatie sluit direct aan op het recreatiegebied Geestmerambacht dat een functie kan vervullen van
waterberging voor nieuwe stedelijke uitbreidingen. Voorwaarden voor de ontwikkelingen in
Langedijk-West zijn een goede oplossing van de ontsluiting en de financiering daarvoor.
Aan de westkant van Heerhugowaard is de locatie Broekhorn strategisch gelegen vanuit regionale
HALoptiek en wat betreft bereikbaarheid voor auto en spoor. De locatie leent zich bij uitstek voor
bijzondere functies, zoals voorzieningen, al dan niet gecombineerd met bijzondere vormen van wonen
en werken en mogelijk gekoppeld aan een jachthaven aan het Noordhollands Kanaal. Pas als zich
kansen voor een bijzondere invulling aandienen, moet deze locatie worden ingezet.
Door deze ontwikkelingen komen er min of meer luxe en in het landschap opgenomen woongebieden
aan verschillende zijden van de verstedelijkte regio te liggen. Het is overigens op de genoemde locaties
ook mogelijk om niet te bouwen of in meer ‘traditionele dichtheden’ woningbouw te realiseren.
Het blijkt dat er in de regio voldoende potentiële woningbouwlocaties te vinden zijn buiten het
bestaand stedelijk gebied om het vastgestelde tekort van 5.000 woningen af te dekken. Feitelijk hebben
de grotere woningbouwlocaties, waarvoor gemeenten plannen hebben, met elkaar al méér capaciteit
dan voor het berekende tekort voor de eigen woningbehoefte tot 2014. Wij streven ernaar de woning-
productie hoog te houden en voldoende plancapaciteit voor minimaal de regionale behoefte te ont-
wikkelen.
Alkmaar heeft nog maar zeer beperkte uitbreidingsruimte binnen de gemeentegrenzen: Vroonermeer-
Noord en de Nollen. Voor Vroonermeer-Noord geldt een streekplanuitwerking, waarbij de inhoud van
het gesloten convenant tussen Alkmaar en Langedijk als uitgangspunt dient. Vroonermeer-Noord was
PEHS-gebied. Er zal daarom wel compensatie moeten plaatsvinden conform de gedragslijn compen-
satie, zoals is vastgelegd in ons besluit van 14 maart 2000. Voor de Nollen bestaat inmiddels een goed-
51
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 13
gekeurd bestemmingsplan dat echter nog moet worden uitgewerkt. Als provincie gaan wij uit van het
concept van Sint Pancras in het hart van het HAL-gebied, dat als historisch dorp met enkele
bebouwingslinten wordt omgeven door een parkachtige structuur, waaromheen nieuwe bebouwing is
gegroepeerd. Dit betekent dat de Vroonermeer-Noord en de uitwerking van de Nollen gezamenlijk
moeten worden opgepakt, in
samenhang met het park rond Sint
Pancras en in relatie met de groene
loper. Samenwerking tussen de
gemeenten Alkmaar en Langedijk is
daarvoor noodzakelijk.
52
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 14
Aanvullende
woonmilieus binnen
één
woningmarktgebied
Drie regionale
bedrijventerreinen in
de regio
Het bovenstaande betekent dat er in de regio nog ruime bouwmogelijkheden zijn in de meeste gemeen-
ten, maar nog maar zeer beperkt binnen de gemeentegrenzen van Alkmaar.
Alkmaar, dé centrumstad van de HAL en heel Noord-Holland Noord, heeft vrijwel geen uitlegmogelijk-
heden meer. Alkmaar kan nog wel een flinke kwaliteitsslag maken en een aanzienlijke capaciteit aan-
boren door herstructurering, verdichting en transformatie. Met transformatie bedoelen wij de
herinrichting van centraal gelegen binnenstedelijke terreinen tot gemengde woon-werkgebieden. Dit
kan zoveel capaciteit opleveren, dat mogelijk kan worden voorzien in de grote vraag naar het stedelijke
woonmilieutype. Bij een goede invulling kan ook het aantal arbeidsplaatsen in een stedelijke setting
behouden blijven of zelfs groeien.
Mogelijk is de aan te boren woningbouwcapaciteit onvoldoende voor de eigen woningvraag bij de
Alkmaarse bevolking; bovendien zullen veel Alkmaarders in de gezinsvormende levensfase naar een
ander milieutype uitzien en zullen andersom jongeren en ouderen uit een wijdere omgeving naar een
woning uitzien die nabij de voorzieningen ligt. Het HAL-gebied is één woningmarkt, waarin de woon-
consument woonmilieus worden geboden die elkaar aanvullen. Alle nieuwbouwlocaties in het gebied
zijn dan ook, ongeacht de omvang en de ligging, regionale locaties ten behoeve van de hele regio. Wij
verwachten dat alle inbreidings- en uitbreidingslocaties samen genoeg capaciteit bieden voor de opvang
van de gezamenlijke eigen woningbehoefte. In een regionale woonvisie Noord-Kennemerland is dit
nader uit te werken.
Met een cluster hbo-opleidingen kan Alkmaar zich meer gaan manifesteren als studentenstad in Noord-
Holland Noord. Dat biedt voordelen voor het culturele klimaat en het voorzieningenniveau (waaronder
de horeca) en ook voor de vernieuwing van de economie en het bedrijfsleven. In dit verband is het
kenniscentrum voor duurzame energie dat nu in ontwikkeling is een voorbeeld.
Naast ruimte voor kantoren willen wij ruimte bieden aan andere vormen van bedrijvigheid, gemengd in
woongebieden en op afzonderlijke bedrijventerreinen. Bestaande infrastructuur en bestaande bedrijven-
terreinen zijn sturend voor de ligging van de nieuwe, grote regionale bedrijventerreinen.
De polder Boekelermeer wordt als bedrijventerrein verder ontwikkeld, conform het geldende beleid.
Dit moet vanuit een totaalconcept voor de polder gebeuren, waarbij echter niet ten zuiden van de
Kanaalweg mag worden gebouwd. Voor de Boekelermeer is belangrijk dat een goede aansluiting wordt
geregeld op de A9, samen met de aansluiting van Heiloo op deze rijksweg. Overigens vraagt de laag-
gelegen polder aandacht wat betreft het voorkomen van wateroverlast.
Naast de Boekelermeer willen wij de gelegenheid geven om Zandhorst-Oost (ook wel de Vork genaamd)
53
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 15
en Langedijk-West (Breekland) uit te bouwen tot grote regionale bedrijventerreinen. Wij bereiken hier-
mee dat de hele regio voor de periode tot 2014 over voldoende bedrijventerreinen beschikt.
Voor de komende tien jaar maken wij voor de ontwikkeling van De Vork + Breekland, in aanvulling op
de reeds vigerende eerste fases van 30 ha, mogelijk dat voor de lokatie Breekland II en De Vork II 50 ha
respectievelijk 50 ha worden aangewezen, waarvan 30 ha na 2014 mag worden ingericht. De regio moet
in de regionale bedrijventerreinen-visie de fasering voor de lokaties Breekland II en De Vork II uit-
werken en vastleggen. De uitbreiding van de Vork vindt plaats ten noorden van de bestaande uitbrei-
ding (voormalige reservering glastuinbouw). Overigens wordt de genoemde reservering glastuinbouw
opgevangen in Grootslag respectievelijk de Wieringermeer. De ontwikkelingskansen voor de Vork
bieden de gemeente tevens financiële mogelijkheden om zorg te dragen voor een goede, tijdige ont-
sluiting (verbinding van de Braken naar de N242).
Voor beide ontwikkelingen, Breekland en de Vork, geldt als voorwaarde dat infrastructuur en uit-
breiding van de bedrijventerreinen gelijk oplopen. De opwaardering van de N242 speelt hier een belang-
rijke rol. Op termijn is de Westfrisiaweg West cruciaal voor de ontwikkelingen.
54
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
Locatie
Uitgeefbaar aanbod
Bestaande streekplan capaciteit
Nieuwe regionale locaties
Boekelermeer Zuid I
17
Boekelermeer Zuid II
10
123
Zandhorst III
2
Beveland
7
Bergermeerpolder
5
De Mossel III
2
De Vork
30
Breekland
30
Boekelermeer Zuid III
15
De Vork II
50
Breekland II
50
Bedrijventerreinen in Noord-Kennemerland (in netto ha tot 2014)

Page 16
Wonen en werken
rondom stations in het
HAL-gebied
Goede verbindingen in
alle richtingen
Het HAL-gebied heeft de potentie om zich verder te ontwikkelen tot grootstedelijk dienstencentrum en
voorzieningenstad. Hierin is het complementair aan Den Helder dat zich richt op de maritieme
bedrijvigheid en offshore en de HES/Wieringermeer met relatief veel industriële bedrijvigheid. Daarom
is het belangrijk dat er in de HAL goede en voldoende kantorenlocaties beschikbaar zijn. Er liggen
vooral kansen voor de backoffices, verkoop- en marketingkantoren en non-profitorganisaties.
Concentraties van kantoren en voorzieningen zullen de stationslocaties een nieuwe aanblik geven. Hier
worden werknemers verleid om gebruik te maken van trein, bus en andere voorzieningen. Wij schatten
in dat kan worden voorzien in de vraag naar kantoren in het bestaand stedelijk gebied. Om deze
redenen nemen wij geen verdere beleidslijnen in dit Ontwikkelingsbeeld op.
Behalve voor kantoren en werkgelegenheidsontwikkeling zijn de stations belangrijk als centrale woon-
locaties en voor de bereikbaarheid van woongebieden.
De stations Alkmaar Centraal en Heerhugowaard hebben volop ontwikkelingskansen. Beide stations
vormen prima vervoersknopen met aansluitingen op bussen die in de toekomst over een netwerk van
vrije busbanen het HAL-gebied doorkruisen (zie uitwerkingskaart). Bij station Alkmaar Centraal zijn er
plannen voor een grootschalige herstructurering van het stationsgebied. Een combinatie van kantoren,
wonen, winkels en een nieuw busstation moet het gebied transformeren. Ook in de buurt van station
Heerhugowaard zijn ontwikkelingen van kantoren en andere centrumachtige voorzieningen wenselijk.
De bereidheid om de trein in te stappen wordt nog groter met allerlei aanvullende maatregelen als
fietsenstallingen, goede overstap van bus op trein, goede toeleidende wegen en fietspaden en ruimte
voor parkeren. Verder is het onze ambitie om in de toekomst light-trains over bestaand spoor te laten
rijden.
Goede verbindingen met de Randstad, de stedelijke gebieden HES en Den Helder en het oosten en
noorden van het land zijn voorwaarden om de positie van de HAL als netwerkstad waar te maken.
Een verbreding van de A9 is noodzakelijk om voldoende capaciteit te hebben op de directe schakel met
de Randstad. Gemeenten dienen in hun ruimtelijk beleid rekening te houden met een mogelijke uit-
breiding van het aantal sporen op het traject Uitgeest-Alkmaar en geen hiermee strijdige ontwikkelingen
mogelijk te maken. Het aantal benodigde sporen op het baanvak in Heiloo kan tot 3 beperkt blijven.
Verder staan wij voor een goede ontsluiting van Heiloo en bedrijventerrein de Boekelermeer op de A9.
Voor de bereikbaarheid van Den Helder via de rijksweg verwijzen wij naar de tekst over de Kop van
Noord-Holland.
Er zijn goede kansen voor vervoer over water bij het bedrijventerrein de Boekelermeer.
Containerterminals zoals de huisvuilcentrale in Alkmaar bieden kansen.
55
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 17
Verbeterde verbinding
richting Hoorn-
Enkhuizen
Interne verbindingen
essentieel in
netwerkstad
Voor een directe dwarsverbinding naar Hoorn-Enkhuizen en het oosten van het land en verder, hebben
wij een streefbeeld voor de Westfrisiaweg opgesteld. Volgens dit beeld en de ontwikkelingen die wij in
dit ontwikkelingsbeeld voorstaan, dienen gemeenten in hun ruimtelijke beleid rekening te houden met
de volgende ontwikkelingen en geen hiermee strijdige ontwikkelingen mogelijk te maken:
Opwaardering van het tracé de Braken dat Heerhugowaard en Hoorn met elkaar verbindt.
Een nieuwe wegverbinding die het tracé De Braken verbindt met de provinciale weg N242 ten
noorden van Heerhugowaard, zodat het bedrijventerrein de Vork een goede ontsluiting krijgt.
Opwaardering van de provinciale weg tussen De Braken en de A7.
Verbreding van de A7 bij Hoorn.
In deze collegeperiode willen wij de bewoners en gebruikers een antwoord geven op de vraag hoe en
wanneer de verbinding Alkmaar-Enkhuizen wordt opgewaardeerd. Wij nemen uiterlijk in 2005 daar-
over een besluit. Uitvoering van de weg zal vanuit een integrale ontwerpopgave gebeuren. Een snelle en
ingrijpende aanpassing van de Braken is pas aan de orde als de regio, het bedrijfsleven en het Rijk sub-
stantieel daaraan bijdragen. Het initiatief voor de nieuwe wegverbinding van De Braken naar de provin-
ciale weg N242 ten noorden van Heerhugowaard ligt bij de gemeente Heerhugowaard.
Gemeenten dienen in hun ruimtelijk beleid rekening te houden met de mogelijke uitbreiding van het
aantal sporen op het traject Heerhugowaard-Hoorn en geen hiermee strijdige ontwikkelingen mogelijk
te maken.
Samenwerking van de wegbeheerders aan infrastructuur is essentieel om van het HAL-gebied daad-
werkelijk een netwerkstad te maken. De provinciale weg N242 is de centrale as die Alkmaar, Langedijk
en Heerhugowaard met elkaar verbindt. Het oostelijk gedeelte om Alkmaar krijgt de komende jaren een
flinke opknapbeurt. Er komen vrijliggende fietspaden, ongelijkvloerse kruisingen en een vrije busbaan.
In de planvorming is ruimte voor een derde rijstrook gereserveerd die medio 2015 nodig zal zijn. Voor
de verdere toekomst is tijdig onderzoek nodig naar de mogelijkheden van een oostelijke rondweg om
het HAL-gebied. Ook streven wij naar een opwaardering van de N245 (weg van Alkmaar naar Schagen)
vanaf kruispunt Huiswaarderweg/Nollenweg tot aan Laan van Tata in samenhang met de verdere ont-
wikkeling van woningbouw.
Investeringen in alleen de infrastructuur zijn niet voldoende. Allerlei alternatieven voor verkeer over de
weg moeten worden ingezet om de bereikbaarheid te verbeteren. Zo is een gezamenlijke visie van de
wegbeheerders op een goed aaneengesloten regionaal fietspadennetwerk in het gebied onontbeerlijk.
Ook de mogelijkheden van wonen en werken rondom stations worden volop benut.
56
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 18
Geluidstoename van
het verkeer beperken
Groen-blauwe randen
van het HAL-gebied
Intergemeentelijke
structuurvisie
Met name in het HAL-gebied zijn maatregelen nodig op en langs het rijks- en provinciale wegennet om
de toename van het geluid te beperken. Op onze eigen wegen zetten wij waar mogelijk bronmaatregelen
in zoals de toepassing van stille wegdekken. De steeds verdergaande aantasting van stiltegebieden
wordt op die manier enigszins beteugeld.
In de HAL-regio moet flink worden geïnvesteerd in de groene geleding en in groene uitloopgebieden
van het stedelijk gebied. Het groengebied Geestmerambacht dient te worden vergroot en te versmelten
met de nabije stads- en dorpsranden.
De randen van het HAL-gebied moeten een sterke, groene (en blauwe) invulling krijgen, soms als harde
randen naar het oorspronkelijke en open landschap toe (Alkmaar-West, rand Schermer), soms als meer
zachte overgangen met landelijk wonen (Heiloo Zandzoom, mogelijk ook Heerhugowaard ’t Kruis en
Langedijk-West).
Belangrijk is dat in de groene randen rood voor groen betaalt.
De westzijde van het HAL-gebied blijft vrij van verdere verstedelijking. Hier is een goede definitieve
stedenbouwkundige afronding en landschappelijke inpassing van de stadsrandfuncties vereist.
Verbetering van de aansluiting van infrastructuur, water en natuur van de stad Alkmaar op de Westrand
is noodzakelijk. Het realiseren van goede verbindingen voor recreatie, natuur en water in het landelijk
gebied tussen Bergen, Heiloo en Alkmaar is echter een nog grotere opgave. Voor nadere planvorming in
de Westrand van Alkmaar vinden wij een totaalvisie op het gebied noodzakelijk en voorwaarde voor
provinciale medewerking aan bijvoorbeeld recreatieve voorzieningen en de verdere invulling van de
Bergermeerpolder. Wij zetten ons beleid om de aansluiting Huiswaarderweg-Bergerweg in Alkmaar
mogelijk te maken voort.
Aan de zuidzijde wordt de definitieve begrenzing van de Boekelermeer bepaald door de Kanaalweg.
Een totaalplan voor het landelijk gebied ten zuiden van Alkmaar is nodig om te bepalen wat in dit
gebied het landschappelijk casco is, hoe dit kan worden behouden en ontwikkeld. Hiermee is tevens te
bepalen op welke wijze stedelijke ontwikkelingen van Alkmaar en Heiloo kunnen worden afgerond en
de benodigde infrastructuur voor de aansluiting op de A9 kan worden ingepast.
De ruimtelijke en functionele samenhang van het HAL-gebied is belangrijk en maakt een over-
koepelende ruimtelijke visie op het gebied noodzakelijk. Wij vinden het dan ook een goede zaak dat de
gezamenlijke HAL-gemeenten opdracht hebben gegeven tot het maken van een intergemeentelijke
structuurvisie. De resultaten hiervan komen pas na het gereed komen van het Ontwikkelingsbeeld
beschikbaar. Uiteraard streven wij naar afstemming. Behalve een gemeenschappelijke ruimtelijke visie is
ook een regionale woonvisie nodig om de kwantitatieve en kwalitatieve aspecten van de woningbouw
57
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 19
HAL-netwerkstad
breidt zich uit in
meerdere richtingen
Heiloo en Limmen:
bouwen op de
strandwal
op elkaar af te stemmen. Zo’n regionale afstemming is tevens vereist ter onderbouwing van nieuwe
woningbouwlocaties buiten het bestaand stedelijk gebied.
De netwerkstad ontwikkelt zich sterk naar het noorden en noordoosten, omdat daar de afgelopen
decennia de grotere woningbouwlocaties zijn gevonden en ook de grotere woon- en werklocaties van de
komende decennia liggen. Feitelijk is het netwerk niet beperkt tot de drie HAL-gemeenten. Er zijn sterke
relaties met Heiloo en de CAL- en BES-gemeenten. Door de ontwikkeling van de Boekelermeer naar het
zuiden en de ontwikkeling van de Zandzoom tussen Heiloo en Limmen krijgen ook de relaties naar het
zuiden meer nadruk. Een intergemeentelijke ruimtelijke visie van het HAL-gebied zou zich eigenlijk ook
over deze gebieden moeten uitstrekken.
De ontwikkeling van het gebied de Zandzoom betekent een intensivering van de nu extensief
bebouwde strandwal tussen Heiloo en Limmen overigens zonder dat moet worden gestreefd naar
dichtheden als in ‘gewone’ woonwijken. Daar is juist de ‘dunne’ bebouwing in een landschappelijke
setting en met een recreatief karakter een kwaliteit. Niettemin kunnen hier minimaal 2000 woningen
worden gerealiseerd. In kleinere delen van het gebied is een hogere dichtheid wel mogelijk als dit maar
gebeurt binnen het totaalkader van het woonlandschap. Het woonlandschap maakt het mogelijk dat de
Zandzoom kan worden ontwikkeld op basis en met behoud van de aanwezige cultuurhistorische en
aardkundige waarden. Dit is de reden dat ondanks het voorkomen van (nationale en internationale)
aardkundige waarden dit gebied niet als uitsluitingsgebied maar als zoekgebied is aangemerkt op de
kaart ‘Planologisch beleidskader 2004-2014’. Ook watermaatregelen kunnen hierop aansluiten zoals
bijvoorbeeld verbreding van bestaande watergangen. Het bouwen op de strandwal tussen Heiloo en
Limmen wordt grofweg begrensd door de Wester- en Oosterzijweg.
58
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 20
Van zee tot Meer
In Castricum kan op langere termijn
opschuiving van het station naar het
noorden worden overwogen, zodat
dit station beter ontsloten is en meer
centraal ten opzichte van de
bebouwing van Castricum komt te
liggen. Ook zijn er dan goede
parkeermogelijkheden voor foren-
sen en kan Limmen hiervan mee-
profiteren.
In Castricum zijn nog verschillende
mogelijkheden tot inbreiding met
woningbouw aanwezig. Zo kan ook
(buiten de strandwal) het terrein
van de instelling Duin en Bosch
voor woningbouw worden benut,
een ontwikkeling die tevens de drager kan zijn voor landschapsontwikkeling, bijvoorbeeld in het gebied
Castricum-Limmen.
Het gebied tussen de Noordzee en het Alkmaardermeer maakt onderdeel uit van de robuuste ver-
bindingszone van Kust tot Kust. Deze verbindingszone, die vanaf de Noordzeekust via Waterland naar
het Markermeer is gedacht, heeft een meervoudige doelstelling. Naast ecologie zijn dat waterbeheer,
cultuurhistorie, recreatie en toerisme. Een deel van het gebied valt samen met het Oer-IJgebied. De delta
van het Oer-IJ is de onderlegger voor buitengewone kwaliteiten van het gebied. Mede vanwege de
unieke archeologische waarden, maar ook om de open landschappelijke karakteristiek, blijft de zone
tussen Castricum, Limmen en Egmond Binnen vrij van verstedelijking. In het gebied is sprake van een
stapeling van plannen van diverse organisaties. De concrete uitvoering komt nog niet van de grond.
Door de opgave te zien als integrale gebiedsontwikkeling wordt de complexiteit erkend en kunnen
sectorale plannen met elkaar worden verbonden. De uitvoering kan een impuls krijgen door extra te
investeren met de opbrengsten uit aangrenzende verstedelijking (rood voor groen). Bovendien is het rijk
bereid middelen in te zetten in dit gebied voor de aankoop van nieuwe natuur.
59
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 21
60
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 22
Landbouw, natuur en
water in de
binnenduinrand
Kust en duinen
Het is belangrijk dat er wordt geïnvesteerd in het sterker maken van de natuur en recreatieve ver-
bindingen (wandel- en fietspaden), onder meer van Alkmaar richting strand. Ook worden de Dam-
lander en Philisteinsche polder, de Loterijlanden en delen van de Bergermeer als natuurgebied ingericht
in combinatie met maatregelen ter verbetering van het waterbeheer. In het gebied is de land- en
tuinbouw nauw verweven met de in deze gebieden voorkomende natuur- en landschapswaarden. Waar
mogelijk willen wij in de binnenduinrand natuurontwikkeling bevorderen. Voor bollentelers die in ver-
band hiermee op termijn en op vrijwillige basis hun bedrijf verplaatsen zal hervestigingsruimte in de
Kop van Noord-Holland ontwikkeld worden. Voor de blijvende bollenteelt en andere land- en
tuinbouwsectoren willen wij de productieomstandigheden verbeteren. Een goede samenwerking tussen
natuur- en landbouworganisaties is daarvoor wel noodzakelijk. Boeren kunnen de uitgestrekte stukken
natuur beheren en verkrijgen zo inkomsten naast de landbouw. Voorwaarde is dan wel dat voor natuur-
en landschapsbeheer voldoende middelen beschikbaar zijn.
Voor groei van het bollenareaal (met permanente teelt) is in de binnenduinrand weinig ruimte meer
(evenmin als elders in Noord-Kennemerland). Wij hebben immers gebieden voor grote en efficiëntere
projectlocaties aangewezen in de Kop van Noord-Holland (Wieringermeer) waar bedrijven naar toe
kunnen verhuizen of zich als nieuw bedrijf kunnen ontwikkelen. In de bollenconcentratiegebieden is
nog enige ruimte voor de omzetting van grasland naar permanente bollenteelt aanwezig. Wij zullen
bezien in hoeverre het wenselijk is de begrenzingen daarvan in te perken.
De oplossingen voor waterberging moeten aansluiten bij het cultuurlandschap. Dit betekent dat het
watersysteem in bollenconcentratiegebieden relatief grofmazig kan zijn. Er is een evenwicht gewenst
tussen het waterbeheer in de duinen en voor de bollenteelt. Naar verwachting zal door meer neerslag de
wateraanvoer en de watervoorraad in de duinen toenemen.
De kustbadplaatsen zijn belangrijk voor recreatie en toerisme. Zij moeten elk hun eigen identiteit verder
kunnen ontwikkelen. Het aanbod aan overnachtingsmogelijkheden moet worden geherstructureerd,
evenals de parkeervoorzieningen. Wij zullen de toekomstige behoefte aan ruimte voor toerisme en
recreatie uitwerken voor het hele kustgebied van Noord-Holland. Bovendien zullen wij de bereikbaar-
heid van de Noord-Hollandse kust uitwerken. Wij denken aan de promotie van het openbaar vervoer
dat zoveel mogelijk vrij baan moet krijgen. Ook zijn wij voorstander van de aanleg van transferia van
waaruit mensen met de bus verder kunnen reizen naar het strand. Verder denken we aan goede infor-
matievoorzieningen voor de recreant.
Wij streven naar minimaal het handhaven van de huidige veiligheid voor de kustplaatsen Bergen en
Egmond aan Zee. De maatregelen die we willen nemen gaan gepaard met een verbreding van het
strand, wat goed is voor recreatie en toerisme. Tevens willen we de technische en financiële haalbaar-
61
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 23
Schermer als
landschappelijke
eenheid
heid van verdere zeewaartse maatregelen onderzoeken. Ten noorden van Bergen is ook een land-
inwaartse optie mogelijk, omdat de duinen daar breed genoeg zijn. Dit kan samengaan met dynamisch
kustbeheer.
Om de natuurwaarden van de duinen te waarborgen en ontwikkelen, maar ook om de recreatieve
waarde van dit gebied optimaal te benutten, bevorderen wij een goede zonering van de recreatie.
Daarbij worden ook de recreatieve mogelijkheden van de binnenduinrand nadrukkelijk betrokken. Het
natuurbeheer in de duinen zal zich verder toespitsen op vernatting, herstel van natuurlijke afvoer-
systemen en meer natuurlijke dynamiek (bijvoorbeeld verstuivingen). Deze vernatting kan in de toe-
komst bijdragen aan de beperking van de toevoer van gebiedsvreemd water.
Voor de kust van Egmond aan Zee, op 8 km afstand van de kustlijn, wordt in 2005 een windmolenpark
van 99 MW gerealiseerd.
In de Schermer blijven de koeien de komende decennia in de uitgestrekte weiden grazen. De veeteelt is
een belangrijke inkomstenbron en het gebied behoudt dan ook zijn functie als agrarische polder, die
overigens ook in gebruik is voor de bollenteelt, de akkerbouw en de tuinbouw. Duurzame schaalver-
groting zal bijdragen aan het behoud van de agrarische functie. Het is niet gewenst dat binnen de
Schermer los van de totale structuur wordt verstedelijkt, dus ook niet westelijk van de N242 op
Alkmaars grondgebied. De Schermer moet in principe als grote en krachtige landschappelijke eenheid
herkenbaar blijven. Dit is zowel mogelijk als wordt afgezien van verdere bebouwing, als bij een even-
tuele keuze voor het toelaten van meer landelijke woonvormen. Langs de twee vaarten en de Molenweg
is in principe ruimte voor nieuwe bebouwing met een landelijk karakter, die de hoofdstructuur van de
Schermer benadrukt en krachtiger maakt. Dit kan echter alleen als dit gebeurt in het kader van een ‘rood
betaalt voor groen’-regeling en in het kader van een status als deel van een Nationaal Landschap. Om de
bijzondere positie en landschappelijke openheid te benadrukken is de Schermer in haar geheel als
‘uitsluitingsgebied’ op de kaart Planologisch Beleidskader 2004-2014 gekomen.
Voorwaarde bij eventuele bebouwing is bovendien dat er een goed Beeldkwaliteitsplan aan ten grond-
slag ligt. Een andere randvoorwaarde is dat eventuele woningbouw de agrarische bedrijfsvoering
niet mag belemmeren.
Het is verder van belang de randen van de Schermer ecologisch te ontwikkelen en ook ‘beleefbaar’ te
maken door ze te ontsluiten voor fiets- of wandelrecreatie. De Schermer Zuid biedt ook mogelijkheden
voor de opvang van wateroverlast. Binnen de ringweg Alkmaar (de Omval) is hoogstens ruimte voor
één groot bebouwingselement als ‘landmark’ aan één van de hoofdassen binnen de Schermer, te
koppelen aan sanering van de aanwezige stadsrandfuncties.
62
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 24
Een nieuwe toekomst
voor de
veenweidegebieden
Milieuvriendelijk
bouwen in de
HAL-regio
Baggerlocaties in
Noord-Kennemerland
Nog verder uit de stedelijke invloedssfeer dan de Schermer, vraagt de Eilandspolder om beschermend
beleid. Om die reden is er geen woningbouw mogelijk buiten de kernen.
In de Task Force Veenweidegebieden is door de WLTO, de natuurorganisaties, het waterschap, de
gemeenten en de provincie een gezamenlijke koers bepaald voor het veenweidegebied van Noord-
Hollands Midden. Per deelgebied zijn voorstellen gedaan voor de verdere ruimtelijke ontwikkeling. Wij
volgen de door de Task Force gemaakte keuzes. De Eilandspolder blijft als veenweidegebied een groene,
open, cultuurhistorische oase voor vogels en extensieve landbouw, waar wordt ingezet op natuur- en
landschapsbeheer. Ook de polder Mijzen en de veenweidegebieden ten noordwesten van het
Uitgeestermeer vallen hier onder. Belangrijk voor het behoud van deze gebieden is het goed regelen van
het beheer, waarbij de natuurwaarden en de waterhuishouding (kwetsbaar gebied voor wateroverlast en
-tekort) bijzondere aandacht vragen. Voor waterbeheer zal een evenwicht moeten worden gevonden
tussen goede waterkwaliteit en de wens van vaste waterpeilen voor stedelijke en agrarische functies.
Vanwege de sterke samenhang met de andere veenweidegebieden in Noord-Holland Midden, zoals
bijvoorbeeld het Wormer-Jisperveld en de Zeevang, zijn deze gebieden ook meegenomen in de streek-
planuitwerking voor Noord-Holland Zuid. Een van de voorstellen van de Task Force is om deze
gebieden samen met Noord-Hollands Midden voor te dragen als Nationaal Landschap. Wij zullen
hiertoe samen met de andere partners een Stichting Nationaal Landschap Hollands Midden oprichten.
Vanwege de relatief hoge taakstellingen voor woningen en bedrijven in het HAL-gebied verwachten wij
van deze gemeenten dat zij actief inspelen op ons beleid om al bij de bouw zoveel mogelijk energie-
besparings- en (duurzame) energie-opwekkingsmogelijkheden toe te passen.
Met ons beleid van CO
2
-servicepunten voor gemeenten proberen wij duurzame ontwikkelingen zoveel
mogelijk te stimuleren. Evenals in andere regio’s verwachten wij dat rekening wordt gehouden met een
zuidwaartse oriëntering van woningen en bedrijfsgebouwen. Zo mogelijk wordt dit gecombineerd met
de toepassing van zonnepanelen, zoals in Vroonermeer-Zuid en de Stad van de Zon.
De grote bedrijventerreinen in deze regio bieden volgens onze Windkansenkaart uitstekende mogelijk-
heden voor de inmiddels veilige en efficiënte windmolens. Een goed voorbeeld van het gebruik van
restwarmte is het bedrijventerrein de Boekelermeer.
Gemeenten hebben zelf, of in samenwerking binnen de regio, de zorgplicht voor de verwerking van
baggerspecie uit gemeentelijke wateren binnen hun grenzen. In een plan van aanpak zullen wij onze
voorkeur aangeven voor locaties in de te onderscheiden regio’s. Voor de regio Noord-Kennermerland
zien wij mogelijkheden in of rond de gemeenten Alkmaar en Bergen.
63
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 25
3.2 Kop van Noord-Holland en Texel
3.2.1
De kwantitatieve opgaven in een tabel:
64
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
Woningbouw
Woningbouwopgave 2004-2014: 7.500 woningen
Woningbouwopgave 2004-2030: 14.500 woningen
Bestaande capaciteit 5.200 woningen (3.650 bestaand stedelijk gebied/1.550 uitleg)
Te zoeken locaties tot 2014: 2.300 woningen, waarvan 920 (40%) binnenstedelijk
Economie (netto hectares)
Opgave 15% zuiniger ruimtegebruik 2004-2014: 40 ha, 2004-2030: 75 ha
Ruimtebehoefte/vraagopgave 2004-2014: 215 ha
Ruimtebehoefte/vraagopgave 2004-2030: 425 ha
Bestaande capaciteit: 130 ha
Te realiseren locaties tot 2014: 85 ha (60% op regionale terreinen)
Te realiseren locaties na 2014: 210 ha (60% op regionale terreinen)
Landbouw
Duurzame glastuinbouwlocaties 2004-2014: 500 ha netto
2004-2030: 600 ha netto
Permanente bollenteelt
2004-2014: 1.250 ha brutto
Natuurontwikkeling
Van 2004 tot 2014 toe te voegen 797 ha
Van 2004 tot 2030 toe te voegen 1.087 ha
(begrensde hectares PEHS, nog niet inbegrepen extra ha voor Noordboog en Wieringerrandmeer).
Water (voorlopige cijfers; zie ook hoofdstuk 6)
– Wateroverlast:
Van 2002 tot 2015: 2,7 miljoen m
3
wateroverschot.
Benodigde ruimte voor water is maximaal 360 ha.
Van 2002 tot 2030: 3,5 miljoen m
3
wateroverschot.
Benodigde ruimte voor water is maximaal 400 ha.

Page 26
De zee, het land
3.2.2 Huidige situatie
Dit gebied is veruit de grootste regio van Noord-Holland Noord. Zowel IJsselmeer als Noordzee en
Waddenzee omringen het gebied. Al deze wateren hebben een grote natuurwaarde die nationaal en
internationaal wordt onderkend en beschermd. De kusten van de Kop zijn daarom ecologisch en land-
schappelijk zeer interessant. De invloedssfeer van het omringende water gaat overigens veel verder dan
de kustlijnen zelf. In het gehele gebied heerst een precair evenwicht tussen het zoete water aangevoerd
uit het IJsselmeer en het zoute water dat op veel plaatsen aan de Noordzee en Waddenkant opkwelt.
Het gebied bestaat deels uit zogenaamd ‘oud’ land zoals de duinen, Wieringen, Texel en de gebieden
binnen de Westfriese Omringdijk. Deze gebieden, waarin regenwater infiltreert, zijn landschappelijk
kleinschalig en divers, hebben een fijnmazig watersysteem en zijn wat natuur betreft vaak zeer rijk. Het
zoete water is daar van zeer goede kwaliteit. Ook cultuurhistorische basisstructuren dragen bij aan de
rijkdom van het gebied: het Pleistocene deel van Texel en de Groetpolder – beide tevens Belvedère-
gebied – en de Wieringermeer. Het overige deel, dat door aandijkingen en inpolderingen gewonnen is
op de Zuiderzee en Waddenzee wordt ‘nieuw’ land genoemd, alhoewel sommige delen al in de
16
e
eeuw in cultuur zijn gebracht. Deze gebieden, waarin het regenwater hoofdzakelijk weer opkwelt,
zijn grootschaliger van opzet, landschappelijk en natuurlijk veel minder divers, maar nog ongekend
weids en open. De Kop is nog relatief rustig en hoewel de grote wateren en de kusten van de Kop van
grote natuurlijke betekenis zijn, is het binnenland (Texel daargelaten) ecologisch vrij arm, qua water-
systeem grootschalig en landschappelijk soms nogal eentonig. Veel van de oude krekenpatronen en gras-
landen zijn inmiddels verdwenen als gevolg van vervlakking, open omzanden en scheuren van gras.
De regio is op veel plaatsen nog heerlijk stil. In de duinen, langs de Waddenzee en op Wieringen zijn
nog gebieden die als stiltegebieden zijn aangemerkt. Deze rust staat wel onder druk van de toegenomen
economische activiteiten rond Den Helder en het steeds drukker wordende wegverkeer over het voor-
malige eiland Wieringen.
Een andere, steeds zeldzamere kwaliteit van het gebied, is de geringe lichtverstoring door kassen en
andere lichtbronnen. Samen met de Veluwe is het nog een van de weinige gebieden waar het in de
nachtelijke uren relatief duister is.
65
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II
Watertekort (voorlopige cijfers)
In 2030 voorzien in een extra waterbehoefte van minimaal ca. 60 miljoen m
3
(bij een huidige waterbehoefte van ruim 185 miljoen m
3
Milieu
Van 2004 tot 2030 de vergroting van de capaciteit aan windenergie tot 750 MW.

Page 27
66
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 28
Werken in de Kop
Landbouw is een belangrijke economische sector in de Kop van Noord-Holland en is ook de sector die
veruit de meeste ruimte in beslag neemt. Een belangrijke sector is de sterk florerende bollenteelt in het
Noordelijk Zandgebied, die hoge eisen stelt aan haar omgeving en het watersysteem. Akkerbouw komt
voor in de Wieringermeer, waar geleidelijk aan ook steeds meer veehouderij komt. Daarnaast komt
akkerbouw ook in belangrijke mate voor in het oostelijk deel van de Anna Paulownapolder en in de
Wieringerwaard.
Verbreding van landbouwactiviteiten zorgt nu al op een groot deel van de bedrijven voor extra
inkomsten, met name op Texel en Wieringen.
Naast de agrarische of daaraan gerelateerde bedrijfstakken vormt het toerisme een belangrijke bron van
inkomsten voor de Kop. Texel en de kust zijn daarbij van oudsher de belangrijkste gebieden. Op het snij-
vlak van toerisme, cultuur en historie worden momenteel vele, ook ruimtelijke, investeringen gedaan.
Verder wordt de economie van de Kop gedomineerd door de overheid en semi-overheid: de marine en
instellingen als ECN zijn daarin belangrijke werkgevers. De marktsector bestaat uit bijzondere
bedrijvigheid, zoals de offshore, de visserij en de deels aan de haven gelieerde maritieme sector van
metaalbedrijven, scheepsbouw en technologiebedrijven. Ook aan de aanwezigheid van de luchthaven
zijn meerdere bedrijven verbonden.
Over het algemeen heeft de Kop van Noord-Holland een vrij eenzijdige economische structuur met
weinig stuwende werkgelegenheid en is zij kwetsbaar voor conjuncturele bewegingen. Het verlies aan
arbeidsplaatsen bij de marine heeft er mede voor gezorgd dat de regio relatief veel en tevens langdurige
werkelozen heeft.
Door de perifere ligging is de Kop nog een betrekkelijk rustig gebied met weinig fileleed. Wel heeft de
rijksweg N9 die de schakel vormt naar het stedelijk gebied HAL en de Randstad een te laag kwaliteits-
niveau als het gaat om doorstroming en veiligheid. Ditzelfde geldt voor de rijksweg richting de Afsluit-
dijk. Verder zorgt het verkeer door Den Helder op weg naar de veerboot richting Texel ’s zomers
voor overlast.
In de Kop concentreert de zware industrie zich met name rond Den Helder. Uit oogpunt van geluid
(industrie, wegverkeer en vliegverkeer) en uit oogpunt van veiligheid overlappen tal van zoneringen
elkaar. Dit biedt vaak problemen bij de uitbreiding van kwetsbare functies (zoals woningbouw en
recreatie). Het gaat bij deze zones om:
Marineterrein en Kooyzand (A-inrichting geluid).
Twee luchtvaartterreinen: vliegveld de Kooy bij Den Helder (geluid+toekomstige risico contour).
De gasbehandelingsinstallatie van de NAM bij Den Helder (geluid+toekomstige risico contour).
Munitie -opslagen van Defensie bij Den Helder (risico contour).
67
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 29
Wonen in de Kop
Verstedelijking en
woningbouw
Het Gasunie compressor/mengstation in de Wieringermeer (geluid+toekomstige risico contour).
Energieonderzoekscentrum Petten (toekomstige risico contour).
Verder heeft de duurzaamheid in deze regio het meest te lijden van de intensieve landbouw. Met name
in de bollen- en vollegronds tuinbouwgebieden is de waterkwaliteit vaak slecht door overmatig gebruik
van meststoffen en bestrijdingsmiddelen.
De Kop van Noord-Holland is een rustig en relatief dun bevolkt gebied. Zowel de enige grote stad
(Den Helder) als de her en der verspreide kleine kernen in het gebied, kampen met het probleem om
hun voorzieningenniveau te kunnen handhaven. Den Helder kent daarnaast een aantal grootstedelijke
problemen, die vragen om ingrijpende vernieuwingsopgaven. Het gaat met name om het Stadshart en
de wijk Nieuw Den Helder. Sociale, economische en veiligheidsproblemen vragen hier grote aandacht.
3.2.3 De opgaven
‘De versterking en verbreding van de sociaal-economische (infra)structuur van de Kop van Noord-
Holland met respect voor natuur, milieu, landschap en cultuurhistorie’, dat is de belangrijkste opgave
die er voor de regio ligt om de leefbaarheid van de regio voor haar inwoners gelijke tred te laten houden
met die van de rest van Noord-Holland. De uitdaging daarbij is om dit laatste vooral op eigen kracht te
doen. Zich niet te zeer afhankelijk te maken van de mogelijkheden en onmogelijkheden die het gevolg
zijn van de enorme dynamiek die de verdere groei van de Randstad tot Delta Metropool met zich mee-
brengt.
De Kop van Noord-Holland heeft een aantal regiospecifieke problemen, maar heeft ook een aantal
onderscheidende karakteristieken die een kracht kunnen zijn, mits goed aangepakt.
Faciliteren van een minimale autonome behoefte van circa 7.500 woningen tussen 2004 en 2014.
En voor de periode van 2014 tot 2030 circa 7.000 woningen in de Kop.
Van dit aantal woningen dient 40% binnenstedelijk te worden gebouwd.
Goed benutten van ruimte rond stations.
Voorzien in de behoefte aan groen wonen/het ontwikkelen van woonlandschappen.
Investeren in stedelijke vernieuwingsprojecten in Den Helder.
Een extra groeiimpuls van Den Helder mogelijk maken, mede op basis van een vergroting van de
economische draagkracht van deze stad.
68
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 30
Landelijk gebied
Economie
Behoud respectievelijk versterking van de internationale concurrentiekracht van deze sector door
schaalvergroting en vernieuwing, door onder andere de verkavelingsstructuur te optimaliseren en
de versnippering van landbouwgebied tegen te gaan.
Het beschikbaar stellen van ruimte voor op langere termijn te ontwikkelen duurzame glastuinbouw-
locaties (maximaal 600 ha).
Bieden van ruimte voor te ontwikkelen projectlocaties voor duurzame permanente bollenteelt
(maximaal 2.900 ha).
Versterken van het bollen-agribusiness-complex.
Verduurzaming van de bollenteelt in de binnenduinrand.
Versterking van de agribusiness in het gebied.
Opgave is om robuuste natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische structuren te ontwikkelen
als tegenhanger van het intensieve agrarische productiegebied.
Bestaande natuurgebieden beschermen tegen externe invloeden van economische activiteiten.
In het licht van de eenzijdige en kwetsbare economische structuur wordt gestreefd naar versterking
van de economische positie. Aan de orde zijn onder meer:
Het creëren van duizenden nieuwe arbeidsplaatsen voor het behoud van werkgelegenheid, na de
uitstoot van activiteiten en personeel bij de Koninklijke Marine.
Een kwaliteitsimpuls geven aan toerisme in de regio.
Het verbeteren van het imago van het gebied.
Het stimuleren van innovaties in het bedrijfsleven in de Kop.
Herstructurering van verouderde bedrijventerreinen.
Faciliteren van 80 ha. bedrijventerreinen tot 2014 en voor de langere termijn (2014 tot 2030) geldt een
planningsopgave van 210 ha, waarvan 60 % op grote regionale terreinen. De overige behoefte moet
in de regio op kleinere bedrijventerreinen worden opgevangen.
Bedrijventerreinen in de Kop van Noord-Holland (in netto ha tot 2014)
69
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II
Locatie
Uitgeefbaar aanbod (ha) Bestaande streekplan capaciteit (ha) Nieuwe regionale locaties (ha)
Industriepark Kooypunt
20
26
Robbenplaat I
15
30
Oudevaart Zuid
6
Divers locaal
14
Witte Paal Schagen/Niedorp
20
Kooypunt Zuidoost
25
Robbenplaat II
25

Page 31
Verkeer en vervoer
Water
Duurzaamheid
Om de sociaal-economische positie van Den Helder als stedelijk gebied te verstevigen is een goede
bereikbaarheid voorwaarde. Uit toeristisch oogpunt is een vlotte doorstroming van het verkeer naar de
veerhaven in Den Helder voor het eiland Texel van substantieel belang. Wij zien ons daarvoor gesteld
voor de volgende opgaven:
Verbeteren van de doorstroming rijksweg N9 naar stedelijk gebied HAL en Randstad.
Verbeteren van de doorstroming rijksweg N99 richting Afsluitdijk en noorden van het land en via de
A7 naar het stedelijk gebied HES en oosten van het land.
Verbeteren van de doorstroming provinciale weg naar veerhaven Den Helder.
Verder zullen alternatieven moeten worden geboden voor verkeer over de weg.
Voor kustveiligheid: de gehele zeewering versterken vanwege de invloed van de zeespiegelstijging
en verwachte hogere stormfrequenties.
Veiligheid van het watersysteem waarborgen.
Creëren van voldoende ruimte voor wateroverlast.
Waterneutraal bouwen bij herstructurering stedelijk gebied, onder andere in Den Helder.
Niet afwentelen en waterneutraal bouwen in nieuwe uitleglocaties en daarbij de woonkwaliteit
verder versterken.
Ondervangen van het toenemende watertekortprobleem met name in de aangedijkte landen en de
Wieringermeer.
Het hoofd bieden aan de elkaar versterkende gevolgen van klimaatsverandering, bodemdaling,
verzilting etc. tegenover de ambitie te voorzien in de groeiende behoefte van de intensieve land-
bouwfuncties (w.o. bollenteelt). Met name op de punten van waterkwaliteit en water tekort.
Ruimte bieden aan en stimuleren van de productie van duurzame energie in de Kop. Wij denken
niet alleen aan wind- en zonne-energie, maar ook aan energie uit biomassa.
Het behouden van de specifieke oerkwaliteiten van het gebied zoals rust, ruimte en duisternis tegen-
over de ambities de werkgelegenheid, bereikbaarheid en woonkwaliteiten te versterken.
3.2.4 De visie
Om te komen tot een duurzame sociaal-economische ontwikkeling van de Kop van Noord-Holland is
het noodzakelijk dat er in de regio geïnvesteerd blijft worden. Investeringen in die zaken waar de Kop
ruimte en kwaliteit voor biedt en waar men behoefte aan heeft. Wij constateren dat deze
ontwikkelingen/investeringen niet allemaal als vanzelf naar de regio toe zullen komen.
70
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 32
Texel,
toerisme op Kop
Daarom kiezen wij ervoor om met een aantal gerichte investeringsprojecten de economische ont-
wikkeling een impuls te geven en de economische basis van de Kop te verbreden.
Speerpunten daarin zijn:
de maritieme sector in breedste zin, o.a. offshore windenergie;
ruimte voor een sterke en innoverende landbouw;
toerisme;
natuur- en landschapsbouw;
woningbouw (groen wonen).
Het gaat daarbij om het ontwikkelingen onder duurzame randvoorwaarden.
Toerisme blijft voor Texel de economische hoofdmotor. We houden vast aan het maximum aantal slaap-
plaatsen op Texel om de eilandbeleving niet aan massaliteit ten onder te laten gaan. Met Texel streven
wij ernaar de reeds hoge kwaliteit van het toeristisch product nog verder aan te scherpen. Dit betekent
onder andere het opwaarderen van bestaande en verouderde voorzieningen. Bij de verblijfsaccommo-
daties houdt dit waarschijnlijk een verdunning van het aantal voorzieningen in op het bestaande terrein.
Bij het weer op niveau brengen van dit aantal verblijfsplaatsen vinden wij het van belang dat deze
ruimtelijke uitbreiding zo min mogelijk ten koste gaat van natuur en landschap.
Ook een verdere ontwikkeling van natuur en landschap op het Thijsse-eiland draagt bij aan de
kwaliteitsverbetering van het toeristisch product en uiteraard aan de natuurkwaliteit van Noord-
Holland Noord. Voor natuurontwikkeling zien wij goede mogelijkheden rond de Cocksdorp, rond de
Mokbaai en langs de Waddenkust. Texel is tevens een Belvedère gebied en de aanwezige cultuurhisto-
rische waarden kunnen benut worden voor toekomstige recreatieve ontwikkelingen. Om het landelijke
karakter van het eiland te behouden is het ook van belang de landbouw een goede toekomst te blijven
bieden op Texel. Daarbij vinden wij het ook van belang dat gelet wordt op de minimale arealen land-
bouwgrond die nodig zijn om een gezonde agrarische sector voor Texel te behouden. Texel biedt
echter uitgelezen kansen voor agrarische bedrijfsvormen die minder afhankelijk zijn van ontwikke-
lingen op de internationale markt en meer gericht zijn op bedrijfsverbreding, zoals het produceren van
streekeigen producten, speciale teelten, toerisme en natuur en landschapsbeheer.
Texel zal zich ook verder gaan ontwikkelen als duurzaam eiland. Het werken aan een milieukeur voor
verblijfsrecreatie en het streven naar 100% gebruik van duurzame energie past uitstekend in dit streven.
Maar ook de uitvoering van het Masterplan Texel met nadruk op de intensievere benutting van water in
71
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 33
Den Helder,
een brede basis
hooggelegen gronden, het terugdringen van de waterbehoefte en de optimalisatie van het waterbeheer
richting ketenbeheer sluiten wat ons betreft uitstekend aan bij het streven naar een duurzame toekomst
voor Texel.
Verdere uitbreiding van de havenactiviteiten in Oudeschild op Texel ondersteunen wij. Wij zullen
daarom ook proberen de grenzen van de PKB Waddenzee zodanig aan te passen dat deze havenuit-
breidingen samen met de uitbreidingen bij Den Helder en Den Oever mogelijk worden.
Vanwege de aanwezige waarden van natuur en landschap is het grootste deel van Texel uitsluitings-
gebied. Met de ruimte op Texel moet dus zuinig worden omgesprongen. Omdat de behoefte aan ruimte
voor bedrijven op Texel niet op het vasteland kan worden geaccomodeerd, willen we hier ruimte voor
bieden op het eiland. De behoefte van Texel aan bedrijventerreinen moet worden afgewogen tegen
andere belangen en tegen de totale behoefte in de regio. In de regionale bedrijventerreinenvisie kan
Texel zijn eigen bijdrage leveren en eigen positie innemen.
De land- en tuinbouw op Texel vervult niet alleen een essentiële rol in het beheer van het eigen karakter
van het landelijk gebied van Texel. Met de toeristische sector en de visserij vormt de land- en tuinbouw
één van de drie belangrijkste economische pijlers van de Texelse economie. En dankzij de sterke econo-
mische positie van de agrarische sector kan de beheersfunctie van het landelijk gebied worden vervuld.
Daarom is het ook van belang dat voorwaarden worden gecreëerd om die sterke positie te behouden.
Verdere teruggang van het agrarisch areaal dient zoveel mogelijk beperkt te worden. Daarnaast willen
wij instrumenten inzetten om de concurrentiekracht van de verschillende sectoren te versterken.
Behalve de noodzaak van verdergaande schaalvergroting en intensivering biedt Texel kansen voor
agrarische bedrijfsvormen, die minder afhankelijk zijn van ontwikkelingen op de internationale markt.
We doelen op vormen van bedrijfsverbreding, zoals het produceren van streekeigen producten, speciale
teelten, agrotoerisme en natuur- en landschapsbeheer.
Den Helder zoekt naar een bredere economische basis. De sterke relatie met de marine zal ook in de
toekomst blijven, maar bezuiniging in die sector heeft aangetoond hoe gevoelig de Helderse economie
is. De ligging van Den Helder en haar relatie met de zee maakt het voor de hand liggend, dat de mari-
tieme sector een belangrijke steunpilaar blijft. Voor de toelevering aan de offshore zien wij goede
mogelijkheden, niet alleen ten aanzien van de olie- en gaswinning, maar ook op andere zeegebonden
industriële activiteiten. Wij denken daarbij zeker aan windturbines op zee. Dat dit een reële optie is blijkt
uit de voorspoedige ontwikkelingen rond de zeelocaties ter hoogte van Egmond aan Zee. Voor grote
windturbine fabrikanten kan Den Helder een zeer interessante vestigingslocatie zijn. Zeker ook in relatie
72
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 34
tot de testlocatie (vermoeiingslab) in de Wieringermeer. Zo kan windenergie een bijdrage leveren aan de
werkgelegenheid in de Kop. Ook de havenactiviteiten nemen daarbij flink toe. Verdere concentratie van
visserijactiviteiten binnen Nederland zorgt ervoor dat deze sector in Den Helder sterk blijft.
Bedrijvigheid in de maritieme kennisintensieve sector en het aantrekken van kennisinstituten, bijvoor-
beeld op het gebied van (duurzame) energie en de zee, zorgen voor de werkgelegenheid voor hoger
opgeleiden.
Aansluitend op de activiteiten in de
zeehaven zien wij goede mogelijk-
heden voor een zogenaamd nat
bedrijventerrein langs het Noord-
hollandsch Kanaal, op het punt
waar twee rijkswegen (de N9 en
N99) dit kanaal kruisen. Dit regio-
nale bedrijventerrein (Kooypunt
Zuidoost) is gericht op maritieme
bedrijvigheid en vormt tevens een
belangrijke link met transport-
mogelijkheden over het binnen-
water vanwege de aansluiting op
het Noordhollandsch Kanaal. Bij de
locatie Kooypunt Zuidoost wordt
25 ha netto aangewezen tot 2014 en
35 ha netto gereserveerd voor de
73
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 35
74
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 36
periode 2014 tot 2030 met als mogelijkheid dat wanneer de locatie is uitgegeven voor 2014 gestart kan
worden met de 35 ha waarbij het omslagpunt wordt overgelaten aan de markt. Den Helder Airport
(vliegveld de Kooij) richt zich voornameijk op de offshore. Met de uitbreiding van de offshore olie- en
gaswinning (kleinere velden) en concentratie van offshorebedrijven in Den Helder zal het aantal vlieg-
bewegingen waarschijnlijk verder toenemen. Deze uitbreiding zal moeten plaatsvinden binnen de
bestaande milieuruimte.
Daarnaast zien wij in Den Helder goede mogelijkheden voor een verbreding van de toeristisch-recrea-
tieve sector. Door de ontwikkeling rond de oude rijkswerf te stimuleren zoals het project Cape Helder,
wordt Den Helder een economische impuls gegeven. In navolging van de rijkswerf wordt ook het
stadshart in het kader van stedelijke vernieuwing aangepast. In combinatie met het opknappen van de
Stelling van Den Helder krijgt dit ‘Gibraltar van het Noorden’ weer de historische Napoleontische allure
die haar geschiedenis rechtvaardigt.
Den Helder heeft ongekend veel groene ruimte. Wij ondersteunen Den Helder en de gemeente Zijpe bij
het toeristisch-recreatief opwaarderen van de duinzoom, mede door het benutten van de daar aan-
wezige natuur- en waterpotenties. Voor het kwalitatief goede water in deze zone, is het streven dit zo
lang mogelijk schoon te houden. De aanliggende gebieden worden voor natuur- en (verblijfs)recreatie
ingericht. Den Helder wordt zo aantrekkelijk als vestigingsplaats voor bedrijf, werknemer en toerist.
In samenhang met een sterke economische basis is ook de sociale en culturele vitaliteit van Den Helder
van belang. Als het inwonertal van Den Helder te laag wordt, ontstaat een dreiging dat functies verloren
gaan. Het ‘verzorgingsgebied’ van het Gemini ziekenhuis is bijvoorbeeld op het randje. Voor het sociaal-
cultureel leven in de regio is Den Helder als centrumgemeente voor welzijn, zorg en cultuur onmisbaar.
Den Helder heeft ambities om verder te groeien dan alleen de autonome bevolkingsaanwas. Wij willen
Den Helder daarvoor de ruimte geven, waarbij wij ook een binnenstedelijke opgave zien. In stedelijke
vernieuwingsprojecten, zoals Nieuw Den Helder, kunnen dergelijke ambities worden meegenomen.
Verder zien wij voor Den Helder-Zuid ook goede mogelijkheden tot verdere ontwikkeling van de stations-
locatie. Er ligt een braakliggend terrein dichtbij het station waar volop mogelijkheden zijn voor wonen en
werken. De wil is er ook om dit gebied in te vullen. In die zone tussen Den Helder en Julianadorp zien wij
op termijn tevens goede mogelijkheden voor de ontwikkeling van groene woonlandschappen in combi-
natie met natuur, recreatie en water. Het is aan de gemeente en de regio (regionale woonvisie) om deze
kansen in te vullen. Omdat Den Helder aan de zuidoostkant drukker zal worden qua bedrijvigheid
vinden wij dat er een totaalconcept moet worden ontwikkeld, waarbij de toegang tot Den Helder ook
meer bijdraagt aan het imago van een groen en kwalitatief hoogwaardig vestigingsklimaat.
75
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 37
Flinke opknapbeurten
voor rijkswegen naar
Den Helder
Bereikbaarheid eiland
Texel
Meer dan alleen de
auto
In de bereikbaarheid van Den Helder en Texel vanuit de Randstad en de HAL-regio speelt de rijksweg
N9 een cruciale rol. Om de doorstroming en de verkeersveiligheid te verbeteren krijgt deze centrale as in
de komende jaren een flinke opknapbeurt. Er komt een parallelweg bij Bergen. Bij Schoorldam en de
Stolpen wordt de weg omgeleid. Op deze stukken komen ook ongelijkvloerse kruisingen. Voor de
langere termijn zijn ook ongelijkvloerse kruisingen nodig bij Burgervlotbrug en St. Maartensvlotbrug.
Een andere belangrijke schakel voor de bereikbaarheid van de Noord-Kop is de rijksweg N99 richting
Afsluitdijk en de rijksweg A7. De weg vormt een verbinding met het noorden van het land, via de A7
met de Randstad, en via de A7 en de provinciale weg tussen Hoorn en Enkhuizen met het oosten van
het land.
Wij zetten bij het rijk in op een opwaardering van de weg van Den Helder naar Den Oever om de door-
stroming en de verkeersveiligheid te verbeteren.
De verkeersproblematiek van verkeer naar Texel door Den Helder is meer structureel van aard. Om het
stadshart te ontlasten bij de toegang naar de veerhaven richting Texel zal voor de korte en middellange
termijn onderzoek gedaan worden naar beperkte oplossingen op het huidige tracé en naar mogelijke
alternatieve routes naar de huidige veerhaven. Voor de lange termijn sluiten wij de verplaatsing van de
veerhaven in Den Helder niet uit. Daarbij moet rekening worden gehouden met de PKB Waddenzee.
In combinatie met investeringen in de weginfrastructuur zullen veel andere maatregelen genomen
moeten worden om de bereikbaarheid van de Kop te garanderen. Alternatieven voor de auto zijn daarbij
noodzakelijk. Om het gebied met de trein in de toekomst goed bereikbaar te houden, dienen gemeenten
in hun ruimtelijk beleid rekening te houden met een mogelijke uitbreiding van het aantal sporen op het
traject Schagen-Den Helder en hiermee geen strijdige ontwikkelingen mogelijk te maken.
Er zijn volop kansen voor wonen en werken rondom stations in dit gebied. De ontwikkeling van
stationslocatie Den Helder CS is een speerpunt in het kader van de stedelijke vernieuwing van het
gebied. Het gaat om plannen voor wonen, werken en aanvullend openbaar vervoer. Ook Den Helder
Zuid heeft potenties voor verdere ruimtelijke ontwikkelingen. Beide stations zijn aantrekkelijke
vervoersknopen van waaruit op de bus kan worden overgestapt.
Rondom het station Anna Paulowna liggen volop mogelijkheden voor de ontwikkeling van kantoren
die gelieerd zijn aan Hollands Bloementuin. Station Schagen is een voorbeeld waar alle ruimte rondom
het station al is ingevuld met woningen.
Uitgebreide parkeervoorzieningen bij de verschillende stations kunnen juist in een landelijk gebied als
de Kop van Noord-Holland Noord een goede rol vervullen.
76
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 38
Sterke duurzame
landbouw in een
sterke groene setting
De Kop kent ook nog twee vliegvelden, namelijk Texel en Den Helder Airport (de Kooy). Voor het
vliegverkeer zijn rond de terreinen geluidszones vastgesteld. Deze zones alsmede de daaraan
gekoppelde vliegbewegingen worden door het rijk op basis van de Luchtvaartwet vastgesteld. Bij ont-
wikkelingen rond Den Helder dient rekening te worden gehouden met de bestaande contouren.
Wij onderkennen dat de Kop een belangrijk agrarisch productiegebied is, waar de sterke sectoren binnen
de milieurandvoorwaarden goede mogelijkheden moeten hebben om te innoveren en uit te breiden.
Bollen en projectvestigingen
Wij voorzien in de ontwikkeling van de autonome marktvraag dat de behoefte aan bollenareaal sterk
kan toenemen. Bovendien zal het onder druk van woningbouw en recreatie/toerisme nodig zijn dat een
deel van het huidige bollenareaal compensatie vindt in nieuwe gebieden. Het gaat met name om ver-
plaatsing op termijn van ca. 850 ha bollenareaal tussen Den Helder en Julianadorp. Wij zien het als
gewenste ontwikkeling dat ruimte voor de expanderende en deels verplaatsende bollenteelt wordt
gevonden binnen Noord-Holland Noord. Gezien de omvang van het totale areaal is een fasering
belangrijk teneinde onnodige spreiding van vestigingen tegen te gaan. Wij kiezen als ontwikkelings-
volgorde eerst voor een projectlocatie Permanente Bollenteelt in de Wieringermeer (Wieringermeer-west
en, in samenhang met een op te stellen inrichtingsplan voor het Wieringerrandmeergebied, in het
Noordelijk deel van de Wieringermeer) en vervolgens voor het reserveringsgebied Wieringerwaard.
Nieuwvestiging van bollenbedrijven zullen wij daarbij alleen toestaan in duurzame projectvestigingen.
Projectvestigingen gaan uit van een niet voor de omgeving belastende teeltwijze en waterhuishouding
(zie ook hoofdstuk 6.4) en het multifunctioneler maken van gebieden (bijv. ook recreatief), hetgeen extra
ruimte vraagt. Zo wordt onder meer ook ruimte gereserveerd voor de aanleg van milieuhygiënische
voorzieningen zoals helofytenfilters die ook kunnen dienen als piekberging voor wateroverlast. Ook
voor de reeds aanwezige bollenteelt zal de hoge milieudruk moeten worden ingeperkt door innovaties
in techniek, teeltwijze en gewasbescherming. Wij gaan er vanuit dat met name het beperken van het
mineralenprobleem ook voor de zittende bedrijven ruimte zal vergen voor waterzuivering, bijvoorbeeld
in de vorm van helofytenfilters.
De definitieve locatiekeuze van grootschalige projectvestiging(en) in de Wieringerneer dient onderwerp
te zijn van een geo-hydrologisch onderzoek, zoals wij reeds in het PMP 2002 hebben aangekondigd. Met
dergelijk onderzoek kunnen de eisen qua waterbeheer, projectvestiging, teeltgeschiktheid, etc. met
elkaar in verband worden gebracht. De Wieringermeer is immers een qua hoogte en grondslag zeer
divers gebied met hoge zanderige delen waar water wegzakt (NW) tot en met lage klei/veenachtige
77
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 39
delen (midden ZO) waar een grote zoute kwel om extra doorspoeling vraagt. Gezien de voorgenomen
wijziging van het besluit-MER zal dit onderzoek waarschijnlijk dienen te worden ingevoerd in het kader
van een verplichte Milieu Effect Rapportage gekoppeld aan het op te stellen bestemmingsplan voor
bollenteelt in projectlocaties.
Bij de inrichting van het watersysteem wordt voor bollenteelt ook gedacht aan verruiming van het
fijnmazig systeem door het verbreden van watergangen. Gelet op de belangrijke functie van de land-
bouw blijft daarnaast de optie open of toch niet op een aantal geconcentreerde plekken ruimte voor
water moet worden gezocht.
Voor de aangedijkte landen en de Wieringermeer is sprake van een relatief grote waterbehoefte.
De Wieringermeer krijgt in de toekomst, mede door veranderende landbouwfuncties, te maken met een
groter water tekort. Dit tekort wordt vergroot door de toenemende invloed van zoute kwel. Indien niet
onbeperkt uit het IJsselmeer kan worden geput zal aanleg van een Wieringerrandmeer noodzakelijk zijn
om in de extra waterbehoefte te voorzien, die ontstaat door nieuwe vestigingen van bollenteelt. Behoud
van een geschikte waterkwaliteit én voldoende mogelijkheden voor peilfluctuatie zijn daarbij aandachts-
punten voor de functie van voorraadberging.
Servicecentrum
Een impuls voor het gebied is het Servicecentrum Hollands Bloementuin in de gemeente Anna
Paulowna. Het servicecentrum is ruimtelijk al gereserveerd in de partiële herziening van het vigerende
streekplan. Het gaat hier om een wezenlijke versterking van het bollencomplex Noord-Holland Noord
door aanleg van zowel een servicecentrum als een agrarisch bedrijventerrein en het realiseren van
recreatieve ontwikkeling. In de plannen zijn de belangen en randvoorwaarden vanuit het waterbeleid
integraal meegenomen (waterberging, waterzuivering). De realisatie ervan zal de komende jaren plaats-
vinden.
Uitdaging hier is het zodanig realiseren van de gestelde doelen dat de bollenteelt, het servicecentrum en
de toeristisch-recreatieve attractie integraal tot ontwikkeling komen, waarbij rekening wordt gehouden
met de ecologische voorwaarden die van belang zijn voor de instandhouding van de gras- en rietlanden
rond de Kruiszwinsloot.
Bollenconcentratiegebieden en consolideringsgebieden
In het streekplan Noord-Holland Noord van 1994 is beleid vastgelegd voor de zgn. bollenconcentratie-
gebieden, waarbinnen mogelijkheden zijn voor vestiging en uitbreiding van permanente bollenteelt en
voor consolideringsgebieden, waar geen uitbreiding mogelijk is. Ook voor deze reeds aanwezige bollen-
78
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 40
teelt zal de hoge milieudruk moeten
worden ingeperkt door innovaties
in techniek, teeltwijze en gewas-
bescherming.
Wij gaan er vanuit dat met name het
beperken van het mineralen-
probleem ook voor de zittende
bedrijven ruimte zal vergen voor
waterzuivering. Mede op grond van
ons beleid om nieuwe bollenteelt
zoveel mogelijk te concentreren in
projectvestigingen zullen wij het
beleid voor de bollenconcentratie-
gebieden heroverwegen en vast-
leggen in een uitwerkingsplan van
het Ontwikkelingsbeeld.
De vigerende bestemmingsplannen
zullen worden gerespecteerd.
Met name in de gemeente Zijpe speelt de kwestie rond de zogenaamde II-B gebieden waar incidenteel
omzetting van grasland is toegestaan ten behoeve van bollenteelt. De met de gemeente Zijpe gemaakte
afspraak over de verdeling van grasland en bollengrond in het gebied van de Zijpe- en Hazepolder kan
in een herziening van het bestemmingsplan worden vastgelegd.
79
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 41
80
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 42
Dynamiek in de Kop,
Wieringermeer op de
schop?
Robuust groen
Wij willen ook de natuur een goede plaats bieden in de Kop. Dit om de toeristisch-recreatieve waarde
van de kust en haar achterland te versterken. De realisatie en bescherming van de ecologische hoofd-
structuur, die wij actief zullen voortzetten, biedt hier goede aangrijpingspunten voor. Maar de verdere
intensivering en rationalisering van de landbouw en de toename van de bollenteelt in projectvestigingen
biedt aangrijpingspunten om in dit gebied de ecologische infrastructuur sterker neer te zetten. Hierbij
zijn onze inspanningen vooral gericht op het uitbreiden van de bestaande ecologische verbindingszone
van het Zwanenwater, via de Oude Veer, Amstelmeer en Wieringerrandmeer naar het Robbenoord- en
Dijkgatsbos, tot een robuuste groene/blauwe zone die wij de Noordboog noemen. Met deze Noordboog
wordt de kwetsbare natuur die de Kop omringt verbonden met waardevolle natuurgebieden in het
binnenland. Bij de inrichting wordt mede gelet op mogelijkheden om problemen van wateroverlast,
-tekort en -kwaliteit te ondervangen. De natuurfunctie blijft hierbij richtinggevend. Zo wordt voldoende
plaats geboden aan de natuur, die elders in de Kop niet meer tot haar recht komt. Cultuurhistorische en
aardkundige waarden, zoals oude zeedijken en kreekresten, worden benut om de zone landschappelijk
aan te kleden en te accentueren. Daardoor biedt deze zone een toeristisch recreatief waardevolle ver-
binding, die tevens mogelijkheden biedt voor beperkte stedelijke ontwikkelingen. Zo kan op plaatsen
worden aangesloten op de zone met landgoederen c.q. woonlandschappen en kunnen langs deze zone
zogenaamde ‘slechtweer - attracties’ worden gevestigd met verblijfsrecreatie. Ook maatregelen voor de
verbetering van het waterbeheer kunnen gekoppeld worden aan de zone. Deze Noordboog gaan wij
gezamenlijk met de betrokken partijen vormgeven om te komen tot een optimale symbiose en benutting
van kansen. Hoe de Noordboog er precies uit komt zien is afhankelijk van die uitwerking. De voorbeeld-
uitwerkingen in dit hoofdstuk zijn dus alleen maar voorbeelden van hoe het er uit zou kunnen zien.
Een belangrijke ontwikkeling voorzien wij in de Wieringermeer. De combinatie van grootschalige
bollenteelt, bedrijventerrein, glastuinbouw, toerisme, recreatie en woonvoorzieningen, maken dat de
Wieringermeer een polder is waar grootschalige ingrepen kunnen en zullen plaatsvinden.
De Wieringermeer is echter een fraaie en nog relatief gave droogmakerij met een robuust watersysteem,
dat voldoende toegerust is om problemen van wateroverlast te voorkomen. De grote brede waterlopen
bepalen tevens de cultuurhistorische lijnen in het landschap. Deze waarden mogen niet teloor gaan door
willekeur. Het vraagt daarom een gecombineerde aanpak, waarbij ook nadrukkelijk het oorspronkelijke
ontwerp van de polder gerespecteerd blijft.
Verder uitgangspunt is dat ontwikkelingen in de Wieringermeer kwaliteit moeten hebben, die bijdraagt
aan de sociaal-economische ontwikkeling van het gebied in een duurzaam perspectief. De investeringen
zijn immers ook bedoeld om de leefbaarheid van de Wieringermeer te bevorderen.
81
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 43
Landbouw blijft troef
Wieringen weer los
De Wieringermeer blijft grotendeels een prima landbouwgebied. Naast de komst van projectlocaties
voor de bollenteelt, zal de traditionele akkerbouw in de Wieringermeer zich omvormen naar een meer
intensieve akkerbouw, met als belangrijk speerpunt de teelt van pootaardappelen. De komst van melk-
veehouderijbedrijven biedt mogelijkheden voor landruil tussen bedrijven, die de intensieve pootgoed-
bedrijven perspectief biedt op verder uitgroeien.
Als gevolg van sterke schaalvergroting zal het aantal akkerbouwbedrijven afnemen.
Het Wieringerrandmeer moet van Wieringen weer een echt eiland maken. Een eiland met veel van de
allure die ook Texel zo uniek maakt. Wij zien goede mogelijkheden op Wieringen voor de meer exten-
sieve, verstilde vormen van toerisme in combinatie met verdere natuur- en landschapsontwikkeling.
Ook het meer uitbaten van de (cultuur)historie van het eiland en de ligging aan de Waddenzee passen
prima bij deze ontwikkeling.
Het Wieringerrandmeer, dat ook deel uit maakt van de Noordboog, biedt ook uitstekende ontwikke-
lingsmogelijkheden voor natuur, toerisme, recreatie en wonen. Zo kan er in en langs het meer, ruimte
worden geboden aan jachthavens, woonlandschappen (voor zowel permanente als recreatieve wonin-
gen), wandel- en fietspaden, natuurgebieden en groenvoorzieningen.
Bij de totstandkoming van het Wieringerrandmeer hanteren wij de volgende uitgangspunten:
Ruimtelijke kader voor de projectmatige uitbreiding van de bollenteelt is het beleid in dit Ontwikke-
lingsbeeld.
Uitgangspunt is realisatie van 700-1.300 extra woningen. Met wonen wordt zowel permanent als
recreatief wonen bedoeld. Het gaat om woonlandschappen met een ruime opzet in landschappelijke
setting en/of uitbreiding van bestaande (recreatie)kernen. Recreatief wonen in natuurgebied is
onbespreekbaar, in nieuw bos of op het water is wel mogelijk.
Inrichting van de kustzone van het Wieringerrandmeer is mede gericht op een hoge verblijf- woon
en recreatiekwaliteit.
Natte bedrijventerreinen en aan watersport gebonden bedrijvigheid verdienen de voorkeur. Het
betreft vooral de uitbreiding en opwaardering van bestaande recreatieterreinen en jachthavens.
Gedacht wordt aan een uitbreiding van 25 tot 75 hectare.
Voor de ecologische verbindingszone moeten natuurlijke oevers ontstaan van gemiddeld 25 meter
breed, uitgangspunt voor deze zone is daarom een minimale oppervlakte van 50 hectare.
Samenhangende economische voorzieningen gericht op wonen en werken moeten ingezet worden
om de ‘groene’ functies te realiseren (kostendragers).
Bij wateroverlast moet het meer een bijdrage leveren aan de bergingscapaciteit.
Het Wieringerrandmeer kan bij uitstek benut worden voor de realisering van een goede water-
82
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 44
Onder glas
kwaliteit . Dit is van groot belang met het oog op de Europese Kaderrichtlijn Water. Aandachtspunt
blijft de toekomstige watervoorziening. Voor de watervoorziening van de Wieringermeer volgen wij
een meersporenbeleid waarbij ingezet wordt op IJsselmeerwater, zuinig omgaan met water en extra
voorzieningen. Voorzieningen moeten zijn aangelegd en de financiering geregeld voordat de
feitelijke ontwikkeling van bollenteelt in uitvoering is genomen.
De vaarverbinding tussen IJsselmeer en Amstelmeer moet geschikt zijn voor beroepsvaart van
behoorlijke omvang.
Wij voorzien op de langere termijn een toename van het netto glasareaal van de huidige circa 450 ha in
Noord-Holland Noord tot totaal circa 1.100 ha. Deze groei is onder meer het gevolg van autonome groei
en van het bieden van ruimte die nodig is voor de landelijke herstructurering van de glastuinbouw.
Daarnaast is nieuwe ruimte nodig voor de bundeling van een deel van de in Noord-Holland Noord
verspreid liggende glastuinbouwbedrijven. Een -mogelijk zeer sterke- ontwikkeling van glastuinbouw
in de Wieringermeer willen wij bezien in een totaal van gefaseerde ontwikkelingen van glastuinbouw in
Noord-Holland Noord. Concreet betekent dit dat al eerder aangewezen glastuinbouwlocatiegebieden,
met name het Grootslag, grotendeels tot ontwikkeling moeten zijn gebracht, voordat op een andere
plaats met een grote glastuinbouwlocatie wordt gestart. Alleen als aangetoond kan worden dat vestiging
in het Grootslag voor een categorie glastuinbouwbedrijven onvoldoende mogelijkheden biedt, willen
wij van deze lijn afwijken. Een glastuinbouwlocatie in de Wieringermeer is daarom als reservering
opgenomen. Overigens zal een nieuwe glastuinbouwlocatie moeten passen in het totale ruimtelijke ont-
werp van de Wieringermeer en moeten voldoen aan eisen van duurzaamheid.
Cruciale elementen wat betreft duurzaamheid zijn onder meer het tegengaan van lichthinder, duurzaam
omgaan met water, energieverbruik en CO
2
-emissie. Het tegengaan van lichthinder is één van de over-
wegingen geweest bij de locatiekeuzes (o.a. de locatie Zuid-Oost) in de Wieringermeer voor de op de
83
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 45
Ruimte voor
bedrijvigheid
Wonen in Medemblik?
lange termijn te reserveren glastuin-
bouw. Voorwaarde voor de ruimte-
lijke ontwikkeling van glastuin-
bouw in de Zuidoosthoek is dat
duurzame energie technieken zoals
de mogelijkheden voor benutting
van restwarmte, warmte opslag,
beperking van de CO
2
-emissie (b.v.
door koppeling aan de ter plaatse
aanwezige grasdrogerij) maximaal
worden benut. Voorts zullen bij de
inrichting van het gebied de histo-
risch geografisch waardevolle lijn-
elementen (met name sloten en ver-
kavelingspatronen) in het gebied
moeten worden behouden.
Wij willen de gelegenheid geven om het bedrijventerrein de Robbenplaat uit te bouwen tot een groot
centraal gelegen regionaal bedrijventerrein. De nieuwe locatie is gelegen langs de A7 tussen Midden-
meer en Wieringerwerf. Wij beogen hiermee dat de gehele regio voor de lange termijn over voldoende
bedrijventerrein beschikt.
Tevens willen wij in de Wieringermeer ruimte bieden aan een kleiner bedrijventerrein, toegespitst op
agribusiness en logistiek, waarmee wordt aangesloten op ontwikkelingen in de primaire productie en
verwerking en transport. Deze nieuwe bedrijvigheid kan werk verschaffen aan veel mensen binnen en
buiten de regio. Ook deze ontwikkeling kan plaatsvinden in de Zuidoosthoek van de Wieringermeer, met
goede ontsluiting door de A7. Deze A7 heeft ook in de toekomst nog voldoende capaciteit voor de ver-
wachte verkeersstromen. De locatie sluit aan bij de ontwikkelingsvisie ‘Wieringermeer… de ontbrekende
schakel’ die is opgesteld door de gemeente Wieringermeer. De locatie kan bovendien goed aansluiten bij
de op termijn te ontwikkelen glastuinbouwlocatie in de Wieringermeer. De ontwikkeling van het
bedrijventerrein Witte Paal Schagen/Niedorp (20 ha netto) voor regionale bedrijven blijft gewaarborgd.
De gemeente Wieringermeer heeft de ambitie om het aantal woningen verder te laten groeien dan nodig
is voor de eigen behoefte. Wij willen de gemeente in die ambitie graag tegemoet komen, maar wijzen er
wel op dat de perifere ligging grenzen aan de groei-ambities zal afdwingen. In de Wieringermeer zien
84
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 46
85
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 47
Met de Kop vol in
de wind
wij goede mogelijkheden voor verdere groei aansluitend op en vooral tussen de drie kernen Slootdorp,
Wieringerwerf en Middenmeer. Ook bieden de ontwikkelingen rond het Wieringerrandmeer goede
mogelijkheden voor het realiseren van woningen in een kwalitatief hoogwaardige, natuur- en waterrijke
omgeving.
De gemeente Medemblik heeft het plan om woningbouw te realiseren in de Zuidoost hoek van de
Wieringermeer. De komst van een agribusiness terrein en een mogelijke glastuinbouwlocatie in deze
Zuidoosthoek noopt tot een goede totaalvisie voor de inpassing van al deze initiatieven in de bestaande
cultuurhistorische setting.
De hoge windsnelheden en de openheid maken de Kop van Noord-Holland uitermate geschikt voor een
verdere grootschalige ontwikkeling op het gebied van de windenergie. De ramingen die landelijk gelden
voor de groei van duurzame energiebronnen, waarbij de benutting van biomassa een snelle opmars
doormaakt, zullen hier minstens geëvenaard worden in windenergie. In de prognoses in hoofdstuk 6
gaan we uit van de opstelling van circa 750 MW aan windenergie. Naast een verdere benutting van de
Wieringermeer, waar omstreeks 2020 veel molens zijn afgeschreven en een nieuwe ronde van opschaling
van start gaat is anno 2003 de windrijke regio achter de duinen een nog onbenut potentieel. Nog voor
2010 zal ook hier het vermogen worden opgevoerd. Door een zorgvuldige inpassing in het landschap
waarbij lijnopstellingen in de windgunstige noord-zuid richting de voorkeur hebben, kan hier met
grotere, veiliger en stillere turbines van 2 MW of meer uiteindelijk een vermogen van ongeveer 350 MW
worden gerealiseerd. Voorbeeld voor een dergelijke lijnopstelling is het Noordhollandsch Kanaal.
Daarbij moet rekening worden gehouden met technische randvoorwaarden zoals de hoogtebeperkingen
die gelden voor de vliegveiligheid bij het Marinekamp De Kooy/Den Helder Airport. Wij willen bezien
of de verbeteringen aan dit kanaal gecombineerd kunnen worden met het plaatsen van nieuwe turbines.
Te denken valt aan logistieke voorwaarden als aanvoermogelijkheden van zware onderdelen (over
water) en infrastructuur langs de oevers voor bekabeling en onderhoud. Daarnaast zal door verdere
opschaling en invulling van de Wieringermeer en plaatsing van molens op het natte bedrijventerrein in
de Kop 90 MW extra worden gerealiseerd ten opzichte van 2003.
Noord-Holland Noord zal zo in 2014 dienen te beschikken over een aantal robuuste locaties waar wind-
turbines geplaatst kunnen worden. De in het kabinet vastgestelde Nota Ruimte biedt mogelijkheden
voor de realisatie van een windmolenpark voor de Wieringermeerdijk. Wij zijn voornemens dit met
voorrang ter hand te nemen en willen daar een windmolenpark van 80-110 MW gerealiseerd zien. Wij
denken ook aan de kust voor de Hondsbossche Zeewering, de Wieringermeerdijk, en de Afsluitdijk.
Nader onderzoek zal moeten uitwijzen in hoeverre deze kustgebieden die grotendeels onder het regime
van de Habitat- en Vogelrichtlijn en andere beschermingscategorieën vallen toch kunnen worden benut
86
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 48
Veilig en duurzaam
leven met zee en
klimaatsverandering
Waddenzee
voor windenergie. Op de Noordzee gaat onze voorkeur overeenkomstig het rijksbeleid uit naar grotere
parken op enige afstand van de kust (bv voor Egmond aan Zee).
Naast windenergie als duurzame energiebron, moet biomassa niet over het hoofd worden gezien.
De regio produceert veel biomassa in de vorm van landbouwreststoffen, die benut kunnen worden in
biomassacentrales op bedrijventerreinen met een agrarisch karakter (Wieringermeer). Ook voor zonne-
energie blijft de regio zeer gunstig vanwege het relatief groot aantal zonne-uren en de hoge intensiteit.
Voor de kustveiligheid van Texel vinden wij aanvullende maatregelen niet noodzakelijk. De duinen die
Texel beschermen tegen de Noordzee bieden ook tot 2030 voldoende bescherming en kunnen dynamiek
van de zee aan. De harde zeewering van Den Helder willen wij consolideren binnen het huidige ruimte-
beslag.
Een zeewaartse kustverdediging vinden wij op deze plaats niet mogelijk. Bij Callantsoog wordt zowel
naar een landwaartse als een zeewaartse optie gekeken. Ook voor de kustlijn tussen Petten en Huis-
duinen gaan wij in eerste instantie uit van het consolideren van de kustlijn, waarbij wij studie willen
verrichten naar de mogelijkheden om de kustverdediging zeewaarts uit te breiden. Bij het traject van de
Hondsbossche Zeewering willen wij naast het consolideren van de kustlijn, in elk geval ook een studie
naar de landwaartse mogelijkheden verrichten. Een zeewaartse optie wordt als derde optie eveneens
onderzocht. Naast kustveiligheid worden ook nadrukkelijk de ontwikkelingsmogelijkheden voor andere
functies, waaronder toerisme en recreatie, meegenomen bij de uitwerkingen van onze Kustvisie.
Ook het multifunctioneel gebruik van de zeewering is hierbij een aandachtspunt.
De Kop grenst aan het bijzondere natuurgebied De Waddenzee. Net als het geldende Interprovinciale
Beleidsplan Waddenzeegebied zal ook de herziening daarvan (verwacht in 2006) als hoofddoelstelling
hebben ‘Duurzame bescherming en ontwikkeling van de Waddenzee, Noordzee en Eems-Dollard als
natuurgebied en het handhaven van het grootschalige en open karakter van het landschap’. Menselijke
activiteiten met een economische en/of recreatieve betekenis zijn binnen deze doelstelling mogelijk. Wij
beogen een ontwikkeling waarin de behoeften van zowel de huidige als van de toekomstige generatie en
de balans tussen economische, ecologische en sociale aspecten leidend zijn.
Uitgangspunten zijn:
Bescherming van de bewoners tegen de zee.
De bereikbaarheid van de havens over zee.
Beveiliging van bewoners en gebied tegen gevolgen van calamiteiten.
Duurzame sociaal economische ontwikkeling van het Waddengebied.
Respect voor cultuurhistorie.
87
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 49
In de vaart der
volkeren
Nieuwe Gasleiding
Baggerlocaties in de
Kop van Noord-
Holland
Wij willen daarbij de besluitvorming over de PKB Waddenzee kritisch bezien op de gevolgen voor de
economie voor de Noordkop. Wij willen de grens van de PKB Waddenzee zodanig verleggen dat ver-
plaatsing van de TESO haven in Den Helder, de ontwikkeling van havens in Wieringen en Oudeschild
en de bouw van een getijdencentrale niet onmogelijk wordt gemaakt. Verder zal de Waddenkust
(inclusief Texel) nadere aandacht krijgen bij de uitwerking van de Kustvisie 2050.
De Kop van Noord-Holland kent een uitgebreide structuur van waterwegen die zich uitstekend leent
voor zowel de beroeps- als de pleziervaart. Wij willen de kansen hiervoor in dit gebied aangrijpen om
ook het binnenland toeristisch-recreatief verder te ontwikkelen. In samenhang met het Wieringerrand-
meer wordt een uitstekend netwerk van toeristische vaarwegen ontwikkeld dat vanuit het IJsselmeer
toegankelijk is bij Medemblik en Den Oever. De activiteiten van het Blauwe Netwerk om het aantal
recreatie- en passantenhavens uit te breiden zullen wij daarom ook voortzetten. Ook willen wij ruimte
bieden voor ‘slecht - weervoorzieningen’ in het binnenland en de doelstellingen voor verblijfsrecreatie
zoveel mogelijk koppelen aan natuur- en waterdoelstellingen. Naast het Wieringerrandmeer en de
Noordboog passen ook de ontwikkeling van het waterknooppunt Kolhorn in de gemeente Niedorp en
het Kuuroord Dirkshorn in Harenkarspel hier uitstekend bij. Voor de toekomst valt verder nog te
denken aan een durfsportcentrum in de Wieringermeer en een archeologisch-cultuurhistorisch attractie-
park in de Schagerkogge.
Om echter te komen tot een goed samenhangend toeristisch-recreatief product voor de Kop, vinden wij
het belangrijk dat de verschillende initiatieven en mogelijkheden goed op elkaar worden afgestemd.
Zo kan worden vermeden dat locale initiatieven elkaar op regionale schaal naar het leven staan, terwijl
andere niches in het toeristisch recreatieve spectrum onderbelicht blijven. In relatie met het Regionaal
Economisch Stimuleringsprogramma voor de Kop zal een dergelijke afstemming plaats vinden.
De Gasunie wenst op korte termijn een gasleiding te realiseren van Bacton (Engeland), met een duin-
doorsnijding ten noorden van Groote Keeten, naar het Noordhollandsch Kanaal. Een m.e.r.-procedure is
noodzakelijk. Wij hebben, gelet op de voorgestane zorgvuldige inpassing, in principe geen bezwaar
tegen deze nieuwe leiding.
In hoofdstuk 6 hebben wij de noodzaak van het vinden van baggerlocaties aangegeven. Gemeenten
hebben zelf, of in samenwerking binnen de regio, de zorgplicht voor de verwerking van baggerspecie
uit gemeentelijke wateren binnen hun grenzen. In een plan van aanpak zullen wij onze voorkeur aan-
geven voor locaties in de te onderscheiden regio’s. Voor de regio De Kop en Texel zien wij mogelijk-
heden in of rond de gemeente Schagen.
88
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 50
De ruimtelijke reservering van de Insteekhaven te Den Helder (150.000 ton d.s.) wordt gecontinueerd als
baggerdepot cq. stort voor niet verwerkbare gedroogde specie.
3.3 West-Friesland
3.3.1
De kwantitatieve opgaven in een tabel
89
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II
Woningbouw
Woningbouwopgave 2004-2014: 11.900 woningen
Woningbouwopgave 2004-2030: 22.900 woningen
Bestaande capaciteit
13.700 woningen
(waarvan 2.300 bestaand stedelijk gebied/11.400 uitleg)
Te zoeken tot 2014:
0 woningen
Economie (netto hectares)
Opgave 15% zuiniger ruimtegebruik 2004-2014: 45 ha, 2004-2030: 90 ha
Ruimtebehoefte/vraagopgave 2004-2014: 255 ha
Ruimtebehoefte/vraagopgave 2004-2030: 495 ha
Bestaande capaciteit: 115 ha
Te realiseren locaties tot 2014: 140 ha (60% op regionale terreinen).
Te realiseren locaties na 2014: 240 ha (60% op regionale terreinen).
Natuurontwikkeling
Van 2004 tot 2014 toe te voegen: 757 ha
Van 2004 tot 2030 toe te voegen: 1.025 ha
Opmerking : Betreft begrensde hectares PEHS alsmede de benodigde oppervlakte voor het
Landschapsplan West-Friesland.
Water (voorlopige cijfers, incl. Groot-Geesterambacht; zie Hoofdstuk 6.8)
Wateroverschot
Van 2002 tot 2015: ca. 0,7 miljoen m
3
; dit vergt maximaal 270 ha
Van 2002 tot 2030: ca. 2,8 miljoen m
3
; dit vergt maximaal 320 ha
– Waterbehoefte
In 2030 voorzien in een in een extra waterbehoefte van ca. 18,5 miljoen m
3
(bij een waterbehoefte van 160 miljoen m
3
)

Page 51
Van eilandenrijk
naar modern
cultuurlandschap
3.3.2 Huidige situatie
De historie van West-Friesland is terug te vinden in de huidige ruimtelijke structuur. De Omringdijk uit
de dertiende en veertiende eeuw vormt gedeeltelijk de geografische begrenzing. De westkant van West-
Friesland wordt gekarakteriseerd door een terpenlandschap en binnendijken. De oostkant is begrensd
door IJsselmeer en Markermeer, met een aantal door het Rijk beschermde stads- en dorpsgezichten en
het door de provincie aangewezen beschermd dorpsgezicht Barsingerhorn. De Westfriese Omringdijk en
De Gouw vormen de cultuurhistorische basis - structuur. Ook wordt het gebied gekenmerkt door lint-
bebouwing en de archeologische (deels) verborgen landschappen.
De kleigronden in het binnendijksgebied zijn door ontwatering ingeklonken. De oorspronkelijke geul-
afzettingen zijn in het landschap terug te vinden als kreekrug, zoals de kreekrug van Hoorn tot voorbij
Schagen. In dit relatief hooggelegen gebied zijgt water in dat aan de rand als zoete kwel naar boven
komt. Grondwaterstanden kunnen sterk uiteenlopen. In de hoger gelegen delen kan water infiltreren; in
de lager gelegen delen komt lichte kwel voor. Het grondwater is zoet en soms van zeer goede kwaliteit,
90
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 52
Veel bedrijvigheid
zoals aan de randen van de Kreekrug. Door de bodemsamenstelling (zavel) en hogere ligging is het
gebied mogelijk geschikt voor opslag van water van goede kwaliteit met het oog op droge perioden.
Grote delen van West-Friesland zijn al sinds het ontstaan in gebruik als landbouwgrond. Lange tijd lag
het accent op melkveehouderij en – op de meer zavelige gronden – tuinbouw en fruitteelt. Kenmerkend
was dat veel kavels alleen via het water te bereiken waren. De lange lintdorpen en de terpdorpen waren
lange tijd de structuurdragers van het landschap. Door ruilverkavelingen in de afgelopen decennia is
het rijk van de agrarische eilandjes omgevormd tot modern agrarisch cultuurlandschap met veel minder
open water dan voorheen: circa 30% van het totale oppervlakte in West-Friesland in 1970 en nu nog 3%.
Naast het grofmazig systeem voor aan- en afvoer van water zijn ook nog karakteristieke gebieden
bewaard gebleven waar fijnmazigheid en natuur domineren. Voorbeelden zijn De Weelen en de
omgeving van Twisk en Venhuizen.
De opbouw van de economische structuur van West-Friesland kenmerkt zich door diversiteit.
De belangrijkste en traditioneel aanwezige sectoren zijn land- en tuinbouw, toerisme en recreatie, en het
industrieel midden- en kleinbedrijf. Het grootste gedeelte van het gebied wordt benut als tuinbouw-
grond.
Deze sector heeft in West-Friesland verandering en vernieuwing doorgemaakt: technologie, handel,
transport en distributie zijn onlosmakelijk verbonden met de agrarische bedrijvigheid. Deze richt zich
met name op de bloembollen, tuinbouwproducten, glastuinbouw en zaadteelt. Ook in toeristische en
recreatieve zin heeft West-Friesland bijzonder veel te bieden. Voor watersport kun je hier prima terecht
en in cultuur-historische zin ademt dit gebied nog de Gouden Eeuw van de Verenigde Oost-Indische
Compagnie.
Naast de agrarische sector en het toerisme, zijn industrie, bouwnijverheid en de jachtbouw hier sterk
vertegenwoordigd. De dienstensector blijft in West-Friesland juist achter bij het provinciale en landelijke
gemiddelde.
West-Friesland scoort gunstig met arbeidsparticipatie. De werkloosheid is relatief laag, vooral dankzij
een hoog uitgaand pendelsaldo.
In principe kan de nabijheid van de Randstad nog beter worden benut voor verdere ontwikkeling en
verbreding van nieuwe bedrijvigheid. Het aantal nieuwe vestigingen was de afgelopen jaren aanzienlijk,
vooral door nieuw opgerichte bedrijven.
91
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 53
Een stevig
agrocomplex
Verstedelijking en
woningbouw
Verkeer
Groen, landschap en
water
West-Friesland telt ruim eenderde van het aantal agrarische bedrijven in Noord-Holland. Belangrijke
sectoren zijn de bloembollenteelt, glastuinbouw, melkveehouderij, vollegronds groenteteelt en de zaad-
teelt en -veredeling. De agribusiness is in West-Friesland ruim vertegenwoordigd en er is dan ook
sprake van een sterk agrocomplex. Schaalvergroting, gepaard aan een sterke daling van het aantal
bedrijven, is volop gaande in West-Friesland. Kenmerkend voor de bollenteelt is de reizende bollen-
kraam. Daarbij wordt in wisselteelt, met vooral grasland, eens in de zes à zeven jaar bollen geteeld.
De meeste melkveehouders verhuren grond aan bollentelers. Dit draagt sterk bij aan de inkomens-
vorming en het toekomstperspectief van de melkveehouderij. Zo’n 10% van de werkgelegenheid in
West-Friesland is direct gerelateerd aan het bollencomplex.
West-Friesland telt naast enkele concentratiegebieden voor glastuinbouw, relatief veel verspreid
liggende glastuinbouwbedrijven en gemengde bedrijven met glas.
Oorspronkelijk vertoonde West-Friesland het beeld van drie kleine IJsselmeersteden en vele dorpen,
vooral in lintvorm. Door overloop heeft sterke groei en verstedelijking vooral in Hoorn en de steden-
band naar Enkhuizen plaatsgehad. Tussen stad en dorp biedt West-Friesland daardoor veel ‘suburbane’
woonmilieus. Door de groei met ‘nieuwe West-Friezen’ genereert de regio inmiddels een flinke eigen
woningbehoefte.
De intensiteit van het verkeer is flink toegenomen. De bevolkingsgroei en het achterblijven van werk-
gelegenheid in het verleden zijn hier debet aan. Rondom Hoorn zijn er in spitsperioden files. De provin-
ciale weg (N302) tussen Hoorn en Enkhuizen is kwalitatief minder wanneer het gaat om doorstroming
en verkeersveiligheid. Wel wordt de externe bereikbaarheid door een aantal recente maatregelen flink
verbeterd. Zo is er een betere verbinding over de weg met Oost-Nederland gerealiseerd door het navi-
duct bij Enkhuizen. Daarnaast is er sinds eind 2003 een directe verbinding per trein van Hoorn met
Schiphol via de Hemboog.
In het oostelijk deel van West-Friesland vormen de restanten van het eens zo natte West-Friesland, die na
de ruilverkavelingen zijn overgebleven, tegenwoordig het ecologisch en recreatief hart van het gebied.
De Weelen en de Groote en Kleine Vliet, zijn samen met het Streekbos en de vooroevers bij Andijk en
Wervershoof, gebieden met relatief veel open water en hoge natuur- en recreatieve waarden. Deze ele-
menten maken alle deel uit van de ecologische hoofdstructuur en zijn waar nodig met elkaar verbonden
door ecologische en recreatieve verbindingszones. Het westelijk deel van West-Friesland wordt nog
gekenmerkt door een open agrarisch landschap. Hier maakt het laaggelegen gebied Leekerlanden deel
van uit. De vogelrijke graslanden worden gelardeerd met droogmakerijtjes, molens, oude dijkjes en
92
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 54
lintbebouwingen van cultuurhistorisch grote waarde. West-Friesland wordt verder omgeven door IJssel
en Markermeer, die vanwege de grote internationale betekenis van de vogelstand onder de Vogelricht-
lijn vallen. Een deel van West-Friesland is Belvedèregebied met veel aardkundige waarden.
Op een aantal plaatsen wordt het landschap nog gekenmerkt door open groene gebieden met histori-
sche linten en dorpen zoals rond Twisk, maar ook rond bijvoorbeeld Schellinkhout en Venhuizen.
Langs de Omringdijk bevinden zich wielen en kleiputten als kleine ecologische oases.
Grote gebieden zijn nog relatief stil. Aan de randen van de gebieden is wel sprake van toenemende
geluidshinder als gevolg van wegverkeerslawaai.
In de ondergrond van een breed gebied rond Hoorn ligt een zoetwaterbel op 15-35 m diepte. Deze
strategische watervoorraad wordt bewaard ingeval van calamiteiten op het IJsselmeer.
Om ontwikkelingen zoals verstedelijking in te passen in het landschap en om te voorzien in een toe-
nemende vraag naar recreatieve voorzieningen is het Landschapsplan West-Friesland opgesteld. In
het uitwerkingsplan voor het HES-gebied (1997) hebben wij al een nauw verband aangebracht tussen de
realisering van bebouwing en de realisering van het Landschapsplan, volgens de rood-voor-groen
benadering.
3.3.3 De opgaven
Verstedelijking en Woningbouw
Voorzien in een woningbouwopgave van 11.900 woningen voor de periode 2004-2014
resp. 22.900 woningen voor de lange termijn (2004-2030).
Aanboren van extra binnenstedelijke capaciteit (namelijk 2.500 woningen van 2004-2014).
Voorzien in opgaven door vergrijzing.
Goed benutten van de ruimtelijke potenties van stationslocaties.
Landelijk gebied
Behoud respectievelijk versterking van de concurrentiekracht door schaalvergroting en vernieuwing
van het agrocomplex.
Optimaliseren van de verkavelingsstructuur en tegengaan van de versnippering van landbouw-
gebied.
Concentreren van glastuinbouw op projectlocaties.
Behoud van de sterke relatie tussen bollenteelt en veehouderij.
Het tot stand brengen van een solide en kwalitatief hoogwaardig netwerk van groene open ruimtes,
natuur- en recreatiegebieden, met elkaar verbonden door ecologische en recreatieve zones.
93
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 55
Zorgen voor voldoende recreatieve voorzieningen met name rond Hoorn.
Benutten van de cultuurhistorische waardenkaart en het regioprofiel.
Economie
In het licht van de achtergebleven economische groei en het hoge uitgaande pendelsaldo moet worden
gestreefd naar versterking van de economische positie van het gebied en het bevorderen van de werk-
gelegenheid, onder meer door:
het bieden van ruimte aan bedrijven;
verbetering van de bereikbaarheid en de ontsluiting van bedrijfslocaties;
het bevorderen van de toeristische mogelijkheden in West-Friesland;
herstructurering van terreinen die niet meer voldoen aan de huidige eisen;
het faciliteren van 140 ha bedrijventerreinen tot 2014 en voor de langere termijn (2014 tot 2030)
bestaat er een planningsopgave van nog eens 240 ha, waarvan 60% op regionale terreinen. De
overige behoefte moet in de regio op kleinere bedrijventerreinen worden opgevangen. De toe-
komstige capaciteit voor regionale bedrijven is gelegen aan de Jaagweg, ten westen van de A7 en ten
noorden van de N302.
Verkeer en vervoer
Verbetering van de bereikbaarheid van het stedelijk netwerk HES, wat leidt tot de volgende
subopgaven:
– verbeteren van de doorstroming verbinding A7 naar de Randstad;
– verbeteren van doorstroming op de verbinding naar het stedelijk gebied HAL (N507);
– verbeteren van de doorstroming provinciale weg (N302) tussen Hoorn en Enkhuizen en Oost-
Nederland;
Het bieden van alternatieven voor verkeer over de weg.
Water
Garanderen van de veiligheid van de IJssel- en Markermeerkust.
Waarborgen van de veiligheid van het inliggend watersysteem.
Creëren van voldoende ruimte voor water.
Verbetering van de kwaliteit van woonmilieus, onder andere door het realiseren van
multifunctioneel en hoogwaardig ruimtegebruik met voldoende water in de groene scheggen van de
Bandstad, het Kromme-Leekgebied en Het Grootslag.
Waterneutraal bouwen bij stedelijke herinrichting, o.a. in Hoorn en Enkhuizen.
94
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 56
Verder gaan met de
Bandstad
Niet afwentelen en waterneutraal bouwen in nieuwe stedelijke uitleglocaties (o.a. Het Grootslag).
Tegengaan van de toevoer van gebiedsvreemd water in gebieden met hoge natuurwaarden.
Benutten van de mogelijkheden van het vasthouden van gebiedseigen water.
3.3.4 De visie
Voor het HES-gebied gaan wij uit van het Bandstadconcept. Dit betekent voortzetting en uitbouw van
het stedelijk concept, zoals dat eerder is vastgelegd in het Streekplan Noord-Holland Noord van 1994.
De Bandstad tussen Hoorn en Enkhuizen bestaat uit een lint van kernen en woonwijken aan weers-
zijden van de spoorlijn Hoorn-Enkhuizen. Dit lint wordt onderbroken door noordzuid-gerichte groene
zones en vijf scheggen (een méér dan in het huidige landschapsplan aangezien een extra scheg is
opgenomen tussen Broekerhaven en het industriegebied van Enkhuizen, de Schepenwijk). De kernen
vullen elkaar aan en vormen met elkaar een functionele eenheid. De groene zones voorkomen aaneen
groeien, waardoor elke kern een eigen identiteit behoudt. Daarnaast fungeren de zones als groen -
blauwe poorten en ecologische en landschappelijke verbindingszones in een oost-west gericht stedelijk
landschap. Aan zowel de zuid- als noordkant van de Bandstad liggen uitsluitingsgebieden.
Dit geeft richting aan de verdere uitwerking van het Bandstadconcept.
Het kaartbeeld geeft een illustratie van het HES-gebied in 2030, conform de door ons wenselijk geachte
stedelijke invulling. Nieuwe grotere woonlocaties in het gebied zijn Hoogkarspel-Zuid, de Bangert en
Oosterpolder bij Hoorn en een westelijke uitbreiding van Enkhuizen-Noordwest-west.
De concentratie van verstedelijking in het Bandstadmodel vergroot het draagvlak voor het openbaar
vervoer. Wij zien op termijn mogelijkheden voor een opwaardering van de bestaande railverbinding
tussen Hoorn en Enkhuizen. Gemeenten dienen in hun ruimtelijk beleid rekening te houden met de
benodigde ruimte voor een verdubbeling van het spoor op dit traject en met extra keersporen bij station
Hoorn-Kersenboogerd. Hiermee strijdige ontwikkelingen dienen niet mogelijk te worden gemaakt. Vaak
is partiële tweesporigheid al voldoende om de capaciteit van het net en daarmee de betrouwbaarheid
van de rijtijden te verbeteren. Het is de ambitie om in de toekomst light-trains in te zetten,
Rond bestaande stations kan een deel van de stedelijke woningbouwopgave worden vervuld. Wij zien
in dit concept bij alle stations ruimte:
Hoorn CS: in het plan voor de stationsomgeving zijn onder meer ruim 400 nieuwe woningen,
kantoren, winkels, een spoorwegmuseum en een busstation opgenomen;
95
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 57
Buiten wonen in
West-Friesland
Hoorn Kersenboogerd: hier zijn potenties voor verdichting rondom het station voor wonen en werken.
Het gaat hierbij om kleinere plannen.
Station Hoogkarspel: heeft veel potenties voor wonen. Ook kantoren kunnen hier een plaats krijgen.
Voorwaarde is wel dat eerst de weginfrastructuur op een goede manier is geregeld. De hier te
bouwen wijk kan tevens worden gekoppeld aan het vaarnetwerk.
Bovenkarspel Grootebroek: heeft veel potenties voor met name woningbouw op kleinere schaal.
Bovenkarspel Flora: bij herstructurering zijn er voldoende kansen voor wonen en werken.
Enkhuizen: voldoende potentie, waarbij de maatvoering moet passen bij de kern van Enkhuizen.
Bij de ontwikkeling van de verschillende stationslocaties horen zeker ook goede fietsvoorzieningen,
prima toeleidende wegen en een ruime hoeveelheid parkeervoorzieningen.
Buiten de Bandstad is er in West-
Friesland in de zogenaamde zoek-
gebieden nog ruimte voor uit-
breiding van andere kernen.
Daarnaast biedt het omringende
landschap kansen voor woonland-
schappen. In Het Grootslag kunnen
aantrekkelijke woonmilieus worden
gerealiseerd. Deze zijn waterrijk en
ruim op te zetten, waarbij de
mogelijkheid bestaat om aan te
sluiten op de van oorsprong aan-
wezige kavelstructuren.
Hierdoor wordt het landschappe-
lijke en cultuurhistorische karakter
van het woonmilieu versterkt.
Het vaarnetwerk kan worden
uitgebreid door de Kromme Leek te
verbinden met de Weelen en de Grote Vliet. Dit watersysteem is de basis voor het recreatief-ecologische
netwerk. Het gebied rond de Kromme Leek heeft landschappelijke kwaliteiten in de vorm van oude
kreekruggen met oude ontginningswerken. Langs dit netwerk ontstaan kansen voor nieuwe groene
woonmilieus. Hier kan ‘rood’ het ‘groen’ en ‘blauw’ meefinancieren. Ontwikkelingsmogelijkheden
liggen bij Zwaagdijk, Nibbixwoud en Stede Broec. Het betreft hier een provinciale visie voor de lange
96
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 58
De Kromme Leek,
een bijzonder
gebied
Bedrijventerreinen in
West-Friesland
termijn, die niet op de juridische kaart is aangegeven. Het is aan de gemeenten om dit al dan niet uit te
werken. De regionale woonvisie is hiervoor het aangewezen instrument.
Tussen Hoorn en Obdam, ten westen van het Kromme Leekgebied willen wij een landschappelijke zone
in stand houden. Deze voor de verstedelijkingsstructuur van Noord-Holland Noord cruciale open poort
krijgt een belangrijke recreatieve functie voor de stedelijke gebieden aan weerszijden. Water-, land-
schapsen bodemstructuren zijn bepalend voor de inrichtingsmogelijkheden van het gebied.
Daarmee zien wij Obdam als kern aan de oostzijde van de HAL-zone, zonder daarmee direct ruimtelijk
te zijn verbonden. Het behoud van de Westfriese identiteit is van belang. Bij deze kern zien wij nog veel
ruimte voor woningbouw ten noorden van Obdam, bij het bestaande treinstation.
Concentratie van bedrijventerreinen staat voorop. Het aanbod van nieuwe bedrijventerreinen in West-
Friesland wordt daartoe grotendeels gerealiseerd op grote locaties, met als kanttekening dat eerst de
benodigde infrastructuur goed moet zijn geregeld voordat de regionale bedrijventerreinen kunnen
worden gerealiseerd. De rest verdeelt de regio zelf als contingent over kleinere locaties, op basis van een
regionale visie.
Voor de periode tot 2014 kan de locatie Jaagweg, ten westen van de A7, ontwikkeld worden tot regionaal
bedrijventerrein van 70 ha netto. Voor de periode na 2014 wordt de locatie Westfrisia-Noord (70 ha
netto) gereserveerd.
97
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 59
98
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 60
Vestiging van kantoren dient zoveel mogelijk plaats te vinden bij treinstations voor een optimaal gebruik
van het openbaar vervoer. Verouderde terreinen kunnen via herstructurering een nieuwe bestemming
krijgen als bedrijventerrein. Ook is het in sommige gevallen denkbaar de bestemming te veranderen
voor woningbouw, bijvoorbeeld in geval van een kleiner bedrijventerrein in of nabij woonbebouwing.
Dit vergt dan wel vervangende ruimte voor de verhuizende bedrijven, voor lokaal georiënteerde
bedrijven in dezelfde of aangrenzende gemeenten.
99
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II
Bestaande streekplan
Nieuwe regionale
Locatie
Uitgeefbaar aanbod
capaciteit
locaties (tot 2014)
Westfrisia Oost III
20
De Veken III
10
Unda Maris
8
Schepenwijk I
5
Westerspoor
2
Schepenwijk II
20
WFO/ABC
50
Jaagweg
70
Westfrisia Noord*
* Reservering voor na 2014, 70 ha netto
Tabel Bedrijventerreinen in West-friesland (in netto ha tot 2014)
Voorwaarden voor de locatie Jaagweg
Het gebied ten westen van deze locatie moet gevrijwaard blijven van verdere bebouwing.
Dit geldt ook voor het ten noorden van Berkhout gelegen gebied de Leekerlanden.
De locatie Jaagweg moet op een ecologisch verantwoorde manier worden ingericht met de
ambitie er een nationaal voorbeeldproject van te maken.
Tussen het dorp Berkhout en het bedrijventerrein moet een robuuste groene buffer aanwezig zijn.
De kosten voor de duurzame inrichting, waaronder landschappelijke inpassing, de geplande
ecologische verbinding en de relevante infrastructuur komen ten laste van de locatie.

Page 61
West-Friesland:
toeristisch
aantrekkelijk
Goede verbindingen
met Randstad en
Oost-Nederland
In West-Friesland bevindt zich relatief weinig stuwende werkgelegenheid. Opvang van bedrijven uit de
Randstad kan voor West-Friesland een optie zijn voor de noodzakelijke versterking van de economische
structuur. Er is vooral behoefte aan arbeid voor middelbaar en hoger geschoolden, gezien de samen-
stelling van de uitgaande pendel.
Dit vraagt voldoende hoogwaardige en goed gelegen vestigingslocaties voor bedrijven die een aan-
vulling zijn op in de regio al aanwezige bedrijfstakken of clusters. Ook dienstverlenende bedrijven
kunnen een welkome verbreding betekenen.
De marktvraag naar hoogwaardiger kantoorachtige terreinen is wellicht te faciliteren in combinatie met
bovenbedoelde opvang uit de Randstad. Wij willen bijzondere aandacht schenken aan versterkte toe-
passing van de ICT-infrastructuur op bedrijventerreinen.
Wij geven topprioriteit aan toerisme. Doelen zijn met name het vergroten van de aantrekkingskracht en
bekendheid van de IJsselmeerkust in combinatie met het cultureel erfgoed in West-Friesland.
In Medemblik is ruimte voor het verder ontwikkelen van een maritiem kenniscentrum en maritieme
bedrijvigheid gericht op de toervaart. In de regio komen meer aanlegplaatsen in bestaande jachthavens,
bij historische kernen en op landelijke plekken.
Goede verbindingen met Oost-Nederland en de Randstad zijn voor de externe bereikbaarheid van met
name de HES-regio van wezenlijk belang. Voor de toegang tot de Randstad is een verbreding van de A7
een noodzaak. Wij spannen ons in dit op de agenda van het Rijk te krijgen.
Voor een snelle directe verbinding tussen Hoorn-Enkhuizen en Oost-Nederland werken wij op dit
moment aan een verbreding van de provinciale weg (N302) van Hoorn naar de Rijweg. Wij streven
ernaar het traject Rijweg-Markerwaardweg vóór 2010 te verdubbelen. Verder zijn wij bezig met een
onderzoek naar een ongelijkvloerse kruising bij de wijk Bangert-Oosterpolder.
In het streefbeeld Westfrisiaweg dat wij medio vorig jaar hebben vastgesteld staat aangegeven dat er
onderzoek komt naar opwaardering van het stuk N302 Hoogkarspel (Markerwaardweg)-Enkhuizen,
dan wel verlegging van de N302 onder Hoogkarspel door naar de ondergelegen provinciale weg (N506).
Bij eventuele nieuwe infrastructuur willen wij hier vanuit een integrale ontwerpopgave aan werken.
De ontwikkelingen die wij in dit ontwikkelingsbeeld voorstaan vormen een goede basis voor het onder-
zoek.
Uiterlijk in 2005 nemen wij een besluit over wat wij met de Westfrisiaweg-oost gaan doen.
100
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 62
Grote verscheidenheid
aan landbouw
West-Friesland kent een sterke verwevenheid van de gehele agrarische keten. Zo vindt hier zowel
bollenteelt als bollenbroei plaats. Een ander voorbeeld is de binding tussen de primaire produktie en de
toeleverings-, afzet en distributiebedrijven op het bedrijventerrein van Wervershoof. Voorts kent West-
Friesland een belangrijk zaadteeltcomplex, concurrerend op de internationale markt en met een hoog
innovatief vermogen. Het is belangrijk om het zaadteeltcomplex in West-Friesland te behouden en te
versterken, vanwege de directe relaties met de glastuinbouw, de vollegrondsgroente sector, de akker-
bouw en onderzoeksinstellingen, als Proeftuin Zwaagdijk en locatie De Noord.
Hoewel bedrijven onder druk staan door markt-, prijs- en beleidsontwikkelingen binnen de veehouderij
en akkerbouw, wordt niet verwacht dat autonoom grond vrij zal komen vanuit de landbouw. Kleinere
vollegrondsbedrijven met een breed teeltplan zullen ten dele plaats maken voor grootschalige
gespecialiseerde bedrijven, die produceren tegen lage kostprijs. Ook voor sectoren als de glastuinbouw
en de bollenteelt zijn de toekomstverwachtingen op sectorniveau gunstig. Een extra factor is de bijdrage
van de bollenteelt in de vorm van de reizende bollenkraam. Hoewel binnen de melkveehouderij de
mogelijkheden voor verdere uitbreiding van bollenteelt beperkt zijn, is ook nog uitbreiding mogelijk
binnen de vollegrondstuinbouw en de akkerbouwmatige teelten. De reizende bollenkraam in West-
Friesland kan naar verwachting nog met enkele honderden ha toenemen en daarmee de algehele positie
van de agrosector in West-Friesland verstevigen.
De provincie zet zich in om een verdere ontwikkeling van de glastuinbouw mogelijk te maken door een
concentratie van clusters van glastuinbouw in gesloten teeltsystemen die ingepast zijn in het landschap.
In West-Friesland gaat het om het gebied Grootslag. Voor Het Grootslag is ons streven dat naast de al
gerealiseerde circa 40 ha nog ruim 200 ha wordt gerealiseerd. Eventuele verdere groei willen wij reali-
seren in de Wieringermeer (zie ook de paragraaf over glastuinbouw in Hoofdstuk 6). Om de uitbreiding
van verspreid liggend glas tegen te gaan wil de provincie vasthouden aan het geldende 2 ha-beleid.
In Enkhuizen, ten noorden van De Haling, kan de zaadteelt en zaadveredeling verder worden geconcen-
treerd. Deze functies zijn hier reeds decennia aanwezig en zij zijn belangrijk voor de regio. Anderzijds is
de naam Enkhuizen belangrijk voor de zaadteelt en de zaadveredeling.
Het stiltegebied Grootslag Oost wordt hierdoor niet aangetast. De agrarische functie is essentieel voor
dit gebied en de aanwezigheid van dit type bedrijven leidt er niet toe dat de richtwaarden voor geluid
worden overschreden.
101
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 63
Verweving van
recreatie, groen en
natuur met stedelijke
functies
Om dynamiek te behouden in de agrarische bedrijfsontwikkeling vergen verbetering van de kavelstruc-
tuur en het tegengaan van versnippering van agrarisch productiegebied voortdurend aandacht.
Veel ruimtelijke ontwikkelingen die op de landbouw afkomen vragen om maatwerk, regionale aanpak
en gebiedsplannen.
Wij grijpen de realisatie van de ecologische hoofdstructuur in West-Friesland aan om de natuur een
duurzame plaats te bieden en om ruimte te geven aan de behoefte aan recreatievoorzieningen en routes.
Daarbij denken wij aan wandel- en fietsroutes en aan betere vaar- en kanomogelijkheden. Waar mogelijk
koppelen wij deze structuren ook aan waterberging of andere vormen van meervoudig ruimtegebruik.
De baten die worden verkregen uit de ontwikkeling van woningen en bedrijventerreinen moeten we
gebruiken om de realisatie van groene en recreatieve voorzieningen te bekostigen.
Wij vinden het niet wenselijk om het gebied tussen HAL en HES te laten dichtgroeien. Het landschap
heeft hier voor een groot deel het karakter van waterrijk veenweidegebied Voor dit westelijk deel van
West-Friesland streven wij naar het open en agrarisch houden van dit gebied. Daarbij blijft de agrarische
sector de belangrijkste drager van het landschap. Ook hier wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de
ecologische hoofdstructuur om recreatieve voorzieningen te verwezenlijken.
Voor groenontwikkeling in de Bandstad is de uitwerking van het Landschapsplan West-Friesland voor
het HES-gebied een uitstekend uitgangspunt. In dit plan is onder andere een uitwerking gemaakt voor
de groene scheggen die hiervoor al zijn besproken. Deze scheggen zijn voor ons uitsluitingsgebieden
voor nieuwe stedelijke functies. Het is belangrijk om bij de benadering van de groengebieden rekening
te houden met goede groene Noord-Zuid-ontsluitingen dat wil zeggen: wandel- en fietspaden en vaar-
routes.
Voor de opwaardering van het oostelijkste deel van de Westfrisia weg wordt een studie verricht naar een
eventuele tracéverlegging onder Hoogkarspel-Zuid door. Een dergelijk tracé zou een groene scheg ter
plaatse doorsnijden. Bij de uitwerking van de groene scheg in het kader van het landschapsplan is echter
al rekening gehouden met de eventuele omlegging van de Westfrisiaweg. Een integraal ontwerp van de
eventuele nieuwe weg moet er voor zorgen dat de inrichting van de scheg een meerwaarde krijgt.
Ook de zone tussen Stede Broec en Enkhuizen leent zich voor groene ontwikkelingen om een natuurlijke
en duidelijk herkenbare overgang te hebben tussen beide gemeenten. Op deze grens ligt het station
Bovenkarspel Flora, waar goede ontwikkelingsmogelijkheden zijn voor wonen en werken. Via een inte-
grale ontwerpopgave moeten de verschillende kansen die dit gebied heeft met elkaar worden verknoopt.
102
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 64
Verschillende
oplossingen voor
waterproblemen
Binnen de grenzen van het stiltegebied ‘Grootslag Oost’ is al enige decennia de modelvliegclub Pegasus
actief. Wij hebben bij de vaststelling van het streekplan Noord-Holland Noord (1994) beoogd een
nieuwe locatie voor deze activiteit te vinden.
Recente geluidsmetingen hebben evenwel uitgewezen dat, mede gelet op het niet-permanente karakter
van deze activiteit en dankzij technische vernieuwingen de aan te houden geluidswaarden niet worden
overschreden.
Wij stemmen daarom in met de voortzetting van de verenigingsactiviteiten op de huidige vestigings-
plaats en zullen daar bij onze herijking van het stiltegebiedenbeleid rekening mee houden.
De Provinciale Milieu Verordening zal hier op worden aangepast.
De structuur van het gebied laat ruimte voor een breed scala aan mogelijkheden om problemen met
wateroverlast tegen te gaan, zoals anticiperend peilbeheer, bijgraven van open water en extra bemalen
bij wateroverlast. Oude waterlopen kunnen worden gevolgd en versterkt. Dit betreft met name de
gebieden langs de Westfriese Omringdijk, de Kromme Leek – waar aansluitend op de oude veenstroom
waterberging kan worden gerealiseerd – en het gebied van de zogenaamde ‘Waterspin’. Bijgraven van
nieuw open water draagt ook bij aan versterking van het cultuurhistorische en recreatief-toeristisch
karakter. Dit betreft dan met name herverkaveld gebied als Het Grootslag. Hierbij zoeken wij
aansluiting bij de uitvoering van het landschapsplan West-Friesland.
In de stedenband tussen Hoorn en Enkhuizen kan het creëren van meer water leiden tot verhoging van
de kwaliteit van woonmilieus, indien dit wordt gecombineerd met uitgekiend water- en groenbeheer.
Voor de wateropgave van Hoorn en omgeving zien wij mogelijkheden om naast binnenstedelijke
oplossingen ook de oostelijk gelegen Scheg en het Kromme Leekgebied te benutten. Hier kunnen
natuur, recreatie, wonen en water worden gecombineerd. Een deel van de binnenstedelijke wateropgave
van Hoorn kan in dit gebied worden opgevangen.
Het Grootslag kent een aantal laaggelegen gebieden, waar wateroverlast aandacht vraagt. Volledige
invulling met hoogwaardige functies van het gebied is niet wenselijk in verband met de watersituatie en
de extra kosten van waterbeheer die hiervan het gevolg zijn.
De groene scheg ten oosten van Hoogkarspel biedt mogelijkheden voor een regionale functie voor de
opvang van wateroverlast. Dit gebied heeft boven Hoogkarspel uitlopers naar het noorden, het oosten
en het westen als een ‘Waterspin’ met een fijnmazige, groen blauwe dooradering.
103
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit
De V
isie
II

Page 65
Cultuurhistorische
basisstructuren
Baggerlocaties in
West-Friesland
In het landelijk gebied is kleinschalige waterberging mogelijk, bij voorkeur in de laagste delen van de
peilvakken. Kavelruil, dan wel aansluiting bij gaande processen van ruilverkaveling zien wij als goede
mogelijkheid om de noodzakelijke ruimte voor water te realiseren. Rond Obdam, Twisk, en rond de
ruilverkaveling in De Gouw zijn dergelijke projecten al gaande. Ook voor de polder De Drieban zijn
maatregelen nodig om wateroverlast te voorkomen. Bij dergelijke projecten kan de STIVAS een belang-
rijke functie vervullen.
Voor het gebied aan de oostkant van de A7 sluiten wij aan bij het concept van de blauwe ring uit de
Structuurvisie van de WOWO-gemeenten. Door de lage ligging zijn de Leekerlanden van nature
geschikt voor de opvang van wateroverlast. Ook op andere plaatsen in dit gebied kunnen kleinschalige
bergingslocaties worden gezocht, onder andere in de omgeving van Hensbroek.
Indien zich in de toekomst watertekortproblemen voordoen, dan komt voor een mogelijke bijdrage aan
de oplossing de Kreekrug tussen Hoorn en Schagen in beeld. Vergroting van de sponswerking van het
gebied heeft gevolgen voor zowel agrarische functies als voor natuurwaarden. Naar kansen voor betere
benutting van de zoetwatervoorraad, eventuele knelpunten en mogelijkheden om deze te ondervangen
zal eerst onderzoek moeten worden ingesteld.
De ‘zoetwaterbel van Hoorn’ moet ter bescherming van de strategische watervoorraad in beginsel
worden gevrijwaard van boringen naar diepe delfstoffen, zoals olie en gas. Het gebied is vastgelegd in
de Provinciale Milieuverordening.
Vanuit cultuurhistorie leggen wij het accent op gebieds- en structuurgericht denken met als credo
‘behoud door ontwikkeling’. Binnen West-Friesland hebben wij twee basisstructuren aangewezen die
wij karakteristiek vinden voor de landschappelijke en cultuurhistorische identiteit van het gebied: de
Westfriese Omringdijk en de archeologische vindplaats De Gouw/Groetpolder (Belvedèregebied en
genomineerd Unesco-monument). Wij willen de komende jaren actief inzetten op deze cultuurhisto-
rische identiteitsdragers van het gebied.
In hoofdstuk 6 hebben wij de noodzaak van het vinden van baggerlocaties aangegeven. Gemeenten
hebben zelf de zorgplicht voor de verwerking van baggerspecie uit gemeentelijke wateren binnen hun
grenzen, eventueel in samenwerking binnen de regio. In een plan van aanpak zullen wij onze voorkeur
aangeven voor locaties in de te onderscheiden regio’s. Voor de regio West-Friesland zien wij mede op
grond van herkomst, mogelijkheden in of rond een drietal gemeenten: Noorder-Koggenland, Opmeer en
Wognum.
104
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit

Page 66
105
De V
isie
II
Streekplan, Ontwikkelingsbeeld Noord-Holland Noord Ontwikkelen met kwaliteit