direct naar inhoud van 1.8 Ruimte voor ruimte
Plan: Verordening Romte Fryslân
Status: Vastgesteld
Plantype: provinciale verordening
IMRO-idn: NL.IMRO.9921.PVR2011Fryslan-VA01

1.8 Ruimte voor ruimte

Om de sloop van overtollige, beeldverstorende bebouwing in het landelijk gebied te stimuleren, is in het Streekplan een ruimte voor ruimte regeling opgenomen. Met deze regeling is het mogelijk om – onder specifieke voorwaarden – nieuwe woningbouw in het landelijk gebied te realiseren ter compensatie van de sloop van beeldverstorende bebouwing van voormalige agrarische bedrijven.

De voorwaarden van deze ruimte voor ruimte regeling staan in artikel 1.6.1. Uitgangspunt is dat de compensatiewoning wordt gebouwd in een bestaand bebouwingslint of een bestaande bebouwingscluster in het landelijk gebied; hierbij is tevens artikel 1.3.1 van toepassing. Bij uitzondering kan een compensatiewoning op een solitair bouwperceel aanvaardbaar zijn; in dat geval gelden hogere sloopnormen en dient de gemeente te motiveren, dat de ruimtelijke kwaliteit op en rond het perceel met de sloop van beeldverstorende bebouwing en de bouw van de compensatiewoning per saldo aanzienlijk zal verbeteren. De woning dient in ieder geval goed aan te sluiten bij het ruimtelijke bebouwingspatroon en de landschappelijke kwaliteit van de omgeving. Onder sloop van bebouwing vallen ook andere bouwwerken waarvan de sloopkosten aanzienlijk zijn, zoals grote (sleuf)silo's.

Voor de verplaatsing van een agrarisch bedrijf kan op grond van artikel 1.7.1eveneens een compensatiewoning worden gebouwd. Het dient in dat geval te gaan om een bedrijf dat een wezenlijke belemmering vormt voor de realisering van een groot openbaar belang. Bij een groot openbaar belang gaat het om de realisering van een ontwikkeling of de inwerkingtreding van een situatie die maatschappelijk zeer gewenst is en waarvan de positieve effecten het lokale schaalniveau overstijgen. Voorbeelden hiervan zijn de verplaatsing van een agrarisch bedrijf om:

  • de realisering van een deel van de ecologische hoofdstructuur mogelijk te maken;
  • de gewenste natuurkwaliteit te bereiken in een deel van de ecologische hoofdstructuur;
  • de noodzakelijke waterveiligheid of versterking van een primaire waterkering tot stand te brengen;
  • essentiële voorzieningen voor het functioneren van de samenleving te realiseren, zoals energie- en vervoersvoorzieningen;
  • een of meer recreatieve voorzieningen met minimaal een regionale functie te realiseren.

Op het vrijkomende bouwperceel van het te verplaatsen agrarische bedrijf zijn de hergebruikmogelijkheden van artikel 1.2.1 van toepassing. In sommige situaties zal men echter – met het oog op de gewenste eindsituatie waarvoor het agrarische bedrijf wordt verplaatst – streven naar het geheel of gedeeltelijk verwijderen van het bouwperceel en de bebouwing. Voor de locatie van de compensatiewoning gelden dezelfde principes als hiervoor geschetst bij de sloop van beeldverstorende bebouwing. Aanvullend kan ten behoeve van de sloop van beeldverstorende bebouwing van het te verplaatsen bedrijf nog een compensatiewoning worden gebouwd.