Buitengebied Maasdonk, herziening Oude Baan ongenummerd (V.Wanrooij) Geffen

2.3 Beleid

2.3.1 Provinciaal beleid

Structuurvisie

Op 1 oktober 2010 hebben Provinciale Staten de Structuurvisie ruimtelijke ordening Noord-Brabant vastgesteld. De structuurvisie is op 1 januari 2011 in werking getreden. In de structuurvisie RO benoemt de provincie haar provinciale ruimtelijke belangen en de wijze waarop zij deze behartigt. De structuurvisie is opgebouwd uit een ‘Deel A Visie en sturing’, waarin de ruimtelijke visie, de belangen en de sturingsfilosofie is opgenomen. De ruimtelijke visie is uitgewerkt in dertien provinciale ruimtelijke belangen.

• 1. Regionale contrasten;
• 2. Een multifunctioneel landelijk gebied;
• 3. Een robuust en veerkrachtig water- en natuursysteem;
• 4. Een betere waterveiligheid door preventie;
• 5. Koppeling van waterberging en droogtebestrijding;
• 6. Ruimte voor duurzame energie;
• 7. Concentratie van verstedelijking;
• 8. Sterk stedelijk netwerk: BrabantStad;
• 9. Groene geledingszones tussen steden;
• 10. Goed bereikbare recreatieve voorzieningen;
• 11. Economische kennisclusters;
• 12. (inter)nationale bereikbaarheid;
• 13. Beleefbaarheid stad en land vanaf de hoofdinfrastructuur.

De wijze waarop de provincie deze ruimtelijke belangen behartigt is uitgewerkt in vier manieren van sturen: regionaal samenwerken, ontwikkelen, beschermen en stimuleren.

In ‘Deel B Structuren en beleid’ staat op welke wijze de provincie stuurt op de functies in Noord-Brabant. Daarvoor zijn vier ruimtelijke structuren opgesteld: de groenblauwe structuur, het landelijk gebied, de stedelijke structuur en de infrastructuur. Het plangebied bevindt zich in een zone dat is aangewezen als ‘overig stedelijk gebied’.

Gemengd agrarische gebied

Het gemengd agrarisch gebied is een veelzijdige gebruiksruimte. Ontwikkelingen, zoals wonen, werken, (historische) landgoederen en recreatie, passen qua aard en schaal bij het ontwikkelingsperspectief van gemengd agrarisch gebied en houden rekening met de omgevingskwaliteiten (omgevingstoets). Omliggende bestaande functies zoals volwaardige agrarische bedrijven mogen niet worden belemmerd in hun mogelijkheden. Binnen de sterke agrarische clusters voor glastuinbouw, boomteelt en intensieve veehouderij heeft de agrarische functie een voorkeurspositie. De provincie is terughoudend met de ontwikkeling van niet-agrarische functies omdat die de verdere ontwikkeling van de agrarische bedrijven kunnen hinderen.

Verordening ruimte

Provinciale Staten hebben op 17 december 2010 de Verordening Ruimte Noord-Brabant 2011 vastgesteld. De Verordening Ruimte is op 1 maart 2011 in werking getreden. De Verordening Ruimte draagt bij aan het realiseren van de provinciaal ruimtelijke belangen en doelen zoals die benoemd zijn in de (Interim)structuurvisie Ruimtelijke Ordening en paraplunota en bevat hiertoe instructieregels die van belang zijn voor gemeenten bij het opstellen van hun bestemmingsplannen. De verordening wijst het gebied waarin het plangebied zich bevindt aan als ‘integratie stad-land’.

Integratie stad-land

Onder specifieke voorwaarden is stedelijke ontwikkeling ook mogelijk in gebieden met bijzondere landschappelijke kwaliteiten, de zogenaamde gebieden integratie stad-land. In deze gebieden kan stedelijke ontwikkeling plaatsvinden in samenhang met groene landschapsontwikkelingen.

Conclusie

Door de situering van het plangebied in een zone ‘integratie stad-land’ is het onderhavige plan mogelijk. Door middel van het investeren in het landschap kan de woning gerealiseerd worden. Deze landschapsontwikkeling is verder uitgewerkt in het gemeentelijke visie ‘Geffen-Oss’. Het provinciale beleid vormt geen belemmering voor de realisatie van het onderhavige plan.

2.3.2 Gemeentelijk beleid

Structuurvisie Buitengebied

De dynamiek in het landelijk gebied neemt toe. Door de toegenomen dynamiek in het landelijk gebeid staat het gemeentebestuur steeds vaker voor vragen die door het bestemmingsplan niet kunnen worden beantwoord. Daarom is er naast het bestemmingsplan Buitengebied een structuurvisie opgesteld. De structuurvisie biedt het kader om veranderingen en ontwikkelingen in het buitengebied te sturen. De structuurvisie heeft een dubbelfunctie. Enerzijds biedt de visie onderbouwing voor het bestemmingsplan, anderzijds geeft de visie de mogelijkheid de ‘onbekende toekomst’ af te wegen en via een omgevingsvergunning met ruimtelijke onderbouwing mogelijk te maken.

Volgens de structuurvisie Buitengebied, is het plangebied gelegen in een bebouwingsconcentratie. Door middel van gemeentelijke deelvisies zijn al eerder bouwstenen gemaakt voor de bebouwingsconcentraties. Zo is er een visie opgesteld voor het tussengebied Geffen-Oss, zie onderstaand.

Uitgewerkte visie tussengebied Geffen - Oss

Het plangebied is gelegen in een zone waarvoor de uitgewerkte visie tussengebied Geffen – Oss is opgesteld. Deze visie beschrijft een aantal deelgebieden, waarvan het Afwisselend landschap Kraaijeven en omstreken er één is. Het plangebied is gelegen in een zeer gewaardeerd kleinschalig landschap waarin de verhouding bossen, open ruimten en woningen juist in hun verhouding waardevol worden geacht. Op basis van de uitgewerkte visie voor het tussengebied Geffen-Oss bestaan in het gebied Kraaijeven en omstreken (ten zuidoosten van Geffen) ook mogelijkheden voor nieuwe ontwikkelingen binnen het waardevolle, afwisselende landschap. Juist het afwisselde landschap van weides, bosblokken en huizen biedt draagkracht voor nieuwe ontwikkelingen. Met name kan hierbij worden gedacht aan luxe buitenwoningen met perceeloppervlakte van minimaal een inhoudsmaat van ongeveer 1.000 m3 per woning. Voorwaarde hierbij is dat de bestaande structuur wordt versterkt in de verhouding 1/3 weide, 1/3 bos 1/3 (maximaal) bebouwing. Dit geldt als uit gangspunt voor het gehele deelgebied 6 Kraaijeven en omstreken, alsook voor elk kavel.

Het plangebied wordt in de beoogde situatie ingericht volgens het uitgangpunt dat in de visie is neergelegd. De omgeving van de woning is ingericht op het gebruik als woonhuis. Het karakter van de gronden rondom de woning zullen een tuin-karakter hebben. Het achterste deel van de kavel wordt vormgegeven volgens een meer natuurlijk karakter met bosschage en weides. Ook de oostzijde van het perceel wordt beplant met een brede bosstrook, waardoor het zicht op de nieuwe woning wordt gefilterd. In totaliteit wordt in hoofdlijnen voldaan aan de 1/3 – 1/3 – 1/3 voorwaarde die door de gemeente in de visie is neergelegd. Als gevolg van de ontwikkeling wordt het waardevolle beeld van de omgeving versterkt.

Conclusie

De locatie is opgenomen in de Visie Geffen-Oss als ontwikkellocaties. Deze visie is vertaald in de gemeentelijke structuurvisie Buitengebied. Het voorgenoemde initiatief past daarmee binnen de gemeentelijke structuurvisie. De bouw van de woningen wordt gecompenseerd door een bijdrage in het reconstructiefonds.