Plan: | Eurocircuit Valkenswaard |
---|---|
Status: | ontwerp |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0858.BPeurocircuit-ON01 |
In deze regels wordt verstaan onder
het bestemmingsplan 'Eurocircuit Valkenswaard' van de gemeente Valkenswaard.
de geometrisch bepaalde planobjecten als vervat in het GML-bestand met identificatienummer NL.IMRO.0858.BPeurocircuit-ON01 met de bijbehorende regels en de daarbij behorende bijlagen.
een geometrisch bepaald vlak of figuur, waarmee gronden zijn aangeduid, waar ingevolge de regels regels worden gesteld ten aanzien van het gebruik en/of het bebouwen van deze gronden.
de grens van een aanduiding indien het een vlak betreft.
bedrijfsmatig en/of hobbymatig gebruik van grond dat is gericht op het voortbrengen van producten door middel van het telen van gewassen en/of door middel van het houden van dieren, met uitzondering van moestuinen buiten de daarvoor aangewezen gebieden.
een terrein bestaande uit een geaccidenteerd wedstrijdcircuit voor de autosport dat voor 60% uit verhard en 40% uit onverhard wegoppervlak bestaat.
het daadwerkelijk uitoefenen van de autosport op het autocircuit binnen het autosportterrein.
een terrein bestaande uit een autocircuit en bijbehorende om- en tussenliggende gronden.
één of meer gebouwen en/of bouwwerken geen gebouwen zijnde.
een inrichting of instelling gericht op het bedrijfsmatig voortbrengen, vervaardigen, bewerken, opslaan, installeren en/of herstellen van goederen dan wel het bedrijfsmatig verlenen van diensten, aan huis verbonden beroepen daaronder niet begrepen.
de grens van een bestemmingsvlak.
een geometrisch bepaald vlak met eenzelfde bestemming.
bestuursorgaan dat bevoegd is tot het nemen van een besluit ten aanzien van een aanvraag om een omgevingsvergunning of ten aanzien van een al verleende omgevingsvergunning.
het plaatsen, het geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen of veranderen en het vergroten van een bouwwerk.
de grens van een bouwvlak.
een aaneengesloten stuk grond, waarop ingevolge de regels een zelfstandige, bij elkaar behorende bebouwing is toegelaten.
de grens van een bouwperceel.
elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die hetzij direct hetzij indirect met de grond is verbonden, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond.
alles wat herleidbaar uit twee of meer delen is samengevoegd en of een manier waarop twee onderdelen zijn samengevoegd.
de aan een bouwwerk of een gebied toegekende waarde, gekenmerkt door het beeld dat is ontstaan door het gebruik dat de mens in de loop van de geschiedenis van dat bouwwerk of dat gebied heeft gemaakt.
voorzieningen, zoals picknickplaatsen, observatiepunten, informatieborden, speeltuinen en banken, ten behoeve van extensieve dagrecreatie.
het bedrijfsmatig te koop aanbieden, waaronder begrepen de uitstalling ten verkoop, het verkopen en/of leveren van goederen aan personen die die goederen kopen voor gebruik, verbruik of aanwending anders dan voor consumptie ter plaatse en anders dan in de uitoefening van een beroeps- of bedrijfsactiviteit.
meerjarige beplanting met houtige wortels, welke onder algemene omstandigheden dieper wortelt dan 1 meter.
het terrein gelegen aan de Victoriedijk/Kempervennendreef/Mgr. Smetsstraat, bestemd tot Sport en aangeduid met de aanduidingen 'autocircuit', 'motorcrossterrein', 'wielerbaan', 'specifieke vorm van sport - fietscrossterrein' en 'parkeerterrein' en 'specifieke vorm van sport - hondentraining'.
vormen van dagrecreatie, zoals wandelen, fietsen, paardrijden, het gebruik van gronden als ligweides en picknick-plaats, die plaatsvinden in gebieden waar de hoofdfunctie een andere is.
doeleinden ten behoeve waarvan gebruik van gebouwen en/of gronden of aangewezen delen daarvan is toegestaan.
elk bouwwerk, dat een voor mensen toegankelijke, overdekte, geheel of gedeeltelijk met tenminste twee wanden omsloten ruimte vormt.
een inrichting, bij welke ingevolge de Wet geluidhinder rondom het terrein van vestiging in een bestemmingsplan een geluidszone moet worden vastgesteld.
het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren en/of het exploiteren van zaalaccommodatie en/of logies. Tot de hieronder genoemde categorieën Horeca 1, 2, 3 en 4 worden mede begrepen de niet genoemde, maar naar aard, omvang en uitstraling vergelijkbare horecasoorten:
Horeca 1:
vormen van horeca-activiteiten die qua exploitatievorm aansluiten bij winkel-/bedrijfsvoorzieningen en waarbij de activiteiten primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren en/of licht-alcoholische en niet-alcoholische dranken voor nuttiging al dan niet ter plaatse, zoals broodjeszaken, ijssalons, eethuisjes en lunchrooms;
Horeca 2:
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken van maaltijden en/of dranken voor consumptie ter plaatse en/of het bedrijfsmatig verstrekken van logies, zoals restaurants, bistro's, (grand) cafés, hotels en pensions;
Horeca 3:
vormen van horeca-activiteiten die primair gericht zijn op het bedrijfsmatig verstrekken van etenswaren voor nuttiging al dan niet ter plaatse alsmede daaraan ondergeschikt het verstrekken van licht-alcoholische en niet-alcoholische dranken, zoals cafetaria's, automatieken en afhaalhoreca;
Horeca 4:
vormen van horeca-activiteiten die primair zijn gericht op het bedrijfsmatig verstrekken voor gebruik ter plaatse van alcoholische dranken zoals bars, discotheken en nachtclubs, alsmede horeca met zaalaccommodatie.
elke door de mens bedrijfsmatige of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid die binnen een zekere begrenzing pleegt te worden verricht:
sociaal-cultureel werk op basis van niet-commerciële doelen voor of door de jeugd en jongeren, in de vrije tijd, onder (educatieve) begeleiding en ter bevordering van de algemene en integrale ontwikkeling van de jeugd en jongeren die deelnemen op vrijwillige basis.
een tent, een tentwagen, een kampeerauto of een caravan, dan wel enig ander onderkomen of enig ander voertuig of gewezen voertuig of gedeelte daarvan, een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen, geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf.
de verzameling van landschappelijke beplantingen en natuurlijke elementen, waaronder het navolgende verstaan wordt:
een sportactiviteit waarbij motorisch of mechanisch geluid wordt geproduceerd dat zodanig is dat het omgevingsgeluid wordt overschreden, waaronder in ieder geval begrepen autosport, motorsport, (model)vliegsport.
een afdak aan een gebouw, al dan niet ondersteund.
een terrein bestaande uit een geaccidenteerd wedstrijdcircuit voor de motorsport dat voor 100% uit onverhard wegoppervlak bestaat.
het daadwerkelijk uitoefenen van de motorsport op het motorciruit binnen het motorsportterrein.
een terrein bestaande uit een motorcircuit en bijbehorende om- en tussenliggende gronden.
de aan een gebied toegekende waarden in verband met de geologische, bodemkundige en biologische elementen voorkomende in dat gebied.
aanvullende, ondergeschikte activiteiten niet zijnde auto- of motorsportactiviteiten, behorende bij de hoofdactiviteit.
onderhoud dat gelet op de bestemming met enige regelmaat plaatsvindt en noodzakelijk is voor een goed beheer en gebruik van gronden en/of gebouwen die tot de betreffende bestemming behoren.
voorzieningen t.b.v. het algemeen nut in ruime zin, zoals voorzieningen, installaties t.b.v. gas, water, elektriciteit en (tele-)communicatie.
horeca in de categorie Horeca 1 als activiteit die in ruimtelijk en functioneel opzicht duidelijk ondergeschikt is aan de ingevolge het bestemmingsplan toegestane hoofdfunctie. De horeca-activiteit is van zulke beperkte ruimtelijke omvang dat de (niet-horeca) functie waaraan zij wordt toegevoegd qua aard, omvang en verschijningsvorm, overwegend of nagenoeg geheel als hoofdfunctie duidelijk herkenbaar blijft.
een bouwwerk dat bestaat uit een dakconstructie met maximaal 1 eigen wand.
bouwactiviteiten en planologische gebruiksactiviteiten waarvoor een wijziging van het planologisch regime nodig is.
de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte, waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was seksuele handelingen worden verricht of vertoningen van erotisch-pornografische aard plaatsvinden. Onder een seksinrichting worden in elk geval verstaan: een seksbioscoop, seksautomatenhal, sekstheater, een parenclub of een prostitutiebedrijf, waaronder ook begrepen een erotische-massagesalon, al dan niet in combinatie met elkaar.
een plaats bestemd voor het plaatsen van een tent, een tentwagen, een camper, een caravan, een stacaravan, of een tenthuisje geen recreatiewoning zijnde.
ondersteunende voorzieningen, die een onderdeel zijn van de totale agrarische bedrijfsvoering van een (vollegronds)teeltbedrijf, te onderscheiden zijn de volgende categorieën:
dag waarop auto- of motorsportactiviteiten plaats mogen vinden ter voorbereiding van wedstrijden.
georganiseerd door jeugd- en jongerenwerk voor en door jeugd en jongeren, inclusief op- en afbouw met als doel jeugd en jongeren een week vakantie met overnachting(en) aan te kunnen bieden waarbij op hun gerichte activiteiten worden georganiseerd.
voorzieningen die nodig zijn ten behoeve van een goede wateraanvoer, waterafvoer, waterberging, hemelwaterinfiltratie en waterkwaliteit. Hierbij kan gedacht worden aan duikers, stuwen, infiltratievoorzieningen, gemalen, inlaten en andere daarmee gelijk te stellen voorzieningen.
zaterdagen en zondagen en algemeen erkende feestdagen of daarmee gelijkgestelde dagen als bedoeld in artikel 3 van de Algemene termijnenwet die op een vrijdag of maandag vallen.
een tijdelijk evenement voor motorcross of rallycross in wedstrijdverband.
een constructie geen gebouw of bouwwerk zijnde.
Bij toepassing van deze regels wordt als volgt gemeten:
de kortste afstand van enig punt van een gebouw tot de zijdelingse grens van het bouwperceel.
de gezamenlijke oppervlakten van de gebouwen, die op hetzelfde perceel zijn of mogen worden opgericht, daaronder de oppervlakten van kelderruimten onder maaiveld mede begrepen met uitzondering van parkeerkelders.
vanaf het peil tot aan het hoogste punt van een gebouw of van een bouwwerk, geen gebouw zijnde, met uitzondering van ondergeschikte bouwonderdelen, zoals schoorstenen, antennes, en naar de aard daarmee gelijk te stellen bouwonderdelen.
langs het dakvlak ten opzichte van het horizontale vlak.
vanaf het peil tot aan de bovenkant van de goot, c.q. de druiplijn, het boeibord, of een daarmee gelijk te stellen constructiedeel.
tussen de onderzijde van de beganegrondvloer, de buitenzijde van de gevels (en/of het hart van de scheidingsmuren) en de buitenzijde van daken en dakkapellen.
boven het gemiddelde maaiveldpeil van het aansluitende afgewerkte terrein, de buitenzijde van de wanden en de buitenzijde van afdekkingen.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of het hart van de scheidingsmuren, neerwaarts geprojecteerd op het gemiddelde niveau van het afgewerkte bouwterrein ter plaatse van het bouwwerk.
tussen de buitenwerkse gevelvlakken en/of de harten van scheidsmuren.
De voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
De voor Agrarisch met waarden aangewezen gronden zijn naast het bepaalde in 3.1.1 bestemd voor:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van regels ten behoeve van het toestaan van terreinafscheidingen van maximaal 2 meter onder de voorwaarden dat:
Tot een strijdig agrarisch gebruik wordt in ieder geval gerekend:
Op de locatie aangeduid met de aanduiding 'specifieke vorm van agrarisch met waarden - evenementparkeerplaats' mag de agrarische grond gebruikt worden voor het parkeren van bezoekers en/of deelnemers aan evenementen die plaatsvinden op het Eurocircuit.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 3.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
De in lid 3.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de in de bestemmingsomschrijving aangegeven waarden.
De voor ‘Groen - Landschapselement' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van regels ten behoeve van het toestaan van terreinafscheidingen van maximaal 2 meter onder de voorwaarden dat:
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden:
Binnen deze bestemming mogen uitsluitend werken en werkzaamheden worden uitgevoerd ten behoeve van de verwezenlijking en instandhouding van de in Bijlage 1 opgenomen 'opzet kwaliteitsverbetering'.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 4.5.2 vervatte verbod is niet van toepassing op:
De voor Natuur aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van regels ten behoeve van het toestaan van terreinafscheidingen van maximaal 2 meter onder de voorwaarden dat:
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend het gebruik van de gronden:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 5.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
De in lid 5.5.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de natuurlijke en/of landschappelijke, cultuurhistorische en waterhuishoudkundige waarden van de gronden.
De voor ‘Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met de daarbij behorende:
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van en zoals genoemd in artikel 6.1 omschreven bestemming en met inachtname van artikel 16, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
activiteit | maximaal oppervlak gebouwen |
autosportactiviteiten | 911 m2 |
motorsportactiviteiten | 800 m2 |
wielrennen | 305 m2 |
fietscrossen | 710 m2 |
(politie)hondentrainingen | 285 m2 |
opslag t.b.v. (jeugd- en jongerenwerk)evenementen |
130 m2 |
TOTAAL | 3.141 m2 |
activiteit | soort gebouw | maximale goothoogte | maximale bouwhoogte |
autosportactiviteiten | omroep/jurytoren | - | 11 m |
wedstrijdposten | - | 2,5 m | |
EHBO-posten | - | 6,5 m | |
overige gebouwen | 3,5 m | 6,5 m | |
motorsportactiviteiten | omroep/jurytoren | - | 10 m |
overige gebouwen | - | 6,5 m | |
wielrennen | alle gebouwen | - | 3,5 m |
fietscrossen | startgebouw/heuvel | - | 8,5 m |
overige gebouwen | - | 3,5 m | |
(politie)hondentrainingen | hondenhokken | - | 1,5 m |
overige gebouwen | 3,5 m | 7,0 m | |
jeugd- en jongerenwerk | alle gebouwen | 3,5 m | 7,0 m |
Bouwwerken geen gebouwen zijnde zijn toegestaan, onder de voorwaarden dat:
activiteit | soort bouwwerk geen gebouw zijnde | bouwhoogte |
autosportactiviteiten | bruggen | 8,5 m |
hekwerken en overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 3,0 m | |
motorsportactiviteiten | bruggen | 5,0 m |
tunnels | 6,5 m | |
hekwerken en overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2,0 m | |
wielrennen | bruggen | 3,5 m |
hekwerken en overige bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2,0 m | |
fietscrossen | alle bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2,0 m |
(politie)hondentrainingen | alle bouwwerken geen gebouwen zijnde | 2,0 m |
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in de tabel zoals opgenomen in artikel 6.2.2 sub b.:
Het gebruik ter plaatse van de functieaanduiding 'autocircuit' en'motorcrossterrein' overeenkomstig het bepaalde in artikel 6.1 onder d. en e. is toegestaan onder de voorwaarde dat de verbindingsweg tussen de toe- en afrit van de N69 en de Mgr. Smetsstraat voor ontsluiting beschikbaar is.
Autosportactiviteiten
type autosportactiviteit | aantal x per jaar | op welke dagen toegestaan | binnen welk(e) tijdsblok(ken) toegestaan |
nationale en internationale kampioenschappen | 3 weekenden (3x2 dagen) |
zaterdag en zondag | 08.00-20.00 uur |
NK-wedstrijden |
6 dagen | zaterdag in de oneven weken of zondag in de even weken |
09.00-12.30 uur 13.30-18.00 uur |
Clubkampioenschappen | 6 dagen | zaterdag in de oneven weken of zondag in de even weken |
09.00-12.30 uur 13.30-18.00 uur |
trainingsdagen |
28 dagen | Maandag, dinsdag, woensdag, donderdag, vrijdag, zaterdag in de oneven weken of zondag in de even weken |
09.00-12.30 uur 13.30-18.00 uur |
Nevenactiviteiten
Type motorsportactiviteit | aantal keer per jaar | op welke dagen toegestaan | binnen welk(e) tijdsblok(ken) toegestaan |
Grand Prix voor motorcross (MXGP) | 1 weekend (1x2 dagen) |
zaterdag en zondag | 08.00-20.00 uur |
Nationale wedstrijden (KNMV) | 2 weekenden (2x2 dagen) |
zaterdag en zondag | 08.00-20.00 uur |
Enduro | 1 dag | zaterdag in een oneven week of zondag in een even week | 09.00 – 12.30 uur 13.30 – 18.00 uur |
DMX-wedstrijd | 1 dag | zaterdag in een oneven week of zondag in een even week | 09.00 – 12.30 uur 13.30 – 18.00 uur |
jeugdwedstrijd | 1 dag | zaterdag in een oneven week of zondag in een even week | 09.00 – 12.30 uur 13.30 – 18.00 uur |
trainingsdagen | 67 dagen | woensdag, vrijdag zaterdag in de oneven weken, zondag in de even weken |
woensdag/vrijdag: 13.00 - 17.00 uur zaterdag/zondag: 09.00 – 12.30 uur 13.30 – 18.00 uur |
Nevenactiviteiten
Uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'wielerbaan' is een wielrenbaan toegestaan die als zodanig gebruikt mag worden.
Uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van sport - hondentraining' is een trainings/hindernisbaan voor honden toegestaan en die als zodanig gebruikt mag worden.
Uitsluitend ter plaatse van de functieaanduiding 'specifieke vorm van sport - fietscrossterrein' is een fietscrossterrein worden toegestaan die als zodanig gebruikt mag worden.
Uitsluitend binnen de aanduiding 'specifieke vorm van recreatie - jeugd- en jongerenwerk' is een eenjaarlijks evenement in het kader van jeugd- en jongerenwerk toegestaan, mits:
Binnen het tot 'Sport' bestemde terrein is ongeacht de functieaanduidingen, het gebruik van machines voor het aanleggen, aanpassen en onderhouden van de wedstrijdbanen toegestaan onder de voorwaarde dat de activiteiten cumulatief met de in artikel 6.4.3 sub f en 6.4.4 sub f, niet meer geluid mag produceren dan 50 dB(A) op de grens van de bestemming 'Sport'.
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 6.5.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
De in artikel 6.5.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het behoud, het herstel en de ontwikkeling van de ecologische en/of landschappelijke, cultuurhistorische en waterhuishoudkundige waarden van de gronden.
De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
met daarbij behorende:
Op de gronden zijn uitsluitend bouwwerken toegestaan ten behoeve van en zoals genoemd in artikel 7.1 omschreven bestemming, waarbij ook wordt voldaan aan de volgende bepalingen:
Gebouwen die gerekend worden tot de specifieke uitrusting van een weg zijn toegestaan, mits de bebouwing van geringe afmetingen is en met uitzondering van verkoop en/of afleverpunten voor motorbrandstoffen.
De voor Leiding - Koolwaterstof aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg, instandhouding en/of bescherming van een ondergrondse koolwaterstofstransportleiding met een belemmeringenstrook ter breedte van 5 meter aan weerszijden van de hartlijn van de leiding.
In geval van strijdigheid van bepalingen met andere bestemmingen is artikel 19 van toepassing.
In afwijking van hetgeen elders in deze regels is bepaald ten aanzien van het bouwen krachtens overige bestemmingen van deze gronden, mogen op of in de in artikel 8.1 bedoelde gronden uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bedoelde leiding(en) worden gebouwd met een maximum bouwhoogte van 3m.
Het bevoegd gezag kan bij omgevingsvergunning afwijken van artikel 8.3 voor het bouwen van bouwwerken ten behoeve van de andere op deze gronden geldende bestemming(en) indien de veiligheid van de betrokken leiding niet wordt geschaad en vooraf schriftelijk advies is ingewonnen bij de betrokken leidingbeheerder. Een omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen kwetsbare objecten worden toegelaten.
Het is verboden op of in de in artikel 8.1 bedoelde gronden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod als bedoeld in artikel 8.1 is niet van toepassing op werken en/of werkzaamheden die:
De werken en/of werkzaamheden als bedoeld in artikel 8.1 zijn slechts toelaatbaar indien en voor zover dit niet strijdig is met de belangen van de leiding.
Alvorens het verlenen van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 8.1 te beslissen, wint het bevoegd gezag schriftelijk advies in bij de leidingbeheerder omtrent de vraag of door de voorgenomen werken en/of werkzaamheden de belangen in verband met de leiding niet onevenredig worden geschaad en welke voorwaarden dienen te worden gesteld ter voorkoming van eventuele schade.
Overtreding van het verbod van artikel 8.1 is een strafbaar feit, zoals bedoeld in artikel 1a van de Wet op de economische delicten.
De voor 'Waarde - Archeologie - 4' (gebied met een hoge archeologische verwachting) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest strenge regels voor het hele bouwperceel.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 9.5, zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in artikel 10.1 bedoelde gronden bodemverstoringen te veroorzaken ten gevolge van de uitvoering van:
Het verbod is van toepassing op het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen waarbij de grond wordt geroerd/omgewoeld, waaronder begrepen:
alsmede het verlagen van het waterpeil.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het in lid 9.3 gestelde verbod geldt niet:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 9.3 voor het verstoren van gronden ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de activiteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.6 in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
Indien uit het rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 10.6.1 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 9.6 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een afwijking geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak:
van de bestemming wijzigt in Waarde - Archeologie - 5 of Waarde - Archeologie - 6 voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
Alvorens de wijzigingen als bedoeld onder artikel 9.7.1 worden doorgevoerd, wordt archeologisch advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
De voor 'Waarde - Archeologie - 5' (Gebied met een middelhoge archeologische verwachting) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest strenge regels voor het hele bouwperceel.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 10.5 zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in artikel 10.1 bedoelde gronden bodemverstoringen te veroorzaken ten gevolge van de uitvoering van:
Het verbod is van toepassing op het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen waarbij de grond wordt geroerd/omgewoeld, waaronder begrepen:
alsmede het verlagen van het waterpeil.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het in lid 10.3gestelde verbod geldt niet:
Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.6 in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
Indien uit het rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 10.6.1 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 10.6 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een afwijking geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak:
van de bestemming wijzigt in Waarde - Archeologie - 4 of Waarde - Archeologie - 6 voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
Alvorens de wijzigingen als bedoeld onder artikel 10.7.1 worden doorgevoerd, wordt archeologisch advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
De voor 'Waarde - Archeologie - 6' (Gebied met een lage archeologische verwachting) aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding en bescherming van de in de grond aanwezige archeologische waarden.
Indien een bouwwerk wordt gebouwd, of een werk, geen bouwwerk zijnde of werkzaamheden worden uitgevoerd binnen verschillende archeologische dubbelbestemmingen op een bouwperceel, gelden de meest strenge regels voor het hele bouwperceel.
In het belang van de archeologische monumentenzorg en ter voorkoming van onevenredige aantasting van aanwezige archeologische waarden, is het verboden, behoudens het bepaalde in artikel 11.5, zonder of in afwijking van een schriftelijke omgevingsvergunning van burgemeester en wethouders op en in de in artikel 11.1 bedoelde gronden bodemverstoringen te veroorzaken ten gevolge van de uitvoering van:
Het verbod is van toepassing op het uitvoeren van graafwerkzaamheden en/of grondbewerkingen waarbij de grond wordt geroerd/omgewoeld, waaronder begrepen:
alsmede het verlagen van het waterpeil.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd nadere eisen te stellen ten aanzien van de afmetingen en de situering van bouwwerken, de inrichting en het gebruik van gronden, indien uit onderzoek is gebleken dat ter plaatse behoudens- en beschermingswaardige archeologische monumenten of resten aanwezig zijn. De nadere eisen zijn erop gericht dat de archeologische waarden zoveel mogelijk in de grond (in situ) worden behouden.
Het in lid 11.3 gestelde verbod geldt niet:
Met een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in artikel 11.3 voor het verstoren van gronden ten behoeve van de op deze gronden liggende andere bestemming(en), indien op basis van (archeologisch) onderzoek is aangetoond, dat er geen of nauwelijks waarden aanwezig zijn dan wel dat de archeologische waarden door de activiteiten niet onevenredig worden of kunnen worden geschaad.
Teneinde dit te bereiken kunnen aan een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.6 in ieder geval de volgende regels worden verbonden:
Indien uit het rapport blijkt dat de archeologische waarden van de gronden door het verlenen van de omgevingsvergunning zullen worden verstoord zonder dat het mogelijk is om deze door de in artikel 12.6.1 genoemde voorwaarden veilig te stellen, dan wordt de omgevingsvergunning geweigerd.
Alvorens een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 11.6 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg omtrent de vraag of door het verlenen van een afwijking geen onevenredige afbreuk wordt of kan worden gedaan aan de archeologische waarden, en of en zo ja welke voorwaarden dienen te worden gesteld.
Burgemeester en wethouders kunnen het plan zodanig wijzigen dat het bestemmingsvlak:
van de bestemming wijzigt in Waarde - Archeologie - 4 of Waarde - Archeologie - 5 voor zover de geconstateerde aanwezigheid of afwezigheid van archeologische waarden, in voorkomend geval na beëindiging van opgravingen, daartoe aanleiding geeft.
Alvorens de wijzigingen als bedoeld onder artikel 11.7.1 worden doorgevoerd, wordt archeologisch advies ingewonnen bij de deskundige op het terrein van de archeologische monumentenzorg.
De voor 'Waarde - Hydrologie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor behoud, herstel en ontwikkeling van bestaande watersystemen en de bestaande waterhuishouding van het hier binnen gelegen Natuur Netwerk Brabant.
Op de voor 'Waarde - Hydrologie' aangewezen gronden mag slechts gebouwd worden indien:
Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, en werkzaamheden uit te voeren:
Het in artikel 12.3.1 vervatte verbod is niet van toepassing op:
De in artikel 12.3.1 vermelde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend indien geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan het waterbergend vermogen en/of indien geen sprake is van een negatief effect op de waterhuishouding van het hierbinnen gelegen Natuur Netwerk Brabant.
Alvorens een vergunning als bedoeld in artikel 12.3.1 kan worden verleend, wordt schriftelijk advies ingewonnen bij het betrokken waterschap.
Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.
Bij de toepassing van het bepaalde ten aanzien van het bouwen worden ondergeschikte bouwdelen als plinten, railingen, pilasters, kozijnen, gevelversieringen, ventilatiekanalen, schoorstenen, liftschachten, trappenhuizen, gevel- en kroonlijsten, overstekende daken, luifels, erkers, balkons, en balustrades met een transparantie van ten minste 75% per m2, mits:
Het bevoegd gezag kan in afwijking van het bepaalde in artikel 7.2 Wet ruimtelijke ordening omgevingsvergunning verlenen, indien strikte toepassing zou leiden tot een beperking van het meest doelmatige gebruik, die niet door dringende redenen wordt gerechtvaardigd.
Tot een strijdig gebruik wordt in elk geval gerekend:
Ter plaatse van de gebiedsaanduiding 'milieuzone - voormalige vuilstortplaats' gelden de volgende bepalingen:
Het is verboden op of in gronden met de aanduiding 'milieuzone - voormalige vuilstortplaats' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken en werkzaamheden uit te voeren:
Het verbod in artikel 17.1.1is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die het normale onderhoud en/of gebruik betreffen.
De in artikel 17.1.1 genoemde omgevingsvergunning kan slechts worden verleend, indien door de werken en/of werkzaamheden de bovenafdichting van de vuilstort niet wordt aangetast, danwel dat de werken en/of werkzaamheden de bovenafdichting van de vuilstort verbetert.
Ter plaatse van de aanduiding 'veiligheidszone - leiding' is geen herbouw of nieuwbouw ten behoeve van kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten als bedoeld in het Besluit externe veiligheid inrichtingen toegestaan.
In afwijking van de desbetreffende bepalingen in dit bestemmingsplan kan het bevoegd gezag omgevingsvergunning verlenen voor:
In de omgevingsvergunning kunnen nadere eisen worden gesteld ten behoeve van een samenhangend straat- en bebouwingsbeeld, een goede woonsituatie, een goede milieusituatie, de verkeersveiligheid, de sociale veiligheid en de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende gronden.
In afwijking van de desbetreffende bepalingen in dit bestemmingsplan, kan het bevoegd gezag omgevingsvergunning verlenen voor de aanleg en/of bouw van een geluidwerende voorziening (geluidwal en/of geluidscherm) met een maximale (bouw)hoogte van 6,5 m, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
In afwijking van de desbetreffende bepalingen in dit bestemmingsplan, kan het bevoegd gezag omgevingsvergunning verlenen voor de aanleg en/of bouw van een voorziening voor de opwekking van duurzame energie met een maximale (bouw)hoogte van 10 m, mits er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan:
Waar een enkelbestemming samenvalt met een dubbelbestemming geldt primair het bepaalde ten aanzien van de dubbelbestemming en secundair de regels van de enkelbestemming.
Waar dubbelbestemmingen samenvallen geldt de volgende prioriteitsvolgorde, waarbij de prioriteit aflopend is:
Deze regels worden aangehaald als:
Regels van het bestemmingsplan 'Eurocircuit Valkenswaard'.
Behoort bij het besluit van de raad van de gemeente Valkenswaard van PM.
Mij bekend,
de raadsgriffier.