direct naar inhoud van Artikel 32 Algemene gebruiksregels
Plan: Nijmegen Centrum - Binnenstad
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0268.BP5000-VG01

Artikel 32 Algemene gebruiksregels

32.1 Aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten
32.1.1 Bouwregels

Ten behoeve van het onder lid 2 toegestane gebruik, mag in afwijking van de betreffende bestemming voor dit gebruik worden gebouwd, met dien verstande dat de daarvoor geldende bouwregels onverminderd van kracht blijven.

32.1.2 Specifieke gebruiksregels

In gebouwen die ingevolgde deze regels gebruikt mogen worden als woning (inclusief bijbehorende aan- en uitbouwen) is de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- en bedrijfsactiviteiten toegestaan, onder de volgende voorwaarden:

  • a. maximaal 35% van het vloeroppervlak van de woning, inclusief aan- en uitbouwen, mag tot ten hoogste 50 m² worden gebruikt voor een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • b. degene die de activiteiten in de woning uitvoert, dient tevens de bewoner van de woning te zijn;
  • c. de activiteiten dienen qua aard, omvang en uitstraling te passen in een woonomgeving;
  • d. er mag geen horeca of detailhandel ter plaatse plaatsvinden, uitgezonderd een beperkte verkoop als ondergeschikte activiteit en in relatie met een aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteit;
  • e. de activiteiten mogen geen nadelige invloed hebben op de normale afwikkeling van het verkeer en geen onevenredige parkeerdruk veroorzaken.

In bijgebouwen is de uitoefening van aan huis verbonden beroeps- of bedrijfsactiviteiten niet toegestaan.

32.2 Bed en breakfast

In hoofdgebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor de hoofdfuncties bedrijven, voorzover deze voorkomen in categorie 1 of 2 van de Staat van bedrijfsactiviteiten, cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren en/of maatschappelijke voorzieningen is op de verdieping(en) een bed en breakfast toegestaan.

32.3 Evenementen

Evenementen zijn binnen alle bestemmingen toegestaan, mits hiervoor een vergunning is verleend op grond van de Algemeen Plaatselijke Verordening.

32.4 Ondersteunende horeca

In gebouwen die ingevolge deze regels gebruikt mogen worden voor cultuur en ontspanning, detailhandel, dienstverlening, kantoren, maatschappelijke voorzieningen, recreatie en/of sport, en niet voor horeca, is, voorzover geen aanduiding is opgenomen dat (ondersteunende) horeca is uitgesloten, ondersteunende horeca onder de volgende voorwaarden toegestaan:

  • a. de horeca-activiteit is ondergeschikt aan de hoofdactiviteit;
  • b. de openingstijden van de horeca-activiteit zijn aangepast aan de openingstijden van de hoofdactiviteit;
  • c. de toegang tot de horeca-activiteit is uitsluitend via die van de hoofdactiviteit, er is dus geen aparte ingang;
  • d. er is in het pand vrij toegankelijke sanitaire ruimte;
  • e. voor de horeca-activiteit mag geen aparte reclame worden gemaakt;
  • f. van het totale vloeroppervlak van een detailhandelsbedrijf, met uitzondering van warenhuizen, of dienstverlener mag maximaal 50 m2 en niet meer dan 25% van de verkoopvloeroppervlakte aan ondersteunende horeca worden besteed. Tevens is een binnenterras toegestaan, waarbij geldt dat de totale oppervlakte die voor ondersteunende horeca in gebruik is (zowel binnen als buiten) niet meer dan 50 m2 mag bedragen;
  • g. van het totale vloeroppervlak van een warenhuis mag maximaal 15% aan ondersteunende horeca worden besteed;
  • h. van het totale vloeroppervlak van een een voorziening gericht op cultuur en ontspanning, kantoor, maatschappelijke voorziening of een recreatieve- en sportvoorziening (met uitzondering van een sporthal en sportveld) mag maximaal 10% aan ondersteunende horeca worden besteed;
  • i. van het totale vloeroppervlak van een sporthal mag maximaal 12% aan ondersteunende horeca worden besteed;
  • j. voor 1 sportveld mag maximaal 150 m2 aan ondersteunende horeca worden besteed en bij meerdere velden mag voor ieder extra sportveld maximaal 75 m2 worden opgeteld, met dien verstande dat de maximale oppervlakte niet meer mag bedragen dan 375 m2.

De gehanteerde oppervlaktematen betreffen de totale oppervlakte ten dienste van de ondersteunende horecafunctie, niet inbegrepen de daarbij behorende ruimten, zoals opslag, keuken- en toiletruimten.

32.5 Seksinrichting of esortbedrijf
32.5.1 Specifieke gebruiksregels

Tot een gebruik, strijdig met de bestemming, wordt, voorzover hiervoor geen aanduiding is opgenomen, in ieder geval verstaan het gebruik van gronden en gebouwen ten behoeve van:

  • a. een seksinrichting of een escortbedrijf;
  • b. raam- en straatprostitutie.

32.5.2 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan door middel van het verlenen van een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 32.5.1 onder a voor het vestigen van een seksinrichting of escortbedrijf binnen de bestemmingen Gemengd-1 t/m Gemengd-7 onder de voorwaarden dat:

  • a. de vestiging past binnen het maximumstelsel, zoals dat geldt op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening voor de gemeente Nijmegen;
  • b. primair wordt aangesloten bij het huidige en toekomstige stedelijk hoofdwegennet; de activiteit, gelet op de aard en invloed ervan, niet leidt tot een onevenredige aantasting van het karakter van de omgeving. Bij de beoordeling van de aard en invloed op de omgeving worden de volgende aspecten mede in de beoordeling betrokken:
    • 1. de aanwezigheid van gevoelige functies in de omgeving, zoals religieuze functies (kerken, moskees e.d.), scholen (en andere door kinderen gebruikte gebouwen, zoals kinderopvang) e.d., met dien verstande dat:
      • de in acht te nemen afstand tot dergelijke functies tenminste 50 meter dient te bedragen;
      • rekening wordt gehouden met de aanlooproutes van de gevoelige functies;
    • 2. het voorkomen of beperken van overlast voor de omgeving;
    • 3. het voorkomen van nieuwe concentraties van seksinrichtingen en escortbedrijven door een afstand van tenminste 250 meter aan te houden tot een bestaand bedrijf in dezelfde straat of buurt;
    • 4. de aard van de activiteit, te weten een overwegende avond of nachtactiviteit;
    • 5. de sociale- en brandveiligheid;
    • 6. het voorkomen of beperken van een verkeersaantrekkende werking;
    • 7. de verkeersveiligheid, met name in relatie tot de ontsluiting van het erf;
    • 8. het voorkomen of beperken van een onevenredige parkeerdruk op de openbare ruimte, waarbij wordt uitgegaan van parkeren op eigen erf.
  • c. wat bouwen betreft moet worden aangesloten bij de regels van de onderliggende bestemming, met dien verstande dat het bevoegd gezag voorwaarden kan stellen aan de maximum oppervlakte van de activiteit.