direct naar inhoud van Toelichting
Plan: Rossum herziening 2016, reparatie Weteringshoek 27
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0263.BP1154-VG01

Toelichting

Hoofdstuk 1 Inleiding

1.1 Aanleiding en doel

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1154-VG01_0001.png"

Vooraanzicht plangebied

De Gemeente Maasdriel heeft met voorliggende plan een reparatiebestemmingsplan opgesteld voor de locatie Weteringshoek 27 te Rossum in de gemeente Maasdriel. In het vigerende bestemmingsplan is namelijk sprake van een drietal omissies ten opzichte van het vorige bestemmingsplan. Deze omissies zijn ontstaan door foutief toepassen van een aanduiding of actualisatie van plannen, waarbij uit is gegaan van de destijds bestaande situatie. Het betreft het ontbreken van de aanduiding 'bedrijfswoning' binnen de bestemming 'Bedrijventerrein', het onjuist weergeven van het bouwvlak en de toevoeging van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang'.

Vanwege de beperking van de planologisch-juridische mogelijkheden heeft de eigenaar van de grond een verzoek voor planschade ingediend bij de gemeente. In haar reactie geeft de gemeente aan dat: 'Gelet op de aard van het bedrijventerrein, de aanwezige kleinschalige bedrijvigheid in milieucategorie 2 of daaraan vergelijkbaar en de op dit bedrijventerrein al aanwezige bedrijfswoningen, kan de gemeente instemmen met het verzoek. In plaats van uitbetaling van het schadebedrag gaat de gemeente daarom over tot herstel van de mogelijkheid voor het oprichten van een bedrijfswoning en het verwijderen van de aanduiding 'KDV' op uw perceel. Wij bereiden daartoe een bestemmingsplan voor.'

Om de geconstateerde omissies te herstellen is het dus noodzakelijk om het bestemmingsplan ter plaatste te herzien. Dit bestemmingsplan vormt de verantwoording van het planvoornemen en legt de gewenste situatie planologisch en juridisch vast. De aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang' blijft wel gelden voor het naastgelegen perceel aan de Burgemeester van Randwijckstraat 70 en valt dan ook buiten onderhavig planvoornemen.

1.2 Ligging plangebied

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1154-VG01_0002.png"

Luchtfoto plangebied

 

Het plangebied van onderhavig bestemmingsplan is gelegen aan de Weteringshoek 27 en bevindt zich op een bedrijventerrein aan de zuidrand van de kern Rossum. De directe omgeving van het plangebied bestaat uit een gemengd gebied bestaande uit bedrijven, woningen met bijbehorende tuinen en een sloot als afscheiding tussen het plangebied en de Weteringshoek. In de verdere omgeving van het plangebied ten zuiden en oosten bevindt zich De Burgemeester Randwijckstraat en iets verderop de Maasdijk welke de grens vormt tussen de kern Rossum en het landelijk gebied. Richting het zuidwesten en westen bevinden zich verschillende bedrijven(agrarisch) en landelijk gebied bestaande uit polders. Het plangebied is kadastraal bekend als gemeente Rossum, sectie E, perceelnummers 701, 879 en 922

1.3 Vigerend bestemmingsplan

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1154-VG01_0003.png"

Uitsnede vigerende bestemmingsplan: 'Rossum en Hurwenen'

Ter plaatse van het plangebied is het bestemmingsplan 'Rossum en Hurwenen' vigerend. Op basis van dit bestemmingsplan zijn op perceel Weteringshoek 27 de volgende bestemmingen en aanduidingen van toepassing:

Binnen het voorgaande bestemmingsplan 'Weteringshoek' was, in tegenstelling tot het thans vigerende bestemmingsplan, de mogelijkheid tot het bouwen van een bedrijfswoning opgenomen en was er sprake van een groter bebouwbaar oppervlak. Tevens was er geen sprake van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang'. Met de inwerkingtreding van het huidige bestemmingsplan is de mogelijkheid tot het bouwen van een bedrijfswoning komen te vervallen. Daarnaast is het bouwvlak aanzienlijk verkleind en is de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang' toegekend. Dit is echter abusievelijk gebeurd.

Het planvoornemen voor het perceel Weteringshoek 27 betreft, het repareren van de geconstateerde omissies zijnde:

  • Het toevoegen van de aanduiding 'Bedrijfswoning' binnen de bestemming 'Bedrijventerrein';
  • Het ongedaan maken van de functieaanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang'
  • Het herstellen van de abusievelijk onjuist opgenomen bouwvlak.

De aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang' blijft wel gelden voor het naastgelegen perceel (gemeente Rossum, sectie E, perceelnummer 923) aan de Burgemeester van Randwijckstraat 70 en valt dan ook buiten onderhavig planvoornemen.

1.4 Juridische planvorming

In het bestemmingsplan worden een aantal geconstateerde omissies gerepareerd. Dit specifieke plan heeft als doel om, ter plaatse van Weteringshoek 27, de aanduiding 'Bedrijfswoning' toe te voegen binnen de bestemming 'Bedrijventerrein', het bouwvlak te herstellen overeenkomstig het voorheen geldende bestemmingsplan 'Weteringshoek' en de functieaanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang' te laten vervallen. Daarnaast bevat het plan standaardregels met betrekking tot de gebruikte begrippen, de wijze van meten, de anti-dubbeltelregeling en tot slot de overgang- en slotregel. Naast de planregels bestaat het bestemmingsplan ook uit een volledige, toegankelijke en begrijpelijke verbeelding van het plan. Het bestemmingsplan gaat voorts vergezeld van een toelichting waarin de gemaakte keuzes voor de totstandkoming van het bestemmingsplan onderbouwd worden. Het bestemmingsplan dient digitaal beschikbaar, raadpleegbaar en uitwisselbaar te zijn. Ten behoeven van de uniformiteit dient het gehele plan opgesteld te worden conform de IMRO2012 en de SVBP2012. Hiermee wordt voldaan aan de eisen die de Wet ruimtelijke ordening stelt ten aanzien van bestemmingsplannen.

1.5 Leeswijzer

Na dit inleidende hoofdstuk worden de planologische beleidskaders van Rijk, provincie en regio uiteen gezet. Vervolgens wordt in hoofdstuk 3 het plan beschreven door middel van een gebiedsomschrijving en uitleg inzake het planvoornemen met betrekking tot de geconstateerde omissies. In hoofdstuk 4 wordt het planvoornemen getoetst op sectorale aspecten en actuele waarden en in hoofdstuk 5 aan het aspect water. Vervolgens wordt er in hoofdstuk 6 ingegaan op de juridische aspecten van het bestemmingsplan. Hierbij worden de planregels toegelicht. Hoofdstuk 7 gaat dieper in op de haalbaarheid van het planvoornemen, waarbij de economische en maatschappelijke uitvoerbaarheid worden getoetst. Ten slotte wordt in hoofdstuk 8 ingegaan op de procedure van het bestemmingsplan.

Hoofdstuk 2 Beleidskader Rijk, provincie en regio

2.1 Planologische kaders

Gemeenten zijn niet geheel vrij in het voeren van hun eigen beleid. Rijk en provincies geven met het door hen gevoerde en vastgelegde beleid de kaders aan waarbinnen gemeenten kunnen opereren. De beleidsinkadering dient een compleet beeld te geven van de ruimtelijke overwegingen en het relevante planologisch beleid. Het herstellen van de omissies is niet in strijd met de verschillende beleidskaders. In de volgende paragraaf wordt dit verder onderbouwd.

2.2 Rijks-, provinciaal, regionaal of gemeentelijk beleid

De wijziging ten opzichte van het vigerende bestemmingsplan 'Rossum en Hurwenen' is van ondergeschikte aard. Onderhavig bestemmingsplan voorziet enkel in de reparaties van de omissies welke in het voorgaande bestemmingsplan 'Weteringshoek' reeds waren toegestaan. Betreffende het toevoegen van de aanduiding 'Bedrijfswoning' binnen de bestemming 'Bedrijventerrein', het herstellen van het bouwvlak overeenkomstig het voorheen geldende bestemmingsplan 'Weteringshoek' en het laten vervallen van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang'. De voorheen geldende rechten en mogelijkheden worden binnen dit planvoornemen opnieuw toegestaan. Er vindt géén uitbreiding van het bedrijventerrein plaats.

Gezien de aard en de omvang van de reparatie van deze ondergeschikte omissies zijn er geen Rijks-, provinciale, regionale of gemeentelijke belangen in het geding.

Hoofdstuk 3 Planbeschrijving

3.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt dieper ingegaan op de omgeving van het plangebied en het planvoornemen in de vorm van de te repareren onderdelen.

3.2 Gebiedsbeschrijving

De locatie Weteringshoek 27 ligt in de zuidwestrand van de kern Rossum, welke zich in het noordoostelijke gedeelte bevindt van de gemeente Maasdriel. Het plangebied bevindt zich op het kleinschalig bedrijventerrein 'Weteringshoek' met veel bedrijfsgebonden woningen. Dit gebied kenmerkt zich door de aanwezigheid van de watergang 'De Rossumsche wetering' die ten noordwesten van het bedrijventerrein loopt, een aantal tuinbouwgebieden in het zuiden en westen en de aanwezigheid van de Maasdijk die Rossum beschermd tegen het water van de Maas ten zuidoosten van het plangebied. Deze fungeert tevens als buffer tussen Rossum en het landelijk gebied. Ten noorden van het plangebied loopt het bedrijventerrein over in een gebied met voornamelijk een woonfunctie. De meeste woningen in dit gevarieerde overgangsgebied zijn gebouwd vanaf de jaren 50 van de vorige eeuw. De Weteringshoek zelf is en belangrijke secundaire verkeersader tussen de hoofdweg van Rossum, de Burgemeester van Randwijckstraat, welke bestaat uit kenmerkende lintbebouwing, en de noordelijke woongebieden van Rossum.

In de directe omgeving van het plangebied zelf bevinden zich in het oosten en zuidoosten woningen met daarbij behorende tuinen. Op het perceel ten zuidoosten van het plangebied is een kinderdagverblijf aanwezig. Ten zuiden van het gebied bevindt zich een sloot, die fungeert als erfafscheiding, welke uitkomt op de Rossumsche Wetering. Direct aan het perceel grenzend ligt een bedrijfswoning in het westen en ten noorden van het plangebied bevindt zich een loods.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1154-VG01_0004.png"

Impressies directe omgeving plangebied

3.3 Planvoornemen

Het planvoornemen voor het perceel Weteringshoek 27 betreft, het repareren van de geconstateerde omissies zijnde:

  • Het toevoegen van de aanduiding 'Bedrijfswoning' binnen de bestemming 'Bedrijventerrein';
  • Het ongedaan maken van de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang'
  • Het herstellen van de abusievelijk onjuist opgenomen bouwvlak.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1154-VG01_0005.png"

Vooraanzicht van Weteringshoek 27 waarop te zien is dat het pand links op de foto een bedrijfswoning betreft. Het pand rechts is een bedrijfspand met daarin een kinderdagverblijf gevestigd.

Het betreft de kadastrale percelen met nummers 701, 879 en 922 uit sectie E, gemeente Rossum. Op perceel 923 blijft de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang' wel van toepassing gezien het feit er in de betreffende bedrijfswoning een kinderopvang aanwezig is. De situatie voor het betreffende plangebied wordt hersteld naar de situatie welke gold in het oude bestemmingsplan 'Weteringshoek'. Ter onderbouwing is een vergelijking gemaakt tussen bestemmingsplan 'Rossum en Hurwenen' en dit toekomstige bestemmingsplan 'Rossum herziening 2016, reparatie Weteringshoek 27'.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1154-VG01_0006.png"

Op de linker afbeelding is goed te zien hoe de situatie nu is. Het bouwvlak is te klein en de aanduiding kinderopvang (stippellijn) is van toepassing op Weteringshoek 27. Op de rechter afbeelding is te zien hoe de situatie zal worden hersteld. Het bouwvlak wordt vergroot doormiddel van het toepassen van de aanduiding 'Bedrijfswoning' en de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang' zal komen te vervallen, met uitzondering van het gedeelte ter plaatse van het perceel 922.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1154-VG01_0007.png"

Voorbeeld van een bedrijfswoning met bijbehorende loods in de directe omgeving

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1154-VG01_0008.png"

Impressie van het kinderdagverblijf met bedrijfswoning

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1154-VG01_0009.png"

Artikel 8 uit het voorheen vigerende bestemmingsplan ´Weteringshoek`

Uit artikel 8 van het voorheen vigerende bestemmingsplan 'Weteringshoek' blijkt dat er op de betreffende percelen bebouwing mag worden gerealiseerd in de vorm van bedrijfsgebouwen en eventuele bedrijfswoningen (destijds nog dienstwoningen genoemd). Er wordt niets vermeldt omtrent het exacte percentage van het te bebouwen bouwvlak. Wel wordt aangegeven dat de bedrijfswoningen ondergeschikt moeten zijn ten opzichte van de bedrijfsgebouwen. Daarnaast wordt vermeld dat er 3 meter afstand gehouden dient te worden tot de perceelsgrenzen, verder is het bouwvlak vrij gelaten. Tot slot is het belangrijk om te vermelden dat het bouwvlak ook bebouwd mag worden met enkel een bedrijfsgebouw. Het is dus niet verplicht om naast een bedrijfsgebouw ook een bedrijfswoning te realiseren. Desgewenst kan het gehele bouwvlak ook gebruikt worden voor een bedrijfsgebouw.

Voor de overige percelen in de directe omgeving geldt bovenstaande nog steeds omdat reeds sprake was van bedrijfswoningen ter plaatse. Enkel voor het perceel Weteringshoek 27 is de aanduiding ´Bedrijfswoning´ weggevallen omdat daar geen sprake was van een bestaande bedrijfswoning en zijn de aanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang' en het bouwvlak verkeerd opgenomen. Met onderhavige bestemmingsplanherziening worden deze omissies hersteld.

Hoofdstuk 4 Sectorale aspecten

4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op verschillende onderzoeks- en milieuaspecten welke van belang zijn in het kader van een goede ruimtelijke ordening. Voor dit planvoornemen zijn geen aanvullende onderzoeken uitgevoerd daar het een reparatie betreft van het oude bestemmingsplan 'Weteringshoek'. In het oude bestemmingsplan zijn reeds relevante onderzoeken benoemd en hieruit blijkt dat er geen verdere beperkingen zijn met betrekking tot onderhavig planvoornemen. Ook binnen het vigerende bestemmingsplan 'Rossum en Hurwenen' komen geen onderzoeken aan bod welke relevant zijn voor onderhavig planvoornemen. Het herstellen van de omissies heeft geen consequenties voor de verschillende milieuaspecten. In de volgende paragraaf wordt dit verder onderbouwd.

 

Onderhavig bestemmingsplan voorziet enkel in de reparaties van de omissies van de planologisch-juridische rechten en mogelijkheden welke in het voorgaande bestemmingsplan 'Weteringshoek' reeds waren toegestaan. Betreffende het toevoegen van de aanduiding 'Bedrijfswoning' binnen de bestemming 'Bedrijventerrein', het herstellen van het bouwvlak overeenkomstig het voorheen geldende bestemmingsplan 'Weteringshoek' en het laten vervallen van de functieaanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang'. De voorheen geldende rechten en mogelijkheden worden binnen dit planvoornemen opnieuw toegestaan en de onderliggende bestemming verandert niet. In dat kader zijn de aspecten bodem, geluid, bedrijven en milieuzonering, luchtkwaliteit, externe veiligheid, archeologie en flora en fauna in relatie tot de beperkte planologisch-juridische aanpassingen kort onderbouwd.

4.2 Bodem

Op basis van artikel 3.1.6 Besluit ruimtelijke ordening zijn gemeenten verplicht om in de toelichting bij een bestemmingsplan een paragraaf over de bodemkwaliteit op te nemen. In deze paragraaf dient gemotiveerd te worden of de aanwezige bodemkwaliteit past bij het toekomstige gebruik van de bodem.

Betekenis voor het plangebied

Het plangebied bestaat voornamelijk uit verharding, een opslagloods en een tuin. De bedrijfswoning welke opnieuw planologisch wordt toegestaan was reeds mogelijk in het bestemmingsplan voor het thans vigerende bestemmingsplan. Deze mogelijkheid voor een bedrijfswoning wordt met onderhavige reparatie hersteld.

Gezien de inrichting van het terrein (oprit met opslagloods en gedeeltelijk tuin) hebben ter plaatse geen verontreinigde (bedrijfs)activiteiten plaats gevonden. De loods is namelijk uitslutiend in gebruik voor opslag. De verwachting is, gezien het huidige gebruik, dat de bodem geen veiligheidsrisico's met zich meedraagt. Ten behoeve van de omgevingsvergunning voor de realisatie van de bedrijfswoning zal te zijner tijde moeten een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd worden.

4.3 Geluid

Ten aanzien van geluid zijn de regels uit de Wet geluidhinder (Wgh) van toepassing. De Wgh voorziet rond (gezoneerde) industrieterreinen, langs wegen en langs spoorwegen in zones en bevat tevens geluidsnormen en richtlijnen met betrekking tot de toelaatbare geluidsniveaus van de voorgenoemde geluidsbronnen

Betekenis voor het plangebied

Het bedrijventerrein Weteringshoek is geen gezoneerd bedrijventerrien in het kader van de Wet geluidhinder. Op basis van de bestemming 'Bedrijventerrein' zijn geen geluidzoneringsplichtige inrichtingen toegestaan. Derhalve is het aspect industrielawaai niet aan de orde. Wel zullen de nodige richtafstanden in relatie tot de milieucategorie als gevolg van eventueel geluid in acht genomen dienen te worden (zie paragraaf 4.3: bedrijven en milieuzonering).

Het bedrijventerrein Weteringshoek wordt ontsloten door de Burgemeester van Randwijkckstraat. Dit is een 50 km/h weg en derhalve zoneplichtig in het kader van de Wet geluidhinder. Ook de Weteringshoek is in dat kader zoneplichtig. Derhalve dient middels een akoetisch onderzoek aangetoond te worden dat voor de bedrijfswoning sprake is van een goed woon- en leefklimaat. Echter deze bedrijfswoning was reeds toegestaan op basis van het voorheen vigerende bestemmingsplan en wordt de planologische bouwmogelijkheid van deze bedrijfswoning met onderhavig bestemmingsplan hersteld. Derhalve is geen sprake van een nieuwe bouwmogelijkheid in het kader van de Wet geluidhinder, maar van het opnieuw planologisch mogelijk maken er van.

Daarnaast wordt Rossum vanuit de provinciale weg N322 ontsloten via de Burgemeester van Randwijckstraat/H.C. de Jonghweg. Op deze wegen zit alleen bestemmingsverkeer voor de kern Rossum. Er is hier geen sprake van doorgaand verkeer. De verkeersintensiteiten op deze wegen is dan ook beperkt waardoor aannemelijk is dat voldaan wordt aan de voorkeursgrenswaarde van 48 db.

4.4 Bedrijven en milieuzonering

Bij de ontwikkeling van nieuwe functies dient rekening gehouden te worden met milieuzoneringen van bestaande en toekomstige bedrijven en inrichtingen om zodoende de kwaliteit van het leefmilieu te handhaven en te bevorderen.

Betekenis voor het plangebied

De gewenste functieaanduiding 'Bedrijfswoning' is reeds van kracht geweest voor het plangebied. Door een omissie is deze komen te vervallen. Daarnaast is het conform het geldende bestemmingsplan niet toegestaan om geluidzoneringsplichtige of risicovolle inrichtingen te vestigen en zijn alleen bedrijven van milieucategorie 1 en 2 toegestaan. Dergelijke bedrijven hebben een richtafstand van respectievelijk 10 meter en 30 meter. Aangezien het hier een bedrijventerrein betreft met verschillende functies en wonen in de directe omgeving is het gebied aan te merken als gemengd gebied. Dit houdt in dat de richtafstand met een stap verkleind kan worden en deze respectievelijk 0 meter en 10 meter bedraagt. Bij de realisatie van de bedrijfswoning kan een afstand van 10 meter ten opzichte van milieucategorie 2 bedrijven gewaarborgd worden.

Daarnaast betreft het hier een bedrijfswoning op een bedrijventerrein waarvoor een hogere acceptatie grens geldt voor bedrijven uit de directe omgeving. Het is immers aannemelijk dat het woon- en leefklimaat op een bedrijventerrein anders is dan in een rustige woonwijk.

4.5 Luchtkwaliteit

Als aan minimaal één van de volgende voorwaarden wordt voldaan, vormen luchtkwaliteitseisen in beginsel geen belemmering voor het uitoefenen van de bevoegdheid:

  • er is geen sprake van een feitelijke of dreigende overschrijding van een grenswaarde;
  • een project leidt – al dan niet per saldo – niet tot een verslechtering van de luchtkwaliteit;
  • een project draagt 'niet in betekenende mate' (NIBM) bij aan de luchtverontreiniging;
  • een project past binnen het NSL (Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit), of binnen een regionaal programma van maatregelen.

Betekenis voor het plangebied

Het planvoornemen maakt de realisatie van een bedrijfswoning mogelijk, dit is niet van negatieve invloed op de luchtkwaliteit. De toevoeging van 1 bedrijfswoning is namelijk aan te merken als Niet In Betekenende Mate. Daarnaast zijn er in de directe omgeving verder geen bedrijven die 'in betekenende mate' bijdragen aan de luchtkwaliteit. Luchtkwaliteit vormt dan ook geen belemmering voor het planvoornemen.

4.6 Externe veiligheid

Bij de ruimtelijke planvorming moet rekening worden gehouden met het aspect externe veiligheid. Het externe veiligheidsbeleid richt zich op het voorkomen en beheersen van risicovolle bedrijfsactiviteiten en risicovol transport.

Betekenis voor het plangebied

In de directe omgeving van het plangebied bevindt zich een gasleiding (50 meter) en aargasstation (70 meter). Het plaatsgebonden risico (10-6 contour) ligt op de leiding zelf en is niet van invloed. De veiligheidszone van deze leiding ligt deels over het plangebied. Echter het aantal personen neemt als gevolg van het opnieuw planologisch mogelijk maken van de bedrijfswoning maar zeer beperkt toe. Als gevolg hiervan is geen sprake van toename van de orientatie waarde.

Daarnaast is in onderhavige situatie sprake van het repareren van omissies waarbij de functieaanduiding bedrijfswoning weer wordt toegestaan waar deze eerder ook reeds toegestaan. Hierdoor vinden er geen wijzigingen plaats ten opzichte van de voorheen vigerende planologische situatie. Het aspect externe veiligheid wordt verder dan ook niet als belemmering gezien.

4.7 Archeologie

Bij de opstelling en de uitvoering van ruimtelijke plannen moet rekening gehouden worden met bekende archeologische waarden.Teneinde de archeologische verwachting in beeld te brengen is het gemeentelijk archeologisch beleid geraadpleegd.

Betekenis voor het plangebied

Onderhavig planvoornemen maakt de realisatie van een bedrijfswoning mogelijk. Het oppervlak voor de bodemingreep voor de realisatie van een woning bedraagt nooit meer dan de vrijstellingsgrens van 5.000 m2. Het aspect archeologie is daarmee verder niet aan de orde.

4.8 Flora en fauna

Bij het opstellen van bestemmingsplannen moet rekening gehouden worden met de gevolgen van de ontwikkeling voor de natuur. Het natuurbeschermingsrecht is te vinden in verdragen, Europese en nationale regelgeving en in nationaal en provinciaal beleid.

Betekenis voor het plangebied

Het plangebied bestaat voornamelijk uit bebouwing (loods) en bestrating (oprit). Daarnaast is het plangebied gelegen binnen bestaand bebouwd gebied en is ter plaatse geen sprake van enige natuurwaarden. Verder is er geen beplanting binnen het plangebied aanwezig. Het aspect flora en fauna vormt dan ook geen belemmering voor het planvoornemen.

Hoofdstuk 5 Waterparagraaf

5.1 Inleiding

Water vormt een steeds belangrijker aspect bij ontwikkelingen op onder meer het gebied van woningbouw en bedrijventerreinen. Belangrijke thema's zijn: het vasthouden in plaats van direct afvoeren van hemelwater, het hergebruik van water, het zuinig omgaan met drinkwater en het beperken van de onttrekking van grondwater. Het is dan ook verplicht om in de toelichting bij een bestemmingsplan te verantwoorden op welke wijze rekening is gehouden met de gevolgen van het plan voor de waterhuishouding. Dit is bepaald in artikel 3.1.6, eerste lid, sub b van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro). Deze verantwoording wordt ook wel de waterparagraaf genoemd. Deze paragraaf kan als zodanig worden beschouwd.

5.2 Waterhuishoudkundige situatie

Er is aan de zuidrand van het plangebied oppervlaktewater aanwezig. Het betreft een zijtak van de 'Rossumsche Wetering' met een A-status. Binnen het vigerende bestemmingsplan is deze watergang omschreven als: 'Waterstaat - Waterlopen' aangewezen gronden, met inbegrip van een strook van 4 m aan weerszijden van de watergang, zijn primair bestemd tot aanleg en onderhoud van een watergang. Deze watergang is bedoeld als afwatering voor de aangrenzende percelen en moet als zodanig behouden blijven. Voor zover van toepassing op onderhavig perceel is de betreffende dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterlopen' 1 op 1 overgenomen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0263.BP1154-VG01_0010.png"

Uitsnede legger Waterschap Rivierenland

Onderhavig bestemmingsplan voorziet enkel in de reparaties van de omissies welke in het voorgaande bestemmingsplan 'Weteringshoek' reeds aanwezig waren. Betreffende het toevoegen van de aanduiding 'Bedrijfswoning' binnen de bestemming 'Bedrijventerrein', het herstellen van het bouwvlak overeenkomstig het voorheen geldende bestemmingsplan 'Weteringshoek' en het laten vervallen van de functieaanduiding 'specifieke vorm van dienstverlening - kinderopvang'. De voorheen geldende rechten en mogelijkheden worden binnen dit planvoornemen opnieuw toegestaan en de onderliggende bestemming verandert niet. De reparaties van deze omissies hebben verder geen invloed op de waterhuishoudkundige situatie ter plaatse van het plangebied en de directe omgeving.

Hoofdstuk 6 Juridische opzet

6.1 Inleiding

Het wettelijk kader voor de inhoud en de vaststellingsprocedure van een bestemmingsplan wordt sinds 1 juli 2008 gevormd door de Wet ruimtelijke ordening (Wro) en is verder ingevuld door het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) en de Regeling standaarden ruimtelijke ordening (Rsro). De Wro, het Bro en de Rsro bevatten regels ten aanzien van de (digitale) vormgeving, inhoud en raadpleegbaarheid van bestemmingsplannen, met als doel bestemmingsplannen uniform vergelijkbaar en uitwisselbaar te maken.

Bij het opstellen van de inhoud van de regels zijn de voorschriften uit het vigerende bestemmingsplan ´Rossum en Hurwenen´ aangehouden. Aangezien dat bestemmingsplan niet is opgesteld conform SVBP2012 zijn de regels in dit plan hier op aangepast en worden de gewenste aanduidingen en het gewenste bouwvlak voor de Weteringshoek 27 te Rossum binnen dit bestemmingsplan geregeld.

De structuur van dit plan is zodanig dat de verbeelding de primaire informatie geeft over waar en hoe er gebouwd mag worden. Bij het raadplegen van het bestemmingsplan dient dan ook eerst naar de verbeelding gekeken te worden. Vervolgens kan in de regels teruggelezen worden welk gebruik en welke bouwmogelijkheden zijn toegestaan.

6.2 De verbeelding

Op de verbeelding zijn aangegeven:

  • De grens van het plangebied;
  • De bestemming van de in het plangebied gelegen gronden: 'Bedrijventerrein';
  • De functieaanduiding: 'Bedrijfswoning';
  • De maatvoeringsaanduiding: 'Maximum bouwhoogte 12 meter';
  • Het bouwvlak;
  • De gebiedsaanduiding 'wetgevingzone - bebouwd gebied';
  • De gebiedsaanduiding 'veiligheidszone - leiding';
  • De dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterlopen'.

Het herstelde bouwvlak geeft de begrenzing weer waarbinnen hoofd- en bijgebouwen opgericht mogen worden. Dit is overeenkomstig de bouwmogelijkheden uit het oude bestemmingsplan 'Weteringshoek'. Binnen dit bouwvlak is het weer toegestaan om een bedrijfswoning te realiseren.

Hoofdstuk 7 Haalbaarheid

7.1 Inleiding

Naast het toetsen van een bestemmingsplan aan diverse milieu- en veiligheidsaspecten, dient ook de economische uitvoerbaarheid van het plan te worden getoetst. Hierbij wordt gekeken naar de economische uitvoerbaarheid en de maatschappelijke uitvoerbaarheid.

7.2 Economische haalbaarheid

De gemeente is verplicht om op grond van artikel 6.12 eerste lid Wro een exploitatieplan vast te stellen voor gronden waarop een in het Bro aangewezen bouwplan is voorgenomen. De gemeenteraad kan echter besluiten om geen exploitatieplan vast te stellen indien:

  • het verhaal van de kosten van de grondexploitatie over de in het plan of besluit begrepen gronden anderszins is verzekerd;
  • het bepalen van een tijdvak voor de exploitatie of een fasering van de uitvoering van werken, werkzaamheden, maatregelen en bouwplannen niet nodig is, en
  • het stellen van eisen, regels of een uitwerking van regels als bedoeld in artikel 6.13, tweede lid, onder b, c en d Wro niet noodzakelijk is.

Dit planvoornemen voorziet in de planologisch-juridische reparatie van de eerder genoemde omissies. Met deze reparatie worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt. Het betreft uitsluitend een 'administratieve' reparatie van het ter plaatse toegestane bouwvlak en het toevoegen van de functie 'Bedrijfswoning'. Er zijn daarmee geen gevolgen voor de gemeentelijke financiën, behoudens dat de plankosten voor rekening van de gemeente komen, het betreft immers de reparatie van omissies als gevolg van onjuiste weergaven in het vigerende bestemmingsplan.

7.3 Maatschappelijke haalbaarheid

Dit planvoornemen voorziet in de planologisch-juridische reparatie van de eerder genoemde omissies. Het betreft uitsluitend een verruiming van de toegestane aanduidingen en het bouwvlak. De haalbaarheid en uitvoerbaarheid hiervan hebben reeds in een eerder stadium plaats gevonden aangezien in het voorheen geldende bestemmingsplan de aanduiding 'Bedrijfswoning' en het gewenste bouwvlak wel waren toegestaan. Het planvoornemen zal daarom in alle waarschijnlijkheid niet op overwegende planologische bezwaren uit de omgeving stuiten.

Onderhavig bestemmingsplan wordt, conform de gebruikelijke procedure, gedurende zes weken ter inzage gelegd. Gedurende deze termijn kan een ieder reageren op het planvoornemen en zijn of haar zienswijzen indienen.

7.4 Conclusie

De reparatie van de geconstateerde omissies zal gezien het bovenstaande niet leiden tot overwegende planologische bezwaren. De bestemmingswijziging betekent, na een afweging van de verschillende belangen, een aanvaardbare invulling van het plangebied.

Hoofdstuk 8 Procedure

8.1 De te volgen procedure

Het bestemmingsplan doorloopt de volgende procedure:

Ontwerp: 

  • Publicatie en terinzagelegging van het ontwerpbestemmingsplan overeenkomstig afdeling 3.4 Awb en de Wro;
  • Gedurende deze terinzagelegging kan een ieder een zienswijze indienen bij de gemeenteraad;

Vaststelling:

  • Vaststelling van het bestemmingsplan door de gemeenteraad;
  • De provincie heeft de mogelijkheid om een reactieve aanwijzing te geven (dat gedeelte waarvoor een reactieve aanwijzing is gegeven treedt niet in werking);
  • Publicatie en terinzagelegging van het vaststellingsbesluit en vastgestelde bestemmingsplan gedurende de beroepstermijn;

Inwerkingtreding:

  • Na afloop van de beroepstermijn (tenzij binnen de beroepstermijn een verzoek om voorlopige voorziening wordt gedaan).

Beroep (indien aan de orde):

  • Beroep bij Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State;

In het kader van deze procedure is het voor eenieder mogelijk om gedurende de ter inzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan zijn/haar zienswijze (bij de gemeenteraad) kenbaar te maken. In publicaties met betrekking tot de diverse stappen die het plan moet doorlopen wordt daarvan steeds melding gemaakt. Wanneer beroep wordt ingesteld, beslist de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State over het bestemmingsplan.

8.2 Kennisgeving

Overeenkomstig artikel 1.3.1. Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is kennis gegeven van het voornemen tot het voorbereiden van het bestemmingsplan 'Rossum herziening 2016, reparatie weteringshoek 27'. Hierin is vermeld dat het planvoornemen ziet op het repareren van de eerder genoemde omissies.

8.3 Vooroverleg

Het voorheen geldende bestemmingsplan 'Weteringshoek' is in het kader van het wettelijke vooroverleg destijds voorgelegd aan de diverse instanties (provincie Gelderland, waterschap) en voldeed destijds aan de beleidskaders van de verschillende instanties. Met dit bestemmingsplan worden uitsluitend geconstateerde omissies gerepareerd van rechten en mogelijkheden uit het voorheen geldende bestemmingsplan. Het betreft uitsluitend een 'administratieve' aanpassing. Er zijn hierdoor geen rijks- of provinciale belangen in het geding.

8.4 Vaststelling

Het ontwerp-bestemmingsplan heeft met ingang van 9 februari 2017 gedurende 6 weken, tot en met 22 maart 2017 ter inzage gelegen. Gedurende deze periode zijn er geen zienswijzen binnengekomen. Naar aanleiding hiervan is het bestemmingsplan ongewijzigd vastgesteld in de raadsvergadering van de gemeenteraad op 1 juni 2017