direct naar inhoud van Artikel 3 Bedrijf - 1
Plan: Bedrijventerrein Schoenaker 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0209.BPSchoenaker2011-vadf

Artikel 3 Bedrijf - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Bedrijf - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bedrijven in de milieucategorieen 2, 3.1 en 3.2 die zijn genoemd in de Bijlage 1 Staat van bedrijfsactiviteiten;
  • b. kantoren;
  • c. een verkooppunt voor motorbrandstoffen zonder LPG, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
  • d. in afwijking van en in aanvulling op het bepaalde onder a, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding:
    • 1. 'specifieke vorm van bedrijf-1: een groothandel in chemische grondstoffen en chemicalien, inclusief de toepassing daarvan;
    • 2. 'specifieke vorm van bedrijf-2': de handel in en de reparatie van zwaardere bedrijfsauto's;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-4' een autogerelateerd bedrijf in de vorm van een (APK) keuringsstation voor uitsluitend vrachtwagens van derden en de bedrijfsactiviteit wassen en poetsen van uitsluitend vrachtwagens van derden,
  • f. productiegebonden detailhandel;
  • g. voorzieningen voor verkeer en verblijf;
  • h. parkeervoorzieningen;
  • i. nutsvoorzieningen;
  • j. tuinen, erven en verhardingen;
  • k. groenvoorzieningen;
  • l. water en waterhuishoudkundige voorzieningen.
3.2 Bouwregels
3.2.1 Algemeen

Uitsluitend zijn toegestaan gebouwen en andere bouwwerken die ten dienste staan van deze bestemming.

3.2.2 Bedrijfsgebouwen

Voor het bouwen van bedrijfsgebouwen en andere bouwwerken die op een bedrijfsgebouw worden geplaatst, gelden de volgende bepalingen:

  • a. bedrijfsgebouwen mogen uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak' worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte' is aangegeven;
  • c. in aanvulling op het bepaalde onder b geldt dat de hoogte van afzuiginstallaties, silo's e.d. niet meer bedraagt dan 25 m;
  • d. in aanvulling op het bepaalde onder b en c geldt dat de hoogte van schoorstenen niet meer bedraagt dan 40 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder c en d bedraagt de hoogte van de genoemde bouwwerken niet meer dan 15 m indien de bouwhoogte van gebouwen niet meer dan 12 m mag bedragen;
  • f. het bebouwingspercentage mag per bouwperceel niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' is aangegeven;
  • g. de afstand tot de zijdelingse en achterste perceelsgrens bedraagt niet minder dan 4 m.
3.2.3 Gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen

Voor het bouwen van gebouwen ten behoeve van nutsvoorzieningen gelden de volgende bepalingen:

  • a. de oppervlakte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 20 m²;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen mag niet meer bedragen dan 4 m.
3.2.4 Bedrijfswoningen

Bedrijfswoningen zijn niet toegestaan.

3.2.5 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 2,5 m;
  • b. de bouwhoogte van antennes en reclamemasten mag niet meer bedragen dan 15 m;
  • c. de bouwhoogte van afzuiginstallaties, silo's e.d. mag niet meer bedragen dan 25 m;
  • d. de bouwhoogte van schoorstenen mag niet meer bedragen dan 40 m;
  • e. in afwijking van het bepaalde onder c en d bedraagt de hoogte van de genoemde bouwwerken niet meer dan 15 m indien de bouwhoogte van gebouwen niet meer dan 12 m mag bedragen;
  • f. de bouwhoogte van palen en masten mag niet meer bedragen dan 10 m;
  • g. de bouwhoogte van lichtmasten mag niet meer bedragen dan 6 m;
  • h. de bouwhoogte van overige andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 5 m.
3.3 Afwijken van de bouwregels
3.3.1 Afwijking afstand zijdelingse en/of achterste perceelsgrens

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 3.2.2 onder g, om bedrijfsgebouwen dichter bij de zijdelingse en/of achterste perceelsgrens op te kunnen richten, mits:

  • a. de eisen ten aanzien van de brandveiligheid in acht worden genomen;
  • b. de afstand tot de zijdelingse perceelsgrens minimaal 2 m bedraagt.
3.3.2 Afwijking bebouwingspercentage

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 3.2.2 onder f, teneinde het bebouwingspercentage te verhogen tot 80 %  per bouwperceel, mits:

  • a. er kan worden voldaan aan de parkeernorm;
  • b. de eisen ten aanzien van de brandveiligheid in acht worden genomen;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken plaats.
3.4 Specifieke gebruiksregels
3.4.1 Strijdig gebruik

Onder strijdig gebruik wordt in elk geval verstaan het gebruik van bebouwde en onbebouwde gronden, gebouwen, andere bouwwerken en onderkomens ten behoeve van:

  • a. een seksinrichting en/of escortbedrijf, raamprostitutie en straatprostitutie;
  • b. sloopbedrijven;
  • c. autoherstelinrichtingen en autohandel alsmede overige autogerelateerde bedrijven als omschreven in 3.4.2, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein-4' een autogerelateerd bedrijf in de vorm van een (APK) keuringsstation voor uitsluitend vrachtwagens van derden en de bedrijfsactiviteit wassen en poetsen van uitsluitend vrachtwagens van derden, zijn toegestaan;
  • d. (volumineuze) detailhandel. Ook ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg' is detailhandel niet toegestaan;
  • e. geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
  • f. risicovolle inrichtingen, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'risicovolle inrichting' een risicovolle inrichting is toegestaan;
  • g. woondoeleinden;
  • h. ijzer-, schroot- en pallethandel;
  • i. opslag en uitstalling op gronden gelegen voor de naar de weg gekeerde gevel van een bedrijf.
3.4.2 Autogerelateerde bedrijven

Onder autogerelateerde bedrijven als bedoeld in 3.4.1 onder c worden de volgende bedrijven / bedrijfsactiviteiten verstaan:

  • a. herstellen, doorsmeren, wassen en poetsen van automobielen (voor zover het personenauto's en vrachtwagens van derden betreft);
  • b. beklederij voor automobielen (personenauto's);
  • c. showroom voor automobielen (personenauto's);
  • d. autobussen- en vrachtwagenreparatiebedrijven;
  • e. autoplaatwerkerijen;
  • f. autospuitinrichtingen;
  • g. autoreparatiebedrijf n.e.g.;
  • h. servicecentrum voor autobanden en/of handel in nieuwe banden;
  • i. (APK) keuringsstation voor automobielen (voor zover het personenauto's en vrachtwagens van derden betreft);
  • j. uitdeuken en/of spuiten van automobielen (personenauto's tectyleren van automobielen (personenauto's) met tectyl of vergelijkbare stoffen;
  • k. groothandel in autoaccessoires
  • l. opslaan en/of bewerken van autobanden;
  • m. sleepdienst ten behoeve van automobielen en wrakken;
  • n. bewaren, bewerken, verwerken, vernietigen van voor sloop bestemde automobielen excl. shredderbedrijven.
3.4.3 Aangeduide bedrijfsdoeleinden

Voor het gebruik ter plaatse van de aanduidingen 'specifieke vorm van bedrijf-1' en 'specifieke vorm van bedrijf-2' geldt dat deze gronden en bouwwerken mogen worden gebruikt ten behoeve van de in 3.1 onder d genoemde bedrijfsdoeleinden, met dien verstande dat, zodra dit bestaande gebruik is beeindigd en deze gronden en bouwwerken worden gebruikt conform het bepaalde in 3.1 onder a en b, deze gronden en bouwwerken daarna niet meer mogen worden gebruikt voor het in 3.1 onder d omschreven gebruik.

3.4.4 Voorwaardelijke verplichting

Het gebruik van de gronden ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-4', zoals beschreven in dit artikel, is pas toegestaan nadat de landschappelijke inpassing zoals deze is weergegeven in Bijlage 3 van deze regels is aangelegd en in stand wordt gehouden.

3.4.5 Webwinkel

In afwijking van het bepaalde in 3.4.1 onder d is inpandige opslag ten behoeve van een webwinkel toegestaan. Het ten behoeve van de verkoop uitstallen van goederen, bijvoorbeeld in de vorm van een showroom, en het bieden van een mogelijkheid om via het internet bestelde goederen ter plaatse op te halen, zijn niet toegestaan.

3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Afwijking milieucategorieën

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 3.1 onder a. voor:

  • 1. het toestaan van bedrijven die niet zijn opgenomen in de als bijlage toegevoegde bedrijvenlijst, voor zover deze bedrijven naar aard, milieubelasting en ruimtelijke impact (verkeersaantrekkende werking, ruimtebeslag, aantal arbeidsplaatsen e.d.) vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven;
  • 2. het toestaan van bedrijven die opgenomen zijn in de milieucategorieen 4.1 en/of 4.2 en deze bedrijven naar aard en milieubelasting en ruimtelijke impact (verkeersaantrekkende werking, ruimtebeslag, aantal arbeidsplaatsen e.d.) vergelijkbaar zijn met de toegestane bedrijven,

met inachtneming van de volgende bepalingen:

  • a. een onevenredige toename van de aantasting van het woon- en leefklimaat is niet toegestaan;
  • b. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken plaats.
3.5.2 Afwijking detailhandel

Het bevoegd gezag kan een omgevingsvergunning verlenen ten behoeve van een afwijking van het bepaalde in 3.4.1 onder d, teneinde detailhandel in zand, grind, stenen en soortgelijke materialen mogelijk te maken,

met in acht neming van de volgende bepalingen:

  • a. de omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend ten behoeve van de verplaatsing van een bedrijf dat elders binnen de gemeente is gevestigd en verplaatsing van dit bedrijf uit een oogpunt van een goede ruimtelijke ordening noodzakelijk is;
  • b. een onevenredige toename van de aantasting van het woon- en leefklimaat is niet toegestaan;
  • c. er vindt geen onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden van aangrenzende gronden en bouwwerken plaats.
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
3.6.1 Risicovolle inrichting

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door de aanduiding 'risicovolle inrichting' te verwijderen. Van deze bevoegdheid wordt uitsluitend gebruik gemaakt indien het bestaande bedrijf ter plaatse van deze aanduiding zijn bedrijfsmatige activiteiten heeft beeindigd.

3.6.2 Specifieke vorm van bedrijf

Burgemeester en wethouders kunnen deze bestemming wijzigen door de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf-1' en/of 'specifieke vorm van bedrijf-2' te verwijderen. Van deze bevoegdheid wordt uitsluitend gebruik gemaakt indien het bestaande bedrijf ter plaatse van deze aanduiding zijn bedrijfsmatige activiteiten heeft beeindigd.